Interview

‘Ik hoef me niet te verantwoorden, ik heb hier heel goed over nagedacht’

Actrice Anouk Maas (38) wordt binnenkort moeder – in haar uppie. Familie en vrienden steunen haar volop, maar: “Solo-ouderschap levert bij veel mensen toch een error op.”

Is de babykamer al klaar?
“Nee. De baby slaapt straks bij mij op de kamer – in ieder geval het eerste jaar. Mijn extra kamer wil ik gebruiken voor als mijn ouders komen oppassen. Maar verder zijn de praktische dingen allemaal wel op orde, want ik heb een mooi Excel-bestandje waarin alles staat wat ik nodig heb – ik houd van plannen. Gelukkig heb ik bovendien een zus en een moeder die het erg leuk vinden om te helpen.”
Je vindt dat shoppen zelf niet leuk?
“Niet echt. Mijn moeder en zus worden daar wel gelukkig van en ik vertrouw ze, dus ik heb dat gewoon een beetje uit handen gegeven. Het klinkt super cheesy, maar ik wil eigenlijk alleen maar dat het kindje gezond is. Ik vind al die kleertjes voor de eerste maanden hartstikke leuk, maar die worden toch allemaal ondergescheten of -gekotst. Sowieso hoeft niet alles nieuw te zijn. Ik ben best milieubewust, dus ik houd van tweedehands, van dingen ruilen. Mijn zus heeft twee ­ledikantjes die ze niet meer nodig heeft omdat haar kinderen groot genoeg zijn, dus nu blijft er eentje daar – voor als de baby daar logeert – en het andere komt bij mij thuis te staan. Superhandig, want je komt echt in een soort doolhof terecht als je zwanger bent. Al die websites die je ­vertellen waar je op moet letten, wat je wel moet doen, niet moet doen en die vooral roepen dat je heel veel geld uit moet geven. Zo’n onzin. Rompertjes en een draagzak wil ik graag nieuw en fris hebben, maar de rest probeer ik zo veel mogelijk tweedehands te kopen of ­krijgen.”
Jij bent niet van de roze wolk.
“Ik ben inderdaad pragmatisch, maar dat wil niet zeggen dat ik er niet enorm van geniet. Ik kan urenlang aan mijn buik zitten, voelen hoe de baby beweegt, voelen waar de billetjes liggen. En ik maak een fotoboek en schrijf verhalen op. Ik vind het vooral heel gezellig, want ik ben nu al niet meer alleen. En als het straks geboren is, breekt er weer een heel andere fase aan. Ik kijk daar erg naar uit, al vind ik het ook spannend.”
Ook omdat je ervoor hebt gekozen het alleen te doen?
“Ja, want ik heb geen partner die dag en nacht naast me staat, aan wie ik kan vragen hoe we het moeten gaan doen, die mij dingen uit handen kan nemen. Als ik hulp nodig heb, moet ik dat zelf regelen. Ook als ik in paniek raak – wat af en toe weleens gebeurt – zal ik zelf de telefoon ­moeten pakken om mijn hart te luchten. Ik heb dan echt even iemand nodig die me weer met beide benen op de grond zet, die de boel ­relativeert. Ik mis de uitlaatklep die je wel hebt als je samen een kind krijgt.”

Je had het net over je ouders en je zus: vormen zij jouw hulptroepen?
“Voor een aantal zaken zal ik praktisch gezien vaker rekenen op mijn vrienden, vriendinnen en buren in Amsterdam, maar mijn ouders en zus zijn inderdaad wel degenen die ik het eerst bel. Ook omdat ze zullen gaan oppassen. Dat familieleven is voor mij van belang, ik wil dat zij mijn kindje leren kennen en andersom. Ik wil niet die vrouw zijn die zegt: ik doe het allemaal zelf, zoek het verder maar uit.”
Hoe reageerden je ouders op het nieuws van je zwangerschap?
“Het was even wennen, want ze zijn toch van een andere generatie, maar ze stonden ervoor open en vinden het nu eigenlijk alleen maar geweldig. Net als de meeste andere mensen in mijn omgeving. Al merk ik wel dat veel mensen een mening hebben: het is geen huisje-boompje-beestjeverhaal en dat levert bij veel mensen toch een error op. Dat mag, maar het lastige daaraan vind ik dat het normaler wordt gevonden als iemand na een avondje in de kroeg met een vreemde in bed belandt en zwanger raakt. Voor zo’n ‘ongelukje’ heeft iedereen begrip, maar ik heb het gevoel dat ik me continu moet verantwoorden. Terwijl ik hier heel lang en goed over heb nagedacht. Dat is weleens vreemd. Daarom doe ik dit interview ook: mijn verhaal an sich is niet zo interessant, maar misschien is het goed om te vertellen wat er allemaal bij komt kijken.”
Hoe kwam je op het idee voor het solo-ouderschap?
“Ik heb altijd gevoeld dat ik moeder wilde worden, maar ik heb me vervolgens toch vooral gefocust op mijn carrière. Tot ik op een gegeven moment de biologische klok voelde tikken, terwijl het qua relaties allemaal niet echt wilde vlotten: ze kwamen en ze gingen. En ik wilde niet zomaar in een relatie blijven, een kind krijgen en dan maar kijken hoe het zou eindigen. Dus ben ik gaan kijken naar wat mijn opties waren. Daar heb ik heel lang en bewust over nagedacht: ik ben 39 als ik ga bevallen, maar ik ben er al vanaf mijn 35ste mee bezig. Ook dat is een doolhof. Er is zo veel mogelijk: van een onbekende of bekende donor, donorplus tot co-ouderschap … er ging een wereld voor me open.”