Verlaten vrouw

'Hij was mijn leven ingestapt om daar enorme verwoestingen aan te richten'

doorCorine Koole

Ook al was Tara (58) nog maar kort weduwe, tot haar eigen verrassing liet ze zich helemaal inpakken door haar nieuwe liefde. Tot ze zichzelf haast niet meer herkende.

“In 2020 verloor ik zowel mijn man als mijn moeder. Ik wilde wel ­opkrabbelen, maar wist niet hoe. Toen mijn dochter er een poos later op aandrong een account aan te maken op een datingsite, deed ik dat met grote tegenzin. Ongeïnteresseerd bekeek ik het aanbod, tot ik ineens een man zag met grijze krullen. Op de foto zag je hem op de rug, wat ik niet verdacht vond maar een teken van gebrek aan ijdelheid. En toen ik de tekst las, was ik ­meteen verkocht. ‘Welke charmante, rebelse vrouw wil met mij het leven vieren?’, stond er. Ik trok mijn uitgebluste zelf aan de haren omhoog en reageerde. Frits bleek niet zijn echte naam en hij was ook geen 59 jaar, maar geboren in 1959, vertelde hij met een scheef lachje tijdens de eerste date. Ah, daar ­hebben we leugen nummer één, flitste het door mijn hoofd. Maar onmiddellijk corrigeerde ik mezelf. Wees toch niet altijd zo kritisch, geef het een kans. Acht uur lang zaten we in een café en toen hij mij even later rondreed in zijn nieuwe auto om die te showen, vroeg hij of hij me mocht kussen. In de dagen die volgden voelde ik me een verliefde puber, zo snel kan dat kennelijk gaan. En toen hij me diezelfde week nog vroeg of ik meeging naar Parijs, riep mijn hele omgeving dat ik zo’n spontaan verzoek niet kon afslaan. Het werd door corona uiteindelijk een hotel in Nederland, maar spannend was het allemaal wel. In één klap werd ik een nieuw leven in­getrokken dat eigenlijk maar weinig gemeen had met mijn oude leven. Maar was dat niet precies waar ik op uit was? Ik had het gevoel dat hij zich over me ontfermde, hij kon goed luisteren en zijn aandacht deed me goed. Er werd ineens voor me gezorgd, ik hoefde niet langer alles alleen te doen.
In diezelfde tijd stond ik op het punt om met een nieuwe baan te beginnen, maar deze nieuwe vent praatte als Brugman om me ervan te ­overtuigen dit niet te doen. ‘Stop toch met werken, ik heb geld genoeg voor ons allebei, het leven is maar kort, laten we ervan genieten’, et cetera. En ik dacht: hij heeft gelijk, ik stop gewoon. Vanaf dat moment gingen we continu op vakantie. Een maand lang trokken we door het hete Mexico en een week later zaten we dik ingepakt in Val Thorens. Het voelde op den duur een beetje bevreemdend. Het begon erop te lijken dat hij me isoleerde van mijn familie en vrienden. Want als we tussendoor dan eens een paar weken thuis waren, was hij er met moeite toe te bewegen om mee te gaan naar mijn etentjes. Eigenlijk ging het te snel. Binnen drie weken hadden we een relatie en na twee maanden zei hij: ‘Ik houd net zo veel van jouw kinderen als van die van mij.’ Gek, toch? Toch sprak ik mezelf toe om er gewoon van te genieten. Al die rode vlaggen, ik schilderde ze gewoon lekker groen. Hij wilde ook al heel snel samenwonen. ‘Dan verkoop je je huis en trek je bij mij in’, zei hij. ‘Kun je lekker je centjes in je zak houden.’ Hij had een huis in het buitenland op het oog. Als we zulke stappen zouden gaan maken, moesten we alles financieel goed regelen, vond ik. Maar als ik daar iets over zei, reageerde hij een beetje afwerend. Zo van: vertrouw me nu maar. Waarna hij weer een van zijn oneliners uit zijn mouw schudde: ‘Ik heb nog nooit zo veel van iemand gehouden als van jou, met jou wil ik oud worden.’
‘Jij had zeker al een ander aan het einde van je vorige relatie’, zei ik een keer voor de grap. ‘Hoe weet je dat?’, reageerde hij gepikeerd. Alles voelde bij hem als een competitie. Van het vakantiehuis in Italië dat we zouden kopen, op een prachtige plek aan zee, was hij het huisnummer vergeten. 24, wist ik. Nee hoor, 26, antwoordde hij. En toen ik het juist bleek te hebben, zei ik maar grappend dat we gewed hadden om een ijsje, om de sfeer niet te bederven. Want ik wist ondertussen hoe slecht hij tegen zijn verlies kon. Ik denk dat hij me niet dociel genoeg vond. Hij had bij voorbaat gelijk, zelfs over de kleinste dingen. Als ik mijn broer, die fiscalist is, een financiële vraag wilde stellen, zei hij bagatelliserend: ‘Wat weet hij er nou van, ik regel het voor je.’ Als ik dit soort dingen ter sprake bracht bij mijn vriendinnen, zeiden ze dat het toch lief was dat hij alles voor me deed. De buitenwereld zag alleen de buitenkant en ook dat isoleerde me.

Na weer een vakantietrip wilde hij vanuit Italië via Monaco naar huis rijden, maar ik had het wel gehad en verlangde naar huis. Zonder een woord te zeggen zette hij verbeten koers richting Nederland. In Turnhout stopten we en weer kregen we zo’n idiote discussie. Over waar het centrum was, deze keer. ‘Nou, bij de kerktoren natuurlijk’, zei ik. Niet waar, zei hij nogal bot, waarna hij de weg ging vragen aan een dame op straat. En jawel, ze stuurde ons regelrecht in de richting die ik had aangegeven. Ik deed serieus een schietgebedje – Heer, zorg dat hij gelijk krijgt – want nu was de sfeer wéér bedorven. We hebben zwijgend een frietje gegeten en toen ik de volgende dag zei dat hij ook best eens naar mij zou kunnen luisteren, zei hij iets waarvan ik de woorden hier niet meer kan reproduceren, maar ze waren zo scherp en beledigend dat ik er totaal van ondersteboven was.
Vanaf dat moment ging het bergafwaarts. Tijdens een barbecue bij zijn zoon stapte hij halverwege zomaar op. Ik verexcuseerde me voor mijn eerdere kritiek, maar hij sloot zich af. En toen ik hem later belde om te vragen wat we dit weekend zouden gaan doen, blafte hij dat hij het te druk voor me had. Die zondag ben ik toch gewoon naar zijn huis gegaan, hij deed open en ik zag in zijn ogen een zwarte blik die ik nooit eerder had gezien. ‘Gaat het?’, vroeg ik. ‘Met mij wel, maar met ons niet’, zei hij. ‘Je claimt me.’ Ik was perplex. Ik claimde hém?
Hij was duidelijk: hij wilde stoppen met onze relatie. Nadat ik bij zijn huis was weggereden, had hij in no time iedereen ingelicht dat het uit was. ‘Wat is er gebeurd?’ vroegen mijn vriendinnen. ‘Een week geleden waren jullie nog bezig met een huis in Italië. En nu dit?’
De closure die ik nodig had, is er nooit gekomen. Hij zit nu voor een jaar in het buitenland en zoals hij mij zijn leven in dirigeerde, deed hij dat ook met een nieuwe dame, die hij met dezelfde tekst en weer die leugen over zijn leeftijd heeft ingepakt. Het is een beetje populair om iemand te betichten van narcisme, maar hij heeft daar onmiskenbaar iets van. Dit bruuske einde voelde zo ­onrechtvaardig en heeft me zo geraakt, dat ik maandenlang alleen maar over de vloer kon kruipen van ellende. Ik kwam er maar niet uit, bleef erin hangen. Waaróm? Waar ging het fout? Wat had ik anders moeten doen? Tot een vriendin zei: ‘Tara, ik weet niet meer wat ik tegen je moet zeggen om je op te beuren, niks komt nog aan en je blijft jezelf herhalen.’ Toen dacht ik: nu is het genoeg. Als een 65-jarige verklede kleuter was hij zomaar mijn leven ingestapt om daar enorme verwoestingen aan te richten. Ik liet het allemaal gebeuren, dat neem ik mezelf kwalijk. Hij leek kwetsbaar toen hij vroeg: ‘Kan jij wel met mij?’ Maar hij bedoelde natuurlijk: kan ik er van op aan dat je mijn ego niet krenkt? En toen hij die ene opmerking maakte die bij mijn vriendinnen vertedering opriep, dat ik bij hem kon komen wonen en mijn centjes in mijn zak kon houden, was dat allemaal strategie. Zolang het huis niet mede op mijn naam stond, kon hij me er zo weer uitzetten. Misschien was alles opzet. Misschien was ik verliefd op het verliefd zijn.”

TRENDING