‘Het gaat niet om de bestemming, maar de reis zelf. Een vreselijk cliché dat compleet waar is’
doorGeraldine Kemper
doorGeraldine Kemper
Geraldine Kemper (35) is presentatrice, o.a. bekend van 3 op Reis en Big Brother.
“GOEIEMORGEN VAKANTIEGANGER, DE BUS GAAT VERTREKKEN’, ZEI DE BUSCHAUFFEUR MET IMPOSANTE SNOR. Ik was een jaar of tien en mijn moeder, zusje en ik stapten in de nachtbus naar Salou. Onderweg mochten we Franse frietjes eten, gemaakt door Franse frietenbakkers die een heel andere taal spraken dan wij. Dan was je pas écht op vakantie. Vakantie was Indiaas eten aan het strand in Spanje, smeltende ijsjes, witblond zomerhaar en kampioenschappen golven springen met mijn zusje, uiteraard met een diploma-uitreiking. Ik keek uit het raam en droomde voor me uit. Ga ik later als ik groot ben weer naar Spanje? En weer met de bus? Eén ding was zeker: ik zou dan alleen maar Franse frietjes en ijsjes eten.
Terwijl ik dit schrijf zit ik in een futuristische trein in Japan. Meer dan twintig jaar na die busreis naar Salou heb ik veel mooie reizen mogen maken. Ver weg en dichtbij, soms een week lang, nu al bijna acht maanden. Tuktuks, treinen, motors, boten en bussen brachten me langs ontelbaar veel kleuren en geuren naar prachtige bestemmingen. Maar zoals ze zeggen: het gaat niet om de bestemming, maar om de reis zelf. Een vreselijk cliché dat compleet waar is.
Want vaak zijn het juist de kleine dingen tijdens de reis die je onthoudt, in plaats van de tempel, kerk, vulkaan of stad. Een gesprek met een tachtigjarige Japanner leerde me de afgelopen week meer dan alle steden en tempels die ik de weken ervoor bezocht. Hij zei dat hij nooit het land uit ging, maar graag met toeristen sprak. Hij nodigde ons uit voor thee en noedels, stelde vragen en genoot van onze verhalen. Want los van kleur, nationaliteit, leeftijd of gender spreken we allemaal de taal van glimlachen. Nieuwsgierig zijn, zorgt voor verbinding met anderen. En nieuwsgierig reizen laat me niet alleen de wereld en andere culturen beter begrijpen, maar ook mezelf.
Hoe het nou met die jeugddroom zit? Later, als ik groot ben, wil ik nog steeds naar Spanje, of misschien zelfs wel verder. Want laten we eerlijk zijn: ook het cliché over dat groenere gras is waar. De verhalen van reizen zijn soms lastig te overtreffen, maar de friet en het ijs thuis zijn stiekem het lekkerst.•