‘Mijn vrouw en ik reageren net zo op de liefdes van onze kinderen als mijn ouders vroeger’
doorKluun
doorKluun
Kluun (61) is schrijver en puberexpert. Hij is getrouwd en heeft samen met zijn vrouw vijf kinderen.
‘JA, KALVERLIEFDE WAS HET WEL / Misschien ook min of meer een spel’ – Robert Long zong het al in de jaren zeventig, toen ik nog puber was. “Kalverliefde?” zei ik tegen mijn eerste vriendinnetje Hanny. “Onzin. Wij Zijn Voor Altijd.” Een half schooljaar later was het uit.
Fast forward naar nu. Mijn kinderen hebben intussen allemaal verliefdheden gehad, relaties, situationships en alles daartussenin. We hebben er nogal wat over de vloer gehad. Die ene die bij ieder bezoek zowat op schoot ging zitten bij onze dochter en haar dan als een schooiend hondje aanstaarde. Dat meisje dat dwars door ons heen liep en ons beschouwde als hinderlijke interieurstukken. En die gast die doodleuk uitgebreid zat te vertellen dat hij die zomer lekker een paar weken zonder ons kind op vakantie ging. “Dat is toch het fijnst, lekker vrij zijn.”
Ja, natuurlijk. Goeie reis.
We werden ook regelmatig verrast. Soms kwam er plots een ex uit de badkamer wandelen. Of bleek er ineens een ‘introducé’ te hebben gelogeerd, die we in de ochtend voorzichtig een slaapkamer uit zagen schuifelen. Met al die tijdelijke of semi-tijdelijke liefdespartners in huis valt me iets op: mijn vrouw en ik reageren niet echt anders dan mijn ouders vroeger.
We kunnen samen uren praten over de pro’s en contra’s van ieder typetje dat z’n entree maakt. We hebben snel een oordeel. Een oordeel dat we niet meteen met het verliefde kind in kwestie delen, maar dat is – weet ik nog van mijn eigen ouders – een kwestie van tijd.
Mijn vader en moeder mochten mijn eerste vriendinnetje niet. Als ik zou zeggen dat ze hun uiterste best hebben gedaan om haar naar de uitgang te begeleiden, dan zeg ik geen woord te veel. Ik beweer niet dat mijn vrouw en ik actief lobbyen om liefdesrelaties van onze kinderen te laten exploderen, maar onze voorkeuren zijn nauwelijks discreet te noemen. Ten kwade, maar ook ten goede: soms zijn we zó fan van een vriendje of vriendinnetje dat we, als het uit gaat, langer in rouw zijn dan ons kind. (“Eh pap, ik ben er al lang weer overheen hoor. Get over it.”) We liken demonstratief posts op social media van het ex-schoonkind en lobbyen soms zelfs om hem of haar weer eens te eten te vragen. In een van die gevallen kwam een ex de ochtend erna de badkamer uitlopen. Mijn vrouw moest een kreetje van geluk onderdrukken. We waren zo hoopvol dat we direct croissants gingen bakken.
“Volgende keer niet zo awkward doen, hoor”, zei ons kind oogrollend. “Het was gewoon een onenightstand, meer niet.”•
Dit artikel is afkomstig uit LINDA.253 – Zomer vol liefde, lees hier het hele magazine.
Lees hier meer columns van Kluun.