'Overvallen door de angst dat ik mijn kinderen zou grootbrengen in een wereld waarin te veel gebroken is'
doorJohan Fretz
doorJohan Fretz
Johan Fretz (39) is schrijver en columnist, hij woont samen en heeft twee kinderen.
JAMES, NET VIJF EN NU AL ZO PIENTER dat ik soms vergeet dat hij nog klein is en in een oogopslag betoverd kan worden door de magie van het fantasieverhaal. Ik gaf hem laatst een nieuw boek: Mijn Eerste Dierenatlas. Het zoeken van dieren vond hij leuk, maar ook een beetje saai. Hij was gefascineerd door iets anders: de continenten. Hij vroeg me wat dat was, een continent, en of al die continenten altijd los van elkaar hadden gezeten. Of was het eerst één land, dat op een dag per ongeluk eens brak? En: “Wat is een grens?”
Tja. Goede vraag. Wie bepaalde dat ooit, waar een land begon en ophield, van wie de grond was? Ik had gelukkig al eerder met dit bijltje gehakt. Op Koningsdag in april hadden we een boek op de kop getikt over ontdekkingsreizigers. Ik was niet bereid geweest de bewonderende verhalen klakkeloos aan mijn kind door te geven: we weten tenslotte best dat Christoffel Columbus en Vasco da Gama niet per se lieverdjes zijn geweest. Voor een vurig links hoorcollege geven over het kolonialisme leek het me echter ook weer wat vroeg. Als tussenweg legde ik mijn zoon toen maar uit dat ontdekkingsreizigers altijd aankwamen in een gebied waar zij zelf nooit eerder waren geweest, maar waar al wel heel lang andere mensen woonden. Toch zouden de ontdekkingsreizigers zeggen: “Mooi, dit land heb ik nu ontdekt.”
“Dat is heel raar, papa. Als ze dat bij ons huis zouden doen, is dat pikken, want wij wonen hier al en dit is ons huis. Toch?”
Ik knikte. Niet te veel moraal toevoegen, dacht ik. Hij dacht even na en zei: “Dan zijn het dus eigenlijk geen ontdekkingsreizigers maar ontdekkingsboeven.”
Ik keek in zijn grote donkere ogen en had een binnenpretje toen ik dacht aan de dag dat de juf me zou gaan vragen wie James in vredesnaam de term ontdekkingsboeven had aangeleerd.
Maar nu dan, op deze winteravond. Hoe zat het nou met de continenten? James wilde het antwoord weten. Zaten die ooit vast aan elkaar? Eens denken. Ja, volgens mij wel. Ooit, voordat de meteoriet kwam en de dino’s, die toch zo onsterfelijk hadden geleken, in één klap werden weggevaagd.
“Weet jij dat zeker, papa?”
Hij weet nog niet dat ik niet alles weet. Dat ik eigenlijk bijna niets weet. Zoals elk mens. Dus houd ik het overzichtelijk. De continenten, vertel ik, waren ooit één groot continent. Maar door de tijd heen braken ze en scheurden ze, dreven ze van elkaar af en namen ze allemaal ergens anders op de aardbol een eigen gekozen plek in … klaar om ‘ontdekt’ te worden misschien.
“Hoe worden ze dan weer heel?”, vroeg hij.
Ik dacht aan alle keren dat ik werd overvallen door de angst dat ik mijn kinderen zou grootbrengen in een wereld waarin te veel gebroken is om ooit weer heel te maken. Maar op deze avond leek het plots ook vrij simpel: de weg naar heelheid begint, realiseerde ik me, heel dicht bij huis. Wat vaker de luiken dicht doen, weg van de Toren van Babel, en met onverdeelde aandacht heel goed luisteren naar je eigen kind, omdat het antwoord op alle gebrokenheid bijna altijd al ligt besloten in hun wonderlijke, wijze vragen.•
Dit is Johans laatste column in LINDA.
Exclusief voor
LINDA.abonnees