Column

‘Vaak hebben mijn zoons al vier tosti’s, een gezinszak M&M’s en een energy bar op’

doorClaudia de Breij

Claudia de Breij (50) is cabaretière, zangeres en schrijfster.

Een wat oudere vrouw dan ikzelf keek naar mijn zoons, hun neuzen tegen de ruit gedrukt van de ijzerwarenhandel. Daarbinnen reden miniatuurtreintjes hun zinloze rondjes door een zorgvuldig gemodelleerd kunststof sneeuwlandschap. Op één wagonnetje stonden hun namen. Het geld dat we daaraan hadden uitgegeven ging naar een goed doel, maar anders had ik het er ook voor overgehad. “Jaaa!” riepen ze elke keer als het karretje voor ze langs tufte, iets wat vrij nauwkeurig om de tweeënhalve minuut gebeurde.
Miniatuurtreinen hebben nooit vertraging. Alles is mooier in de wereld van de modelbouw. Nou ja, alles líjkt mooier in die kleine wereld, van buitenaf gezien. Wel vermoeiend dat mijn kinderen er geen genoeg van konden krijgen en inmiddels al zeker twaalf keer hun wagonnetje voorbij hadden zien komen. “Zullen we zo gaan, jongens?”
Ik was (toen nog) een jonge, vermoeide moeder met twee half aangevreten kaasstengels van de bakker in haar hand. De oudste hoefde hem na twee happen al niet meer. De jongste had ineens ook geen trek. Hij had erop gesabbeld en de smaak was eraf, dus het kleffe restant duwde hij in mijn handen. “Mag jij hebben”, zei hij gul. Ik nam een hapje van de natte sliert.
“Het is zó om”, zei de vrouw met een weemoedige glans in haar ogen.

“Mijn oudste gaat al bijna het huis uit.”
Een geforceerde glimlach lukte me nog wel. Het was een aardige vrouw. Maar haar verhaal ging langs me heen. Snel? Het gaat zo snel? Man, ik zit al vanaf acht uur vanmorgen af te tellen tot de oppas komt en ik íéts van werk kan verzetten, dacht ik.
Dit is inmiddels tien jaar geleden. De treintjes staan weer in de etalage van de ijzerwarenzaak. Ik hoef er niet meer te blijven staan, de namen van mijn jongens zijn vervangen door die van andere kinderen. Mijn zonen hebben lage stemmen en brede schouders. Als ik nu langs het winkeltje loop, is het met boodschappentassen vol goedbedoelde volkorenboterhammen en bananen. Soms eten ze het gretig op. Vaak hebben ze al vier tosti’s, een gezinszak M&M’s en een energy bar op.
Voor de winkelruit staat een vermoeide vrouw. Ik probeer haar blik te vangen, maar zij kijkt in een onvermoede verte, kauwend op een verweesd croissantje. Achter haar staan een meisje en een jongen, hun neuzen tegen het raam gedrukt. “Kijk! Dat is onze trein! Mama, mama, kijk dan. Ze zijn er weer!” Ik ben vertederd. Alles lijkt mooier in die kleine wereld, van buitenaf gezien.
Ik wil het bijna zeggen, maar hou me in. Ze heeft er nu niks aan.
Als ik ooit die oudere dame weer eens tegenkom, zal ik wel vertellen dat ze gelijk had.

TRENDING