Het wordt tijd dat mensen begrijpen wat geweld doet met een kind. Dat je – als slachtoffer – begrijpt dat niet jij, maar zij fout zaten. Daarom blikt Roos* wekelijks terug op haar eigen jeugd.
Kun je niet over je verdriet praten, dan uit het zich wel lichamelijk.
Trigger warning: dit artikel gaat over geweld en mishandeling.
Al dagenlang heb ik zo’n raar gevoel in mijn buik. Nu de steken erger worden moet ik van mama naar de dokter. Hij ziet hoe ik dubbelklap in de stoel, en verwijst ons door naar het ziekenhuis. Dit zou weleens een blindedarmontsteking kunnen zijn.
Via de spoedeisende hulp naar een kamer waar een mannelijke arts vraagt mijn kleren uit te trekken. Voordat ze denken aan mijn blindedarm, willen ze eerst kijken of ik geen aambeien heb. Ook moet ik in een potje plassen.
Dan volgt een echo, maar er is niks te zien. De buikpijn komt door stress, denken ze. Alles zit daar opgehoopt. Het doet zo’n pijn.
Ik ben niet verdrietig omdat mijn ouders net gescheiden zijn. Volgens de volwassenen om mij heen moet dat wel: je wilt toch dat ze voor altijd bij elkaar blijven?
Niet als ze elke dag ruzie maken, en je vader zijn frustraties uit op jou.
Na de scheiding kan ik zelf kiezen of ik bij mama of papa slaap. Ben ik niet meer élke dag een kutkind. Bij mama wordt er nergens meer over gesproken, daar moet ik elke dag blij zijn. Want het is voorbij. Bij papa heb ik kans op klappen, al doet hij nu wel meer zijn best. Ik kan hem toch niet teleurstellen door nooit meer langs te komen?
Die avond lig ik in bed en kijk ik naar het brandalarm. Als het lichtje tien keer knippert kan ik rustig slapen. De avond erna staat de teller op twintig. Een week later moet ik het lampje honderd keer zien flikkeren, voordat ik in slaap val. Anders gebeurt er iets vervelends.
Ga ik wel of niet naar mijn vader? Wie beschermt mijn zusje als ik er niet ben? Waarom wil mijn moeder niet over vroeger praten? Waar moet ik met mijn verdriet naartoe? Ik wil helemaal niet elke dag blij zijn.
Het doosje met medicijnen staat voor mijn neus. Ik leg ze een voor een voor mij neer. Wat gebeurt er als ik deze allemaal tegelijk neem? Is er dan iemand die mij redt? Gaat iemand mij wel missen als ik er niet meer ben?
Huilend gooi ik alle doosjes door de kamer. Ik voel mij zo boos, maar dat gevoel kan nergens naartoe. Zelfs dit kan ik niet.
Naast mijn middelbare school staat het ziekenhuis, waar ik een paar weken geleden werd onderzocht. Ik heb dit keer zelf de bus genomen, en sta weer voor de grote automatische deuren. Vanaf vandaag moet ik elke week praten met een vrouw die ik niet ken. Over vroeger.
Ik wil zo graag normaal zijn.
De naam in dit artikel is om privacyredenen gefingeerd. Wil je in contact komen met Roos? Stuur dan een mail naar redactie.nieuws@linda.nl.
Worstel je met suïcidale gedachten? Praat er dan over. Bel 0800-0113 of ga naar www.113.nl. Vermoed jij huiselijk geweld in jouw omgeving? Dit kun je doen.
