Eva* (32) is na jaren samenwonen weer vrijgezel, en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na de leukste date ooit of bindingsangst (bij beide partijen): het is gewoon ruk.
Toch blijft ze het proberen, want iedereen wil af en toe wat gefriemel aan het lichaam. Deze keer: de chefkok.
Hij en ik hadden gemeenschappelijke vrienden, zo hadden we elkaar al een paar keer ontmoet. Toch duurde het ruim een jaar voor de vonk enigszins oversprong en we onze eerste zoen hadden. Die week erna vroeg hij of ik wat met hem wilde eten – en natuurlijk wilde ik dat. Dit was immers voor mij a long time coming, want het had nogal een tijdje geduurd tussen ons.
Of ik het goed vond om bij hem thuis wat te eten, want hij zat nogal krap bij kas. Normaal gesproken spreek ik niet thuis af tijdens een eerste date, maar omdat we gemeenschappelijke vrienden hebben en ik hem al een tijdje kende, stemde ik toe. En daarnaast: hij was kok van beroep, dus had ik ook wel hoge verwachtingen van dit etentje in zijn thuisrestaurant.
Ook vond ik het heel attent dat hij polste wat mijn favoriete eten was, en reageerde heel blij toen ik hem vertelde dat dat Aziatisch was. “Dat is mijn specialiteit!”, zei hij enthousiast. Nou, kijk eens aan. Dit had alle ingrediënten om een geweldige date te worden. Behalve dat eigenlijk alles al mis ging vanaf moment één dat ik binnen kwam.
Een onaangename walm kwam me tegelijk tegemoet, nadat hij me haastig had binnengelaten en weer was terug gerend naar de keuken. Deze walm kende ik maar al te goed: aangebrand eten. Dat ben ik gewend in mijn eigen keuken, maar hé: ik ben dan ook geen chefkok. Deze man wel.

De zelfgemaakte samosa’s die hij als voorgerecht had willen opdienen, waren nagenoeg verkoold. Geen idee hoe dit verkeerd kon gaan, want een timer op een oven zetten kan ik zelfs nog. De twijfels over dit sterrendiner begonnen langzaamaan op te komen, zeker toen ik bedacht dat ik eigenlijk niet wist in welk restaurant hij eigenlijk werkte.
De mislukking van de samosa’s was voor hem een flinke tegenslag, bleek al snel. Dat viel hem zó zwaar dat we erna een half uur op de bank hebben gezeten terwijl ik hem een peptalk gaf ‘dat het heus niet uitmaakte’ en ‘we hebben toch nog het hoofdgerecht?’
Dat meende ik overigens ook echt, maar ik begon inmiddels best hongerig én dorstig te worden, want Samosa-gate had hem zo aangeslagen gemaakt, dat hij nog niet had aangeboden of ik wat wilde drinken.
Maar dat hoofdgerecht had hij in de middag al voorbereid én was goed gelukt, zei hij vol trots, dus het zou dan toch nog goed komen. En toen ik eindelijk een glas wijn kreeg, begon ik dat bijna weer te geloven.
Eenmaal aan tafel diende hij een heerlijk ruikende, en geweldig uitziende, groene curry op. Wat ik toen nog niet wist, is dat dit de pittigste groene curry known to mankind zou zijn.

Ik ben in Thailand geweest en geloof me: zelfs daar zouden ze wegfikken van deze cijfers op de schaal van Scoville. Dit was simpelweg oneetbaar.
En dus deed ik wat ieder conflictvermijdend persoon zou doen; ik heb wat happen witte rijst genomen en vervolgens professioneel mijn eten verschoven, zodat het leek alsof er toch nog wat van het bord gegeten was.
Toen ik opkeek zag ik hem precies hetzelfde doen, met zweetdruppels op zijn voorhoofd en tranen in zijn ogen. Ik weet nog steeds niet of die tranen van de pittigheid waren of van het verdriet dat hij als chefkok gefaald had.
Dat zal ik ook nooit weten, want ik kreeg zo’n gigantische buikpijn van De Pittigste Curry Op Aarde dat ik het nog geen uur meer heb uitgehouden en vervolgens in foetushouding in mijn eigen bed ben gaan liggen.
Hij appte dat ik een aansteller was en bovendien ondankbaar, waarna ik hem gelijk heb geblokt. Wel heb ik gepolst bij onze gemeenschappelijke vrienden waar hij eigenijk werkte dat hij zichzelf chefkok noemt. Het bleek een toeristische hamburgerzaak te zijn.
*Eva’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
