Eva* (31) is na jaren samenwonen weer vrijgezel, en dat bevalt prima. Op het daten na. In sprookjes gelovende mannen die nog thuis wonen, geen gehoor meer na ‘de leukste date ooit’ of bindingsangst (bij beide partijen):”het is gewoon ruk.”
Toch blijft ze het proberen, want iedereen wil af en toe wat gefriemel aan het lichaam. Deze keer: het eerste vriendje.

Om te begrijpen waarom we vastlopen in het heden, moeten we soms terug naar het verleden. En om eerlijk te zijn, verliep ook daar mijn liefdesleven niet bepaald vlekkeloos. Als vijftienjarige was ík degene die van het spelletje aantrekken-afstoten hield, en degene die niet in staat was om een gezonde relatie aan te gaan.
Ik vond het doodeng wanneer iemand dichtbij kwam. En toen ik mijn eerste vriendje kreeg, heb ik hem dan ook tot drie keer toe afgewezen. Met in mijn achterhoofd de hoop dat hij voor mij zou vechten. Zou hij terugkomen, dan was dat het bewijs dat ik ertoe deed. Dat gevoel kon ik toen namelijk nog helemaal niet uit mezelf halen.
Maar nadat ik voor de derde keer had gezegd dat ik toch niet zo zeker was van onze relatie, kwam hij – uiteraard heel logisch – niet meer terug. En ik raakte in paniek. Want nu had ik het echt verpest, terwijl ik toch hartstikke verliefd op hem was.

Dus bedachten mijn beste vriendin en ik een plan. We zouden hem uitnodigen bij haar thuis, want haar ouders waren er die avond niet. Ook zij nodigde een jongen uit. Een dubbeldate dus, maar ondertussen een vooropgezet plan. Zij zou die avond wel even met hem praten, en dan zou hij álles begrijpen. Ja, wij zaten echt vol goede ideeën in die tijd.
En hij kwam. Daar stond hij, nog één keer, om mijn verhaal aan te horen. Maar dan vanuit de mond van mijn beste vriendin. Hoopvol wachtte ik af, en toen ze samen de woonkamer binnenkwamen, verwachtte ik dat hij mij weer in zijn armen zou sluiten. Hij had tenslotte nog mijn ketting inclusief hartje, met daarop míj́n naam.

Maar zoals je ondertussen wel zult begrijpen, gebeurde dit niet. Ze namen samen plaats op de bank, naast elkaar. Het gesprek ging niet meer over mijn puber-relatie, maar over de interesses van mijn beste vriendin. Zijn hoofd zakte neer op haar schoot. Daar lag hij dan, in de armen van mijn beste vriendin. Terwijl ik nog steeds op de bank tegenover hen zat, naast háár date.
Huilend ben ik naar haar slaapkamer gerend, met de date van mijn beste vriendin achter mij aangesneld. Hij was de enige die wilde weten hoe het met mij ging. Al was dat – licht vermoedend – enkel uit eigen belang. ‘Nu zij samen zijn, kunnen wij toch wel zoenen?’, zei hij o zo troostend.
Het kettinkje met daarop mijn naam heb ik teruggekregen, mijn beste vriendin heb ik de volgende dag van Hyves verwijderd.
*Eva’s naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
