Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl wekelijks het vuur na aan de schenen. Deze week is Nazmiye Oral (52) aan de beurt. Over haar ‘badass’ rol in ‘Undercover 3’, over authenticiteit en jezelf vertrouwen.
Je speelt een van de hoofdrollen in het derde seizoen van de hitserie ‘Undercover’. Heb je geschoten?
“Daar ga ik niks over zeggen, ik heb overal mijn mensen voor – haha! Toen ik het script had gekregen en de eerste twee seizoenen van de serie zag, dacht ik: wauw, Jezus wat goed! Zo ‘juicy’ en lekker. En dan ook nog een sterke, ‘badass’ vrouw spelen.”
De derde aflevering van dit seizoen heet ‘trust issues’. Hoe zit het met jouw ’trust issues’?
“Die heb ik wel lang gehad in mijn leven, ja – en terecht ook. Als je als kind op je zesde naar je opa en oma wordt gebracht en je ziet je ouders daarna vier jaar niet, dan vind ik dat logisch. Dat je denkt: onthouden. Als mijn ouders dit kunnen doen, kan ik niémand vertrouwen. Maar als je vervolgens ouder wordt en besluit dat je vanuit dat wantrouwen niet wil blijven leven, moet je dat weer terugvoeren tot een soort realisme. Dus ik heb geleerd dat je, om anderen te kunnen vertrouwen, eerst en vooral jezelf moet vertrouwen.”
Je was dit jaar een van de gasten in Zomergasten. De rode draad door je gesprek en je fragmenten was precies dit: autonomie, loskomen van groepsdruk.
“Als je zoals ik opgroeit in een huishouden en een gemeenschap waarin de ander voor jou wil beslissen wat je moet doen en dragen en hoe je je leven moet leven, dan is er weinig andere keuze dan óf dat volgen, óf besluiten dat je dat niet wil. Ik denk dat ik al vrij snel ontdekte dat er voor mij maar één manier bestaat van leven is, en dat is vrij zijn. Het leven kunnen toelaten zoals het is, en dan niet vervormd of beperkt door allerlei restricties die je zijn opgelegd. We zijn allemaal geprogrammeerde machines, onze hersenen moéten ook categoriseren, maar volwassen zijn betekent voor mij dat je écht leert nadenken. Ik heb daar lang over gedaan.
Authenticiteit is niet alleen weten wie je bent en wat je wilt, maar moet volgens mij ook neerkomen op een soort verzadiging van binnen, zodat je niet steeds hongerig bent naar de aandacht en bevestiging van de ander. Dan kom je dus uit bij termen als zelfrespect en zelfliefde, die allemaal zijn verneukt – sorry, ik kom even niet op een ander woord – door enerzijds sarcastische mensen en anderzijds allemaal zelfverklaarde goeroes. We kunnen er daarom lacherig over doen, maar het is voor mij echt het pad naar volwassen zijn. Als jij geen goed beeld hebt van jezelf, geen vrede hebt met alles dat daar leeft, goed of niet goed, als jij geen respect hebt voor jezelf, niet je eigen beste vriend bent, dan kun je ook niet jezelf troosten en je eigen bullshit ondervangen. En dan raak je niet onafhankelijk van de liefde en het respect van de ander.”
Je bent de enige gast ooit in het programma die een cadeautje bij zich had voor de presentator.
“Tot in de taxi naar de studio was ik nog aan het twijfelen of ik het moest geven. Ik schaamde me een beetje, ik dacht: het lijkt misschien of ik haar wil omkopen. Toevallig belde Adelheid Roosen me in de taxi en die zei: ‘Gewoon doen, volg je instinct’. Ik zei: ‘Ja, maar ik wil niet dat Janine Abbring denkt dat ze dan niet meer kritisch mag zijn’. Toen zei Adelheid: dan moet je dat er bij zeggen. En zo heb ik het gedaan. Adelheid is mijn regisseur, maar niet alleen als actrice, dat bleek maar weer.”
Je hebt een jaar lang een column gehad in De Gelderlander. In je afscheidscolumn schreef je onlangs ‘wortelen is wel een dingetje’.
“Arnhem was voor mij de plek waar ik wóónde, meer niet. Ik at er niet, ik werkte er niet, ik leefde er dus niet echt. Die column schrijven paste ook wel bij het Covid-jaar: lekker dicht bij huis, meer aandacht voor het kleine. Al hou ik uiteindelijk niet van columns, denk ik: in 360 woorden kun je niet gelaagd zijn.”
Toen De Zitting werd uitgezonden, de bejubelde film waar jij in speelde en waarin verkrachting het onderwerp was, schreef jij op je Instagram: ‘Er is nog zoveel werk te doen en nog zoveel scheef dat recht moet’. Waar doelde je toen op?
“Ik weet dat er regels moeten zijn, wat dan leidt tot definities waarbij er pas sprake is van verkrachting wanneer er zo- en zoveel centimeter penetratie door de penis heeft plaatsgevonden. Maar ik vind dat er weinig rekening wordt gehouden met de emotioneel-psychologische toestand van een slachtoffer. Ook in de publieke opinie: nog steeds zijn we geneigd te denken in zinnen als, ‘O dus je liep dus zo laat daar alleen op straat, in dié kleren?’ ‘O, dus je bent dus met hem of haar mee naar huis gegaan?’ ‘Je hebt dus met hem meegedronken?’ of ‘Maar je hebt dus geen een keer ‘nee’ gezegd?’ Dit kan allemaal waar zijn, maar dan wilde je het nog steeds niet. Het idee blijft maar bestaan dat een verkrachting zich vanwege het gebrek aan hard bewijs vaak in een grijs gebied afspeelt, maar het ís niet grijs.”
Jouw Covidjaar 2020 eindigde wel heel goed: je werd ten huwelijk gevraagd.
“Op 21 december, op een berg in Italië. Kijk!’ Nazmiye toont de ring. ‘I’ve got a ring! Die gaf Marcel me, op zijn knieën in de sneeuw.”
Je zou het afgelopen jaar op tour gaan met je moeder, rond Niet Meer Zonder Jou, de film over jullie. Dat ging door datzelfde Covid niet door. Hoe lang heb je daarvan gebaald?
“We zouden naar Duitsland gaan, Noorwegen en Istanbul, en er was al een aanvraag uit Amerika. Het was even balen, maar ik ben heel flexibel. Ik denk dan: oké, dan niet. Er komt wel weer iets anders.”
Jouw aanstaande man Marcel en jij hebben dertig jaar geleden al gedatet. Voor veel mensen zou het verleidelijk zijn om te fantaseren over het scenario waarin jullie toen al een relatie hadden gekregen. Waarin jullie dus dertig jaar meer samen hadden gehad. Zo te horen ben jij niet zo gevoelig voor die verleiding.
“Nee. Natuurlijk hebben we het er wel eens over gehad, maar voor mij is het helder dat het op déze manier moest gebeuren, dit was kennelijk de tijd. En ik stel me dat scenario niet eens voor, want dat zou betekenen dat ik mijn twee dochters niet zou hebben en hij zijn twee prachtige kinderen niet, dus waar hebben we het over? Bovendien, ik ben 52 en hij is 51. Als je jonger bent, vind je dat vast oude mensen, maar ik voel me nog superjong, dus ik denk: we zijn precies op tijd!”
Foto: Bob Bronshoff