In de rubriek ‘monumentje’ brengen lezers een ode aan een overleden geliefde, vriend of familielid. Deze week herdenkt Nicole haar nichtje Marlotte, die op 27 december dertig zou zijn geworden.
Geschreven door Nicole Velthuis ter nagedachtenis aan haar nichtje Marlotte Baas (27-12-1990 – 28-12-2019).
Marlotte was in alles de betekenis van het woord lief. Het sprak uit de zorg voor haar broertje, het zat in de gerechten die ze maakte, in haar belangstelling voor anderen, en in de warme sfeer van het restaurant dat ze runde met haar vader.
Het zat in de aandacht en attenties die Marlotte als grote nicht had voor ons gezin, hoe ze ervan genoot als we met het tiental samen waren: opa, oma en onze twee gezinnen. Een blijk van haar liefde was ‘haar’ symbool van een klavertje vier; dat stond voor het hechte en liefdevolle gezin dat ze vormde met haar ouders en haar broertje.
Marlotte was ook enorm verantwoordelijk en overzag altijd alles. Toen ze dertien maanden oud was, werd haar broertje Milan geboren. Hij had Downsyndroom. Zo klein als ze was, ontwikkelde Marlotte een zintuig waarmee ze haar broertje altijd in de gaten hield – en ervoor zorgde dat hem niets kon overkomen.
Ze maakte stedentrips met opa en oma en had dan alles al voorbereid en geregeld. Toen ze besloot om samen met haar vader Restaurant Akkeroord over te nemen, nam ze een groot stuk van de bedrijfsvoering en beslissingen voor haar rekening. Ze bepaalde daarmee voor een belangrijk deel het succes van het restaurant. Niemand is onmisbaar, hoor je wel eens – Marlotte is dit wel.
Met ons tienen vierden we op 27 december 2019 haar 29ste verjaardag. Precies zoals ze het graag wilde. Moe van de drukke kerstdagen in het restaurant gaf ze zich over aan de gezelligheid en verwennerij bij opa en oma. Oma bereidde haar lievelingsmaaltje, samen rond de tafel, ieder op zijn vertrouwde plek. Fijne gesprekken, grote pret en dan klonk haar heerlijke lach. Ze maakte plannen met opa en oma voor hun volgende stedentrip naar Wenen. En het ging die avond vooral over de vakantie die voor de deur stond. Met z’n vieren naar Fuertaventura, wat keek ze hier naar uit.
Ze zouden haar om half drie ’s nachts ophalen bij haar appartement. Ze zou naast haar broer op de achterbank schuiven. Ze zouden het vliegtuig nemen van zes uur. Ze zou op tijd klaar hebben gestaan met haar gepakte koffer. Maar ze stond er niet. En ze deed de deur niet open. Haar ouders forceerden de voordeur en vonden Marlotte op haar bank. Ze was dood. Zomaar, ineens, uit het niks. Dat telefoontje die nacht, de ontreddering, het ongeloof, het was niet te bevatten. Ons lieve nichtje, we waren gisteren nog bij elkaar. Ze bleek te zijn overleden aan een plotselinge scheur van haar aorta.
Onze zoon van toen nog tien jaar liet zich meteen troosten die nacht. Hij wilde huilen en praten, en probeerde te begrijpen waarom je zomaar dood kon gaan. Waarom Marlotte er ineens niet meer was. Onze dochter, toen veertien, trok zich eerst terug, maar even later gaf ook zij woorden aan alles dat door haar hoofd ging. Het was zulk diep verdriet, zulk groot ongeloof, ze zei lieve dingen, gekke dingen, ze praatte van zich af. Toen zei ze: ‘Marlotte is er ook niet meer om later voor Milan te zorgen’. Maar dan ben ik er nog én ik ga dat doen.
Het bracht in die donkere nacht een sprankje licht; zij is ook een beetje Marlotte. Dat is de hoop en wens die overblijft. Laten we allemaal een beetje meer Marlotte zijn.
Lees ook
Lisette herdenkt nichtje Maxime: ‘Ik knalde uit elkaar van trots als we samen door Amsterdam liepen’