Veel, weinig, tantra of kinky. In de rubriek (On)gewone seks vertellen vrouwen over hun avonturen in de slaapkamer. Alle varianten en voorkeuren komen langs. Deze week Eva: ‘Ik heb geen ervaring met seks, zelfs niet met een potje flirten.’
Ik sta in een club, voor de éérste keer in mijn leven. Een beetje verveeld hang ik aan de bar. Ik nip van mijn drankje. Muziek beukt uit de speakers, mijn oren suizen. Een jongen met golvend bruin haar komt naast me staan en zegt wat. Ik buig naar hem toe, in een poging hem te verstaan. We praten, of – ik kan beter zeggen – schrééuwen in elkaars oor, over en weer. Hij is spontaan, vriendelijk en geïnteresseerd.
Mijn vriendin komt terug van de wc. Achter de rug van de jongen staat ze een tijdje naar ons te kijken. Dan gebaart ze naar mij en schudt ze met haar hoofd.
Ik verontschuldig me en loop naar haar toe. ‘Wat ís er?’ ‘Hij probeert je te versieren.’ Ik kijk verbaasd over mijn schouder, naar de jongen. ‘Echt?’ Ziet een avance maken er zó uit? Ik graaf in mijn geheugen. Hoe vaak ben ik eerder al versierd, zonder het door te hebben? Mijn vriendin knikt resoluut. ‘Geen twijfel over mogelijk.’ Ze moet lachen en trekt me mee naar de uitgang. We gaan, gelukkig.
Even later nemen we buiten afscheid. Zo, dit heb ik ook weer geprobeerd. En ik weet heel zeker: het was eens, maar nooit weer. Op de fiets naar huis denk ik aan de versierpoging die ik aanzag voor vriendelijkheid. Het is niet dat ik naïef ben. Ik heb simpelweg geen ervaring waar ik uit kan putten. Geen ervaring met de liefde, geen ervaring met seks, zélfs niet met een potje flirten. Mijn hele leven lang ben ik niet romantisch aangeraakt, niet gestreeld, of gekust. En dit alles staat ook niet op de planning, want ik ben aromantisch en aseksueel.
Thuis kruip ik in bed met een boek. Ironisch genoeg verslind ik juist de verhalen waarin de liefde de hoofdrol speelt. Als ik lees over seks voel ik geen weerstand – weerstand ervaar ik alleen als ik me voorstel dat ik het zélf moet doen. Of weerstand is misschien niet het goede woord. ‘Complete desinteresse’ is een betere omschrijving van mijn gevoel over seks.
Accepteren dat ik geen romantische liefde zal kennen, is een rouwproces geweest.
Het is gek hoe ik iets kan missen wat ik nooit heb gehad, iets dat ik nooit écht heb gewild. Dat komt omdat onze samenleving doordrenkt is met de romantische liefde. Hoeveel Nederlanders er ook single zijn, frustrerend genoeg blijft een relatie met een geliefde de norm. De romantische liefde speelt een nog veel grotere rol dan seks. Het is jammer dat ik de vorm van liefde, die veel mensen als de hoogst haalbare zien, nooit zal ervaren. Maar het is oké. Het duurde even, maar inmiddels ben ik blij en tevreden over de loop van mijn leven.
Op mijn twintigste kwam ik uit de kast. Niet iedereen in mijn omgeving nam me in eerste instantie serieus. Mijn ouders dachten: ah, dat komt nog wel, je bent jong. En zelf heb ik ook lang gedacht dat ik gewoon een laatbloeier was. Maar jaren verstreken en er veranderde niks op het vlak van liefde en seks. Ik ging op onderzoek uit. Waarom waren de emoties die het leven van mijn vriendinnen beheersten mij vreemd? Waarom kende ik geen verlangen, liefdesverdriet of jaloezie, waarom viel ik niet op jongens óf meisjes?
Online stuitte ik op een hele community van mensen die net als ik geen seksuele aantrekkingskracht ervaren. Sommigen daarvan verlangen, net als ik, niet naar een liefdesrelatie. Zij brachten precies onder woorden wat ík voelde: die herkenning betekende veel voor me. Inmiddels heb ik goede vrienden gemaakt in de aromantische en aseksuele community. Zij begrijpen wérkelijk dat ik geen partner of kinderen wil, dat ik niet erotisch aangeraakt wil worden.
Ik ben gelukkig. Maar het is niet altijd leuk dat ik mijn eigen boontjes moet doppen. Veel dingen zijn makkelijker met zijn tweeën: een huis kopen, om maar wat te noemen. Ik kan goed alleen zijn, maar ik ben geen eenling. Ik ben sociaal, ik geniet van contact, van verbinding. Feit is alleen: de romantische relatie komt bij haast iedereen op de eerste plek, samen met het gezin. Toen mijn beste vriendin verliefd werd, zag ik haar ineens nog maar weinig. Dat was pijnlijk en confronterend. Ik ging me afvragen: hoe ga ik mijn leven eigenlijk inrichten, zodat ik niet te veel tijd alleen doorbreng straks?
Dat zijn dingen waar ik over na móét denken. Ik investeer veel in vriendschappen met mensen die net als ik aseksueel en aromantisch zijn. Wij zitten in hetzelfde schuitje. We zijn er voor elkaar en vervullen de rollen die traditioneel gezien bij liefdespartners horen. Ik zal niet het standaard ‘huisje-boompje-beestje-pad’ bewandelen. Ik bewandel mijn eigen unieke pad. Het verschilt van wat ik in mijn boeken lees, maar mijn leven is daarom niet minder rijk, avontuurlijk, of boeiend.’