Haar dochter is inmiddels bijna drie jaar, maar haar geboorte heeft bij Delicia Çelik (30) diepe littekens nagelaten. Door medische complicaties overleefde ze haar bevalling bijna niet. Nu ze opnieuw zwanger is, spookt dit trauma door haar hoofd.
Ze vertelt LINDA.meiden telefonisch haar verhaal.
Eerste zwangerschap
Delicia Çelik (30) en haar partner zijn al een tijdje samen als ze hun kinderwens willen waarmaken, maar het duurt even voor de daadwerkelijk zwanger wordt. “Nadat ik mijn spiraal had laten verwijderen, duurde het ongeveer anderhalf jaar. Mijn eerste zwangerschap mondde uit in een miskraam.” Ze merkte dat de druk om zwanger te worden groot was. “Toen ik mezelf van de druk verlichtte, zag ik ineens twee streepjes op de test staan.”
“De eerste drie maanden waren enorm zwaar. Ik had last van de bekende zwangerschapskwaaltjes. Daarna was het enkele maanden heel fijn en in mijn laatste trimester werd het lichamelijk zwaar.”
Bevalling
De 30-jarige volgt geen zwangerschapscursussen omdat ze op dat moment middenin de coronapandemie zit. “Ik ging er blanco in. In mijn 38e week werd ik ’s ochtends wakker met hevige buikkrampen. Op dat moment had ik niet door dat het mijn weeën waren. Ik wilde het uitzitten. Toen ze aanhielden, belde mijn vriend de verloskundige.
Drie kwartier later stond ze op de stoep en bleek ik al zeven centimeter ontsluiting te hebben. Ik moest per direct naar het ziekenhuis. Ik protesteerde nog door te zeggen dat ik moest werken”, vertelt ze ons lachend. “Daar is niets meer van gekomen, zoals je begrijpt. Ik was niet bang voor de bevalling of de pijn, maar wel om dood te gaan.”
Eenmaal in het kraamhotel, dat aan het ziekenhuis verbonden zit, krijgt ze een weeënstorm. “Ik had zo veel pijn en bleef denken: ik kan dit niet. De geplande bevalling in bad, werd niets. Toen ik op bed lag, moest ik een banaan eten. Maar door de aanhoudende misselijkheid kwam het er meteen weer uit.”
Vanaf dan gaat hel snel. “Tijdens het persen kreeg ineens paniek en ik kan nog steeds niet verklaren waar dat vandaan kwam. Ik vond het ineens heel eng. Mijn dochter was er bijna uit toen ik mijn schaambot omhoog zag komen; ik was uitgescheurd. Enkele minuten daarna kwam ze ter wereld. Ik voelde meteen verlichting van de pijn en druk, maar zag extreem veel bloed toen ik naar beneden keek.”
Operatie
De kersverse moeder heeft al snel door dat er iets niet goed zit. “Kort nadat mijn dochter op me was gelegd, werd ze weggehaald. De verpleegkundigen probeerden een infuus aan te leggen, maar dat mislukte. Plots kwamen er vier mensen de kamer binnen en werd ik van het kraamhotel naar het ziekenhuis gerold. Wat bleek? Ik had een scheurtje in mijn baarmoederwand en mijn baarmoedermond wilde niet sluiten, waardoor ik enorm veel bloed verloor. Ondanks dat ze hun best deden de paniek te verbergen, zag ik dat het niet goed was. Ik, daarentegen, voelde me lekker. Door het bloedverlies voelde het alsof ik drugs op had. Er werd mij en mijn partner niet verteld wat er aan de hand was. Onderweg naar de operatiekamer zei ik tegen de verpleegkundigen: ‘Jullie moeten nu iets doen anders ben ik weg.'”
De daaropvolgende uren wordt er met man en macht gewerkt aan het herstellen van Delicia’s complicaties. “Voor mijn partner was dit ook heftig. Hij werd alleen achtergelaten met een pasgeboren baby en kreeg geen zekerheid of ik terug zou komen.”
Ze verloor ongeveer 3 liter bloed. “Dat is meer dan de helft van wat een mens in het lichaam heeft zitten. Ik was bijna dood, maar dat gedeelte boeide me nog het minst. Het idee dat ik een kind en partner zou achterlaten, deed me het meest.”
Het zit niet in Delicia’s aard om bij medici aan de bel te trekken en dus volgt ze geen therapie om haar trauma te verwerken. “Het slijt met de tijd, maar zit er nog wel. Als ik een bevalling op tv zie, word ik wel getriggerd.” Al overweegt ze nu wel om hulp te zoeken. “Niks doen is geen optie meer.”
De nasleep van haar bevalling zorgt er ook voor dat zowel als haar partner het bij één kind willen houden. “We waren geschrokken van hoe het was gelopen. Toch raakte ik weer zwanger en heb ik het vroegtijdig laten afbreken. Ik wilde op dat moment geen tweede kind. Maar de maanden na de abortus was ik erg depressief.”
Dus als een jaar later blijkt dat ze weer zwanger is, kan ze het niet nog eens laten weghalen. “Ik wilde me nooit meer zo verdrietig voelen. Mijn partner en ik moesten even wennen aan het idee, maar waren al snel blij met het vooruitzicht van ons tweede kindje.”
Met haar artsen maakt ze geen speciaal plan voor haar tweede bevalling. “Door de complicaties ben ik nu wel een medisch geval. Dat betekent dat ik niet meer in het kraamhotel mag bevallen en ze in het ziekenhuis een extra oogje in het zeil houden. Ik weet wel dat ik geen lachgas wil. Er werd me na mijn operatie namelijk verteld dat ik een verpleegkundige had uitgescholden omdat ze me wilde helpen.”
Geen roze bubbel
Waar sommigen de bevalling en kraamperiode door een roze bril zien, is de 30-jarige realistisch. “Het is echt niet allemaal zo mooi. Die pijn is in mijn hersenen gegrift, ik snap niet dat anderen zich er niets meer van herinneren. Daarnaast zijn de eerste paar maanden, gebroken nachten en uitvinden wat je precies doet ook niet alleen maar leuk. Het is ook zwaar en daar mogen we best wat eerlijker over zijn.”