Mannen zijn brutaal. Hondsbrutaal. Als ik de profielteksten op Tinder lees, denk ik vaak: Waar haal je het lef vandaan? Zo had ik een tijd geleden een match met een communicatiedeskundige. Je zou toch zeggen dat die weet hoe hij een gesprek moet aangaan. Zijn openingszin was: ‘Hallo mooie dame. Wat was het wat je zo aantrekkelijk vond aan mijn profiel?’
Ik antwoordde: “Wat een kut-openingszin. Het moet dus direct over JOU gaan. En daarmee vind ik helemaal niets aantrekkelijk aan jou!” Zijn response was dat hij me als een haas ontmatchte.
Dan worden er ook heel wat eisen gesteld: slank, spontaan, passievol en hartstochtelijk (ze bedoelen een geil wijf, maar dat staat niet netjes). Open minded ook reuze gewild, waarmee ze eigenlijk bedoelen dat je niet te moeilijk moet doen als ze vreemdgaan en een trio tot de mogelijkheden behoort. Nu mag je natuurlijk eisen wat je wilt, het gaat tenslotte om vraag en aanbod. Maar wat hebben ze zelf dan te bieden, vraag ik me af? Ik verwacht dan toch een beetje een bon vivant op de foto, maar nee hoor. Een grijze duif met een donkerbeige gebit, een dikzak – die toch het liefst een maatje 38 op zijn erectie heeft zitten – of een burgertrut met toupetje die uitgerekend het ‘open minded’ erg onderstreept. Na twintig jaar tegen een kort pittig kroketje en een massief eiken wandmeubel van de meubelboulevard te hebben aangekeken, wil hij ook wel eens in de kroonluchters hangen. En wie weet vangt hij wel wat, een brutaal mens heeft tenslotte de halve wereld.
Op zich niets tegen een beetje brutaliteit, maar die mannelijke entitlement…
Zo was ik van de zomer in de Bijenkorf. In een luchtige wapperjurk stond ik gebogen over de vitrine van een mooi juwelenmerk om een glimmertje van dichtbij te bewonderen. Tot ik heel zacht een hand langs mijn bilplooi en langs mijn kruis voelde glijden. Als door een wesp gestoken schoot ik overeind om te zien wie mij zo schaamteloos betastte. Er wandelde alleen een corpulente oude man met keurige regenjas en hoed een paar meter verderop. Het leek een Heer van Stand, althans van de achterkant. Ik was volslagen perplex, want het kon niemand anders geweest zijn. Maar het was ongelooflijk. Gewoon doorkuieren alsof er niets is gebeurd! Je vindt dus dat je het recht hebt om een wildvreemde vrouw erotisch te aaien?
Nu was dit een volslagen onbekende, maar hoeveel mannen menen niet dat ze na een gezellig etentje recht hebben op wat seksueel comfort? Geleverd door de tafeldame. Wanneer je dan nee zegt, heb ik zo vaak gehoord: “Jezus, doe niet zo lullig.” Niet zo lullig?! Wat is daar nu voor lulligs aan? Gewoon, nu ff niet! Misschien wel nooit!
Jaren geleden had ik een relatie met een advocaat. Hij had helaas wat potentieproblemen, maar zijn gevoel voor humor was briljant. Dat maakte een hoop goed. Voor de gezelligheid ging ik weleens bij hem langs op kantoor. Zo ook op een mooie vrijdagmiddag. Hij was in een jolige stemming en het leek hem wel een aardig idee als ik hem oraal zou bevredigen zo op kantoor. Ik bedankte vriendelijk voor de eer. Desalniettemin haalde hij zijn lid tevoorschijn en stond daar wat olijk mee te zwaaien. Ik reageerde niet en werkte buitengewoon aandachtig mijn lippenstift bij. Uiteindelijk hengelde hij de zaak weer binnen en zetelde zich onverrichter zake weer achter zijn bureau. “Nou zeg, kouwe kikker”, zei hij licht verwijtend. “Doet het je dan helemaal niets wanneer ik mijn piemel laat zien?”
“Je piemel? Je piemel?”, antwoordde ik. “Schat, helemaal niet gezien! Ik dacht dat er een draadje aan je hemd hing.” Grappen over en weer waren immers algemeen goed tussen ons. Maar deze keer vond hij mijn lolletje ‘ongepast’. Van zo’n situatie raak ik in de war; je vindt dat je het recht hebt om je geslachtsdeel voor mijn gezicht te slingeren, maar een witz daarover vind je ineens niet kunnen. Sterker nog, aan het eind van de relatie zei hij dat ik hem geestelijk had gecastreerd.
Nog zo’n briljante opmerking. Op een date werd ik keurig naar huis gebracht. Voor de deur aangekomen werd de man handtastelijk. Ik had daar zó geen zin in. Ook niet om met hem te zoenen, zelfs niet uit beleefdheid. Na mijn uitdrukkelijke weigering, trok hij mij wild tegen zich aan en vroeg: “Ben je soms bang dat je het te lekker gaat vinden?” Echt? Denk je dat dat het is? Ik fluisterde “Ja” in zijn oor. “Véél te lekker”, en stapte uit met een gezicht vol spijtig verlangen. Ik kon hier met geen mogelijkheid een serieuze discussie over voeren.
Mannen nemen schaamteloos ruimte voor zichzelf in, letterlijk en figuurlijk. Ze zitten bijvoorbeeld wijdbeens op de stoel in de wachtkamer bij de huisarts, of in het ov. The man spread heet dat. Daar kunnen we nog veel van leren. Er zijn een handjevol vrouwen die zich The Man Spread ook toe-eigenen, maar we moeten dit gewoon veel vaker doen. Huppakee, hakken links en rechts naast de stoelpoot. Just to piss all over it.
