Ik ben niet goed in vaste relaties. Aan de ene kant verveel ik me snel, aan de andere kant houd ik niet van veranderingen. Dat is de eerste contradictie. Als de verliefdheid over is, blijf ik vaak te lang hangen.
Verliefd zijn geeft me vleugels, aan de andere kant word ik er doodonzeker van. Contradictie nummer twee.
Mehmet en ik kennen elkaar nu al zo’n tijd en nog steeds ben ik onzeker. Zodra hij bij me is, is alles goed. Geen enkele onzekerheid. En dan gaat hij weer. Dag een, alles goed. Dag twee, prima. Maar dag drie begint het te rommelen, en dag vier is het blinde paniek. Hij gaat me ghosten (terwijl hij me elke dag gezellig appt), hij heeft een ander, hij is terug bij zijn vrouw, en ga zo maar door. Er zit weinig vanzelfsprekends in onze relatie. We spreken nooit af als hij weggaat. Dus het is altijd afwachten wanneer we allebei weer tijd hebben. Liever gezegd, wanneer híj tijd heeft.
Ik mis ook de diepgang. Wij hebben bijvoorbeeld nog nooit de DMC (Deep Meaningfull Conversation) gehad. Het is altijd gezellig, geil, leuk. Maar Mehmet is emotioneel geconstipeerd. Zijn appjes met ‘Ik heb je nodig’ en ‘Ik hou van je’ bewaar ik dan ook als een diamant.
“Aan een relatie moet je ook werken”, zegt een vriendin als ik mijn nood klaag. Ik ben het daar niet mee eens. Werken doe ik voor de kost, niet voor de liefde. Moeite doen voor elkaar is wat anders. Dat vind ik geen werken. Dat doen er uiteindelijk ook maar weinigen. Mensen die al honderd jaar bij elkaar zijn, werken zich doorgaans echt geen slag in de rondte om hun relatie fris en fruitig te houden. De sleur is vaak al tig jaar geleden toegeslagen en veel ‘gouden bruiloften’ worden gesmeed uit gemakzucht, niet uit ‘keihard werken’.
“Eerstvolgende keer dat hij komt, laat je je niet meteen de kleren van je lijf rukken, maar zet je hem op een stoel en dwing je hem tot een DMC! Want wat wil hij nou eigenlijk van je? Hebben jullie een relatie? Ben je zijn fuck buddy?”
“Een mix, heb ik van hem begrepen,” antwoord ik. Een rol waar ik eigenlijk heel tevreden mee was en ben. Ware het niet dat ik hem minder zie. Ik merk het. Druk, druk. Kinderen naar balletles, sportles, huiswerkklasjes. Zijn eigen sportavonden. Het huis waar zijn ex met de kinderen woont moet verbouwd worden en hij verleent hand-en-spandiensten. En ga zo maar door. Ik ben zoals eigenlijk gewoonlijk, de sluitpost van zijn tijd. Daar word ik ongelukkig van.
Dan, op een mooie vrijdagavond zwik ik door mijn enkel. Ik kan niet meer staan, amper lopen en mijn voet zwelt enorm. Als de klokkenluider van de Notre Dame sleep ik me door het huis. Zaterdagochtend bel ik het ziekenhuis. De mevrouw aan de andere kant van de lijn hoort mijn klachten aan en concludeert: “Lijkt me niet gebroken. Neem een paracetamol.” Zo ga ik het weekend in. Mehmet leeft enorm mee. Door de telefoon. Neen, hij kan niet komen. Hij heeft de kinderen…
Maandagochtend heb ik een olifantenvoet en neemt mijn dochter me mee naar de huisarts. Ik kan zelfs niet meer autorijden. Direct doorgestuurd naar het ziekenhuis, foto’s gemaakt en ja hoor: gebroken. Twee weken gips waar je niet op mag staan en zes weken loopgips, wordt mij meegedeeld.
Ik ben stupéfait! Acht weken? Dat is twee maanden! “Ja mevrouw”, antwoord de mevrouw van de gipskamer. “Daarna revalideren.” Ze overhandigt me twee krukken en het adres waar ik een rolstoel kan halen: “Goedemiddag, en veel sterkte.”
Ik kan het bijna niet geloven. Mijn hele leven heb ik nog nooit wat gebroken, behalve servies. Ik bel Mehmet. Ach en wee is het aan de andere kant. Voor geestelijke en lichamelijke bijstand kan hij echter niet direct komen. Heel erg druk kan ik me er nu even niet om maken, want de gezondheid van ons hondje gaat ineens heel erg achteruit. Mijn dochter gaat met hem naar de dierenarts. Het ziet er allemaal niet best uit. Ook dat nog.
Ze zeggen wel eens: ongeluk komt in drieën. Oké, gebroken voet gaat wel weer over en Mehmet… Tja… een gebroken hart heelt wel weer, maar kan het ff wachten? En Muus (de troetelnaam van ons hondje), onze lieve Muus, die kan ik echt niet missen. Alsjeblieft niet.
Sophie* (58) is journalist, moeder en columnist bij LINDA.nl. Ze is volop aan het daten en neemt je mee in haar ervaringen met dating-app Tinder. De volgende aflevering verschijnt vrijdag 8 oktober om 20.00 uur op LINDA.nl.
*Sophie is niet haar echte naam
