Na het blotevoetendebacle met Sem, is Lucas echt de prins in zijn witte Tesla. We drinken in de auto zijn meegebrachte Chardonnay en door het glazen dak schittert de sterrenhemel. Echt, het zou zo een film kunnen zijn.
Hij kijkt me de hele tijd aan. Ik word er ongemakkelijk van. Heb ik iets aan mijn neus hangen, stink ik uit mijn mond, nog een restje toast op mijn wang?
“Heb ik iets raars?”, vraag ik.
“Nee, ik vind het gewoon zo fijn om naar je te kijken”, antwoordt hij zoetgevooisd.
Nou, kijk er maar op los, denk ik, en ik proost nog even met mijn plastic bekertje.
Hij vertelt. Woont alleen, scheiding bijna rond, heeft co-ouderschap over dochtertje van net drie. De moeder had een ander en woont daar gelukkig mee samen.
Hij vertelt een beetje over zijn baan. Wil dolgraag een vaste relatie, maar is geen stapper – bovendien horeca nog dicht – en als CEO is zijn motto: never fuck the payroll. Dus een romance binnen het bedrijf is een no go.
Hij vraagt ook van alles, is oprecht geïnteresseerd. Ook leuk voor de verandering. Ik ben meestal degene die vraagt, maar misschien is dat ook een beetje beroepsdeformatie. Ik interview al tijdens de chat. Het vervelende is alleen dat mannen vaak denken dat een vraag een verzoek is. Maar dat zijn twee heel verschillende dingen.
Bijvoorbeeld: ‘Wil je samenwonen?’ Dat is een vraag, geen verzoek. En zeker geen uitnodiging. ‘Ga je met vakantie? Oh, welk hotel?’ Ik kom je niet opzoeken, het is interesse. Niks meer, niks minder. ‘Wil je ooit nog trouwen?’ Ook een vraag, geen aanzoek. Dit heeft ooit voor een pijnlijk misverstand gezorgd.
“Desnoods”, antwoordde mijn toenmalige verkering op deze vraag. En een beetje paniekerig: “Maar ik wil wel dat we in Amsterdam blijven wonen.” Terwijl hij direct de ober riep voor een heerlijke fles bubbels. We hadden wat te vieren.
Ik was compleet stupéfait. “Maar ik wil helemaal niet met je trouwen!”
“Waarom vraag je het dan?”, zei hij verontwaardigd.
“Zomaar. Voor mijn eigen administratie”, antwoordde ik.
Mokkend at hij zich een weg naar het dessert.
Doorgaans vinden mannen het echter heerlijk als je veel vraagt, want dat houdt in dat ze veel kunnen vertellen. Al hun Indianenverhalen en over hun Belangrijke Baan. Een paar aanmoedigende ‘oh’s’ en ‘ah’s’ en hup, we zijn zomaar een uur verder. Achteraf hoor ik dan: “Wat hadden we een heerlijk gesprek.”
“Ja, fijn hè”, zeg ik, maar ik denk: nee schat, het was vooral een monoloog, geen dialoog. Maar ik ben blij dat hij zich er zo fijn bij voelde. Mensen (dus ook mannen) herinneren zich vaak niet eens waar een gesprek nu precies over ging. Mensen herinneren zich het gevoel. Interesse, gevalideerd worden, dat voelt prettig en dat blijft hangen. Ze hebben een topavond.
“Waarom belde je vanavond ineens?”, vraagt Lucas.
Ik houd het bij: “Had een vervelend gesprek met iemand. Fijn dat je direct beschikbaar was.”
“Ik stond net op het punt om even naar een vriend te gaan. Maar ik voelde dat je me nodig had.”
Dat had hij heel goed aangevoeld! Ik doe een poging wat mysterieus te glimlachen. Immers, ik kan moeilijk zeggen dat ik een dramadate had en hij eigenlijk tweede keus was.
Dan neem ik met een zachte zoen afscheid van Lucas en rijd naar huis in een uitstekend humeur. Voor ik mijn sleutel in het slot steek, heb ik al een app. “Was een heerlijke avond. Wanneer mag ik je weer zien?”
“Mag”, hij vraagt wanneer hij me ‘mag’ zien. Cute!
Direct daarna krijg ik weer een bericht. Dit keer een ouderwetse sms. Het is de blotevoetenman! Ik heb ‘m op de app geblokkeerd, maar dan kun je dus nog sms’en!
‘Stijlloos om zo weg te gaan’, schrijft hij. ‘Je bent gewoon een ongelooflijk arrogant kutwijf’, schrijft hij.
Goh, ik ben arrogant omdat ik geen zin heb in iemand die is gespeend van de meest elementaire omgangsvormen. Op de block – en nu overal.
Eenmaal in bed trekt alles aan me voorbij. Ongelooflijk dat dit zich allemaal op één avond heeft afgespeeld. Zelfs als ik slaap, komt iedereen voorbij. Lucas in een clownsbroek, Mehmet op blote voeten en Sem is Pennywise. Wat een nachtmerrie!
