Vriendin A. probeert de bittere nasmaak met muntthee en suiker weg te spoelen, nu blijkt dat haar Tinderliefde prettig samenwoont. En niet met haar! Ik kan haar weinig soelaas bieden. De bel echter wel. Vriendin B. komt als een wervelwind binnen. Ze woont om de hoek met haar drie kinderen. Haar vierde kind, in de vorm van haar man, heeft ze jaren geleden met kop en kont de deur uitgezet. Het was een leuke man, maar vooral een klaploper. Een groot kind dat zij aan haar hand meenam in het grote-mensen-leven. Sindsdien is haar mindset 180 graden veranderd.
Ze hoort het verhaal van vriendin A. met een verontwaardigde blik aan.
“Nou en?”, zegt ze met harde stem. “Wat had hij je te bieden dan? Niks! Ja, af en toe een etentje, maar verder? Liet hij weleens een leuk envelopje achter? Betaalde hij je huur? Je vakantie? Nee! Dus wegwezen.”
A. kijkt haar wazig aan.
“Je lijkt wel gek”, oreert B. verder. “Hij komt lekker bij jou over de vloer. Slaapt tussen jouw schone lakens. Gaat onder de douche. Prikt een vorkje mee. Kost allemaal geld. Waspoeder, wasverzachter, douchegel. Vult hij je koelkast? Nee.”
Vriendin A. kijkt nu bijna geshockeerd: “Vraag jij een man geld dan?”
“Ik wel!”, zegt ze resoluut.
B. heeft momenteel drie aanbidders. Met slechts een heeft ze daadwerkelijk een seksuele relatie, de andere twee mogen af en toe haar hand vast houden en that’s it. Maar wat ze alle drie gemeen hebben: ze betalen.
“Weet je wat het met jullie is”, – ik hoor ineens ook bij de sukkels -, “jullie zijn vanaf het begin niet duidelijk. Met M. appte ik een tijdje. Toen hij me heel graag wilde zien zei ik: ‘Prima! Maar gooi dan even 500 euro door de brievenbus, want ik wil mijn nagels doen, naar de kapper en een leuk jurkje voor morgenavond als we gaan eten.’ Nou de volgende ochtend lag er een enveloppe in de bus. Zo simpel. Als je me wilt zien, moet je betalen.”
A. is verbluft. Ik weet het van B. Ze is prachtig met lang chocoladebruin haar en grote bruine Bambi-ogen. Maar ze is allerminst een schuw hertje. Integendeel. Je verkoopt haar geen knollen voor citroenen. “Ik hoef het niet eens te vragen”, gaat ze verder, “ze geven het gewoon uit zichzelf.”
Zo appt ze sinds een paar weken met een man die haar via social media benaderde. Eergisteren vertelde ze hem dat ze met haar drie kinderen met vakantie gaat waarop hij ridderlijk vroeg of ze nog wat nodig had. Ze appte terug: “Ik vraag een man nooit iets. Een echte man voelt wat ik nodig heb.” Gisterenavond heeft ze wat met hem gedronken en als bonus kreeg ze 3000 vakantiegeld mee. Het was de eerste ontmoeting en er kwam geen sex, zelfs geen tongzoen aan te pas.”
“Wauw…”, zegt A. “Hoe doe je dat?”
“Manifesteren”, antwoordt mijn vriendin. “Ik zoek ze niet op, ze komen naar mij toe. De meeste mannen van boven de veertig zijn getrouwd. Dat is nu eenmaal zo. Een man met een 9/5 job en een gezamenlijke rekening met zijn vrouw, daar begin ik niet aan. Ik manifesteer dus een man die geld heeft. Met een vrij beroep. Een ondernemer, die tijd kan maken, me mee op reis kan nemen, uit eten. Ik hoef niet meer te trouwen en kinderen heb ik al, ik ben er alleen voor het plezier. Dat kost geld. Dat maakt mij geen hoer, ik ben het gewoon waard! Jullie zijn dom. Alles gaat zogenaamd alleen maar om de liefde, maar je moet de juiste man voor ogen hebben. Als je een auto koopt, zoek je toch ook tevoren uit welke opties je erbij wilt? Elektrische ramen, airco, automaat, schuifdak. Maar van een man eis je niks! Dat reflecteert je eigenwaarde!”
“Het leven is geen platte weg, maar heeft steile hellingen en diepe dalen. Daar heb je een four-wheeldrive automaat voor nodig, met alles erop en eraan. Maar de meeste vrouwen nemen genoegen met een tweedehands schakelbak. Daarmee doe je jezelf te kort.”
Ons zwijgen moedigt haar aan om verder te gaan. ‘De eisen van mannen zijn ook hoog toch? Ze komen van een ezel en willen dan direct een Porsche Cayenne; een mooie vrouw met wie ze kunnen pronken. Ook graag een beetje intelligent en als het even kan helemaal strak, en anders moet eraan gesleuteld worden. Dat kan, maar moet wel tevoren betaald worden uiteraard!”
Met een hoofdknik slaat ze haar armen over elkaar. En om nog wat zout in de wonden te wrijven besluit ze: “Jullie hadden allang met een cocktail aan het strand op de Malediven kunnen zitten. MaAr Ik HoU zOvEeL vAn HeM!”, bauwt ze ons na. “Dat is heel mooi, maar ik hou meer van mezelf! En weet je wat het gekke is? Des te meer je op een man schijt, des te harder ze voor je lopen.” Zo besluit ze haar preek.
En dan ineens schiet mij een heel oud gezegde te binnen: heb je geen paard, gebruik een ezel… Misschien heeft mijn vriendin toch gelijk.
