Natuurlijk zijn Dré en Monique weer bij elkaar. Ik had niet anders gedacht. Zelfs een blinde kan zien dat hij steeds met hangende pootjes naar haar terug gaat als hij genoeg heeft van het zoveelste vriendinnetje met opgespoten lippen. Hij is namelijk heel consequent. Zowel qua lippen als terugkeren in de armen van Monique. Hetzelfde geldt voor haar. Ze stribbelt misschien in het begin wat tegen, sputtert wat onwillig om hem vervolgens ruimhartig terug te nemen.
Iedereen heeft commentaar, vooral op haar. Want hoe vaak neem je een vent terug? Wat moet hij gedaan hebben totdat dat je zegt: ‘Genoeg is genoeg’? Monique vergeeft alles. Verslaving, overspel, hoeren en snoeren. Haar motto: let bygones be bygones.
Ik begrijp haar wel. En niet. Dré is natuurlijk heel ontwapenend en wat hij zegt klinkt geloofwaardig, ongetwijfeld omdat hij het zelf gelooft. Dus dat ze door de knieën gaat, begrijp ik. Het deel wat ik niet begrijp is: hoe kun je ooit weer vertrouwen als het een patroon is? Hoe kun je je ooit nog veilig voelen in deze relatie met deze man? Hoe durf je nog een bruiloft te plannen, wetende wat je weet?
Wat mensen ervan zeggen en vinden, daar geef ik werkelijk niets om. “Het gaat weer gebeuren”, “je bent dom”, “heb je geen trots, geen zelfrespect” – voor mij allemaal froufrou. Wat heeft trots en zelfrespect ermee te maken als je de ongelooflijke verbinding met iemand voelt? Daar kun je geen weerstand aan bieden. Dus… kom maar weer binnen met je knecht. Maar altijd in je achterhoofd hebben dat hij zomaar weer de kuierlatten neemt, zou voor mij de bottleneck zijn.
Ik heb de vader van mijn kind tig keer teruggenomen. Elke keer was het ‘anders’, nee nú ging hij zijn leven beteren, eerlijk zijn geld verdienen, mij behandelen als de prinses die ik was. Maar zoals altijd: iedereen drinkt zijn glas, plast zijn plas en alles blijft zoals het was.
Ik heb wat vergeven. Dat heeft als onderliggende oorzaak dat ik rationeel nog wel weet wat iemand me heeft geflikt, het bijbehorende gevoel vergeet ik echter. Het verdriet en de woede zijn na een tijdje vervlogen, dus ben ik nogal onschikkelijk als de grote Wiedergutmachung wordt aangereikt. Totdat genoeg genoeg is en ik alles voor wat het werkelijk is zie. In het geval van de vader van mijn kind moest ik er zelfs een aparte naam voor verzinnen. Klootzak, lul, weggooier of flapdrol waren niet toereikend. Poeplap is het geworden. Poeplap. En daarmee was er geen gutmachung meer aan. Dat begreep hij niet. Hij belde, hij schreef, hij gooide zich te grabbel, hij stuurde zelfs vrienden (niet allemaal tegelijk) langs om met mij te praten en tot rede te brengen. Tevergeefs. Na een kop thee bood ik ze vriendelijk een sigaar voor de terugreis aan.
Ik hoef hem nooit meer te spreken. Als hij morgen dood voor mijn voeten neervalt, stap ik er rustig over heen. Niet uit haat, maar uit desinteresse. Dan zeggen sommigen: “Maar het is toch de vader van je kind?!” Nou en? Dat vind ik zo’n hypocriet gelul. Volgens onderzoek kan een man gemiddeld 360 vrouwen per jaar bevruchten, dus als hij zich kwaad had gemaakt, had hij nog 359 vrouwen bezwangerd. In dat perspectief is het dus helemaal niet bijzonder dat hij de vader is van mijn kind en ik de moeder van het zijne. Een kind is niet de zogeheten ‘bekroning van de liefde’ tussen twee volwassen mensen, het is nu eenmaal het gevolg van onze animale voortplantingsdrift. Wíj maken er iets romantisch van. Desalniettemin probeerde hij dit toch –”wij hebben samen een dochter”- als argument te gebruiken om weer samen te komen.
Vreemd genoeg doen mijn exen altijd weer een verzoenpoging. Ook wanneer ze zelf de stekker uit de relatie trokken. Kan kort duren, kan lang duren, maar ze komen. Zelfs mijn getrouwde minnaar werd uiteindelijk een spijtoptant. Let wel, twintig jaar later! We gingen in die jaren van tijd tot tijd nog weleens uit eten en ik wist dat zijn huwelijk in zwaar weer was, maar plots had hij een pied de terre in Amsterdam en vroeg hij of ik mee op wereldreis ging. Twintig jaar later! Ik heb geprobeerd de gevoelens van weleer weer op te graven, want het was een aanlokkelijk aanbod. Maar als het weg is, is het weg. Ik kon er figuurlijk gesproken geen erectie meer van krijgen. Niet eens zoenen. Bah.
De “nee” werkt bij mannen echter vaak als een afrodisiacum, ze worden er gretiger van. De aanhouder wint, de victorie glanst aan de horizon, denken ze.
Wat dat betreft zou de jonge Hazes ook eens een oprechte “nee” moeten krijgen. Niks “Vergeven hoort ook bij de liefde” of “Geef mij je hart” terwijl hij dat al meerdere keren in duizend stukken heeft gebroken. Wat een levensles zou het voor hem zijn als Mo er definitief een streep onder zet en zichzelf emotioneel zou bevrijden.
