‘Wat is dit?’, vroeg de winkelbediende. Ze keek naar me alsof ik regelrecht vanuit de oertijd met een koe ruilhandel wilde drijven. Ik wapperde met het briefje. Voor zover ik weet nog altijd een wettelijk betaalmiddel.
Ik ben niet het type dat cash bewaart in een oude sok. En toch vond ik ineens zo’n frisgroen biljet van honderd euro.
Eerlijk is eerlijk, ik was het helemaal vergeten. Ooit van mijn vader gekregen voor mijn afstuderen. Omdat ik in mijn studententijd leefde van het statiegeld van mijn ingewisselde flessen was dit bedrag destijds immens. Ik bewaarde het biljet bij wijze van verzekering, verstopt in mijn lievelingsroman. Je wist maar nooit in het onzekere bestaan als actrice.
Nee, zij kon er niets mee, die winkelbediende. En niet alleen zij. Allemaal droegen ze andere argumenten aan. Wegens corona, gebrek aan wisselgeld, om veiligheidsredenen, gebrek aan een controlemachine. Of ik kleiner had.
Ik dacht aan alle inzamelingsfeestjes waar ik in mijn leven voor uitgenodigd was. Daar gingen de envelopjes keurig in de doos. Hoe hebben die mensen hun cash geld uitgegeven? Ik dacht aan de Vietnamese bruiloften, die in feite een perfecte setting voor witwaspraktijken boden. Bij een traditionele Vietnamese bruiloft worden geen blenders of andere materiële geschenken gewaardeerd, maar de ongeschreven regel is het doneren van een cash geldbedrag, anno 2022 zo rond de honderd euro per huishouden.
Bij het plannen wordt een simpel rekensommetje gemaakt: x aantal gasten maal x bedrag. Dat is het bedrag wat het aankomend bruidspaar kan uitgeven voor het feest. Maar hoe kom je er vervolgens weer vanaf, van die briefjes? En de mensen die hun pensioen in een oude sok onder het matras hebben liggen. Hoe wilden zij op hun oude dag dat uitgeven? Gedoemd om tot de dood enkel aankopen te doen via Marktplaats?
Ook mijn eigen bank wilde het niet storten op de rekening. De jongen draaide het briefje om, bekeek het van voren naar achter en vroeg me op een toon alsof ik een misdadiger was: “Hoe kom je hieraan?” “Gekregen”, zei ik. “Van wie?” “Van de maffia”, grapte ik, waarna ik het geld maar weer terug in mijn portemonnee moest doen.
Ik vraag me af of de jongere generatie dat nog doet, cash geld bewaren. Zij hebben geen kredietcrisis meegemaakt, met lege geldautomaten aan toe. Wie maakt zich druk om het feit dat inmiddels alles van ons traceerbaar is geworden. Onze reisgeschiedenis op de NS-kaart, digitale transactiehistorie en surfgeschiedenis. Anoniem een seksspeeltje kopen zit er niet meer in. Klakkeloos meegaan met de digitalisering, ten koste van onze privacy. Laat die briefjes toch wapperen en het muntgeld rollen.
Ik heb het briefje maar ingelijst, zodat ik er vanaf het toilet dagelijks naar kan kijken. Met de illusie van een soort zekerheid; het appeltje voor de dorst, zoals ik in mijn studententijd staarde naar de lege flessen die ik altijd nog kon inwisselen. Want die honderd euro uitgeven in een winkel, dat ging niet lukken.
