In Siberië is een drie maanden oud veulen opgegraven dat 40.000 jaar geleden stierf. Dankzij de permafrost is het jonge dier perfect geconserveerd gebleven.
Van maaginhoud tot vacht: het veulen is in perfecte conditie bewaard.
Siberië
In een krater op dertig meter diepte heeft een team van Russische en Japanse wetenschappers het dier gevonden. Het veulen is een zogeheten Lenskaya, een paardenras dat inmiddels is uitgestorven. Het beest is waarschijnlijk verdronken. Sinds de jaren zestig zinkt de grond daar door het ontdooien van de permafrost. Dit zorgt ervoor dat er al meerdere fossielen zijn opgegraven uit dit gebied vlakbij het Kirgilyak-gebergte. Zo vond men al fossielen van bizons, elanden, mammoets en rendieren.
Uniek
Het veulen is echter uniek, omdat van maaginhoud tot vacht het beest in perfecte conditie bewaard is. Zo zegt het hoofd van het Yakutia Mammoth Museum aan The Siberian Times: “Dit veulen heeft geen beschadigingen aan de botten als de organen en zelfs de vacht is nog intact. Het is ongelooflijk bijzonder om dit te vinden.” Nu wordt er een onderzoek geleverd naar de maaginhoud om meer te weten te komen over het dieet van het paard. Later wordt er nog een autopsie op uitgevoerd.