De Amsterdamse hoofdagent Robert is een meester in het herkennen van criminelen. Als hij één keer een gezicht ziet, vergeet hij dat nooit meer.
In Het Parool vertelt hij hoe het is om een superherkenner te zijn.
Een gave
De nu 33-jarige Robert ontdekt in de tijd dat hij in opleiding is dat hij een gave heeft. Hij hoeft iemand maar één keer te hebben gezien, of hij herkent degene al. Wanneer hij op een ochtend wordt gebriefd over een gezochte crimineel, herkent hij hem een aantal uur later uit een groep jonge mannen. Robert besluit er iets mee te doen en leert zo veel mogelijke criminelen uit zijn hoofd.
Dat kostte hem nauwelijks tijd. “Ik hoef maar één seconde naar een gezicht te kijken en dan onthoud ik het”, vertelt hij. Het bestaan van superherkenners, zoals Robert dat is, is tien jaar geleden onderbouwd door Harvard University. Inmiddels zijn mensen met deze gave van grote waarde binnen de politie. Robert herkende namelijk al meer dan 250 criminelen, zelfs van meters afstand.
De naam Robert is op zijn verzoek gefingeerd. Het hele verhaal van Het Parool lees je hier.