Longartsen Wanda de Kanter en Pauline Dekker werden begin dit jaar uit de nationale koepel van de tabaksbestrijding gezet. Ze zouden te fel en activistisch zijn. Maar hun strijd zetten ze voort.
Niet op een manier die je direct zou verwachten. Hun volgende slag tegen de tabaksindustrie: een kookboek.
Hoe dat precies helpt tegen roken? We vroegen het hen.
‘Niet roken maar koken’ heet jullie boek. Hoe eh, werkt dat?
Pauline: “Het idee ontstond toen we de tip kregen om fondsen te werven voor onze Stichting Rookpreventie Jeugd door rijke, belangrijke mensen uit te nodigen voor een diner. Wij komen allebei met koken niet verder dan pakjes Knorr. Dat kun je rijke, belangrijke mensen niet voorschotelen.”
Wanda: “We hebben allebei kookangst. Omdat je denkt dat iedereen kan koken en er zowat elke dag een kookboek verschijnt, schaam je je daarvoor. Maar je moet het gewoon doen. Voor dit boek hebben we gekookt voor vrienden en kennissen, die zelf de recepten mochten bedenken. Pauline en ik kunnen nog steeds niet koken, maar kookangst hebben we niet meer.”
Hoe komt roken precies in het boek terug?
Pauline: “Niet, gelukkig. Net zoals in de rest van ons leven. Maar de hele opbrengst van het boek gaat naar onze stichting, die strijdt voor een rookvrije generatie.”
Wanda: “Het boek verschijnt op 27 september, net op tijd voor Stoptober, waarmee mensen worden opgeroepen om te stoppen met roken. We noemen ‘roken’ in de titel omdat het verwijst naar waar wij het voor doen.”
Schiet het boek zijn doel dan niet een beetje voorbij?
Pauline: “Het geld komt allemaal ten goede aan dat doel. We komen net van een congres voor longartsen. Daar zeiden veel collega’s het boek in het kerstpakket van hun werknemers te willen stoppen. Ook zo draagt het dus bij.”
Veel mensen associëren eten juist met een sigaretje. Die ene peuk na het diner.
Pauline: “Ja, maar dat doen alleen de rokers. Bij niet-rokers komt een sigaret na het eten niet in je op. En als je lang genoeg gestopt bent, vervaagt dat idee. Voor rokers is het een pavlovreactie: het eten is op, nu een sigaretje. Maar normaal is het niet.”
Dit is een goeie manier om weer aandacht te vragen voor dit doel, nadat jullie uit Alliantie Nederland Rookvrij zijn gezet. Hoe was dat voor jullie?
Wanda: “Heel onverwacht. En heel naar. Ik werd persoonlijk gebeld: ‘We hebben last van jullie, jullie willen te snel.’ Ik was daar wel kapot van.”
Pauline: “De geldkraan voor onze eigen stichting werd dichtgedraaid. Dat is moeilijk, want wij zijn longartsen die in ons dagelijks leven op de poli of in de behandelkamer zitten; we zijn geen geldophalers. Daarom moeten we nu de ophaalmodus in.”
Hoe kun je te activistisch zijn als je een gewoonte helemaal uit wil roeien?
Pauline: “Ik weet het ook niet. Roken veroorzaakt 20.000 doden per jaar; hoe kan men dan vinden dat je te snel gaat?”
Wanda: “Het woord ‘activistisch’ klinkt ook zo… Wij zijn bevlogen longartsen, wij zien de gevolgen van roken elke dag. We voelen de urgentie. We zijn heus geen felle bitches, maar wel heel standvastig.”
Pauline: “Op straat zie je alleen de mensen die nog níet ziek zijn door roken. Dertigjarige vrouwen op terrasjes die er op los paffen. Wat je niet ziet, is dat ze tien jaar later keelkanker hebben. Dan bezoeken ze dat terras niet meer.”
Wanda: “Tachtig procent van alle patiënten die wij zien, zijn ziek door tabak. En roken veroorzaakt niet alleen longkanker, ook andere vormen. De Alliantie Nederland Rookvrij bestaat uit niet-artsen; zij zien dit beeld niet.”
Wij vroegen de Alliantie om een reactie op dit nieuws: die lees je hier.
Je hoort vaak: ‘Als je stopt voor je dertigste, zit je goed.’
Pauline: “Ik ben zelf met veel pijn en moeite gestopt op mijn dertigste. Ik zal nooit meer een trekje nemen, omdat ik weet hoe lastig stoppen is. Ik zweette, trilde, kon niet slapen. Het krijgen van kanker heeft vooral te maken met hoe lang en hoeveel je gerookt hebt. Stel, je rookt veertig jaar een pakje per dag. Als je dan vijf jaar stopt, is dat risico op kanker niet zomaar weg. Het wordt nooit meer gelijk aan dat van een niet-roker. Als je minder lang hebt gerookt, kan het risico dus veel meer afnemen.”
Wanda: “Ik heb nu twaalf jaar niet meer gerookt. Van mijn 12e tot 48e wel. Ik stopte toen ik zwanger was, maar de verslaving was zo sterk dat ik erna altijd weer begon. Tot mijn dochter me betrapte. Zij was op veertienjarige leeftijd zó bang dat ik eraan dood zou gaan, dat ik wel moest stoppen van mezelf.”
In deze video praten Wanda en haar dochter, nu 27, hierover:
https://youtu.be/eMOClal6-xI
Zijn mensen verbaasd om te horen dat jullie zelf zo lang hebben gerookt?
Pauline: “We vertellen het altijd. Patiënten vinden dat ook fijn, want dan weten ze dat we weten waar ze doorheen gaan. Hoe gemakkelijk je kunt stoppen is genetisch bepaald, maar je ziet wel eens dat mensen die gemakkelijk stoppen ook gemakkelijk weer beginnen. Omdat ze denken: ik stop gewoon weer.”
Over stoppen gesproken: stoppen jullie weer met koken, of komt er een vervolg op jullie boek?
Wanda: “We staan zeker open voor een vervolg. Dan moet dit boek wel een succes worden. Beroemde koks samenbrengen met onze tafelgasten lijkt mij bijvoorbeeld heel leuk.”
Pauline: “We hebben een buitengewoon verdrietig vak en daar hebben wij beiden soms last van. Nu namen we een week vrij om te koken en hebben we alleen maar plezier gehad. Ook met Wanda’s zwager John de Kanter, die de foto’s gemaakt heeft. Het is een vrolijk dinerboek geworden. Het gaat ook niet om gezondheid: we koken met vlees en alcohol.”
Lees ook
Longarts Wanda de Kanter maakt indruk in ‘Zomergasten’: ‘Ik zit op ’t puntje van de bank’
Klinkt daar geen kritiek op, als jullie je zo fel tegen tabak inzetten?
Wanda: “Dat gaan we meemaken.”
Pauline: “Wij hebben de gerechten niet bedacht. Het zijn de lievelingsrecepten van onze tafelgasten.”