Zal je altijd zien: heb je na al die sneue, amoureuze escapades even genoeg van het geneuzel, vinden de dochters ineens dat Cupido te lang de tijd neemt.
Goed, mijn libido was afgelopen zomer al onder het vriespunt gezakt. Wat maakt het uit, dacht ik, in corona-tijden. Je trekt als single toch minder gemakkelijk een wildvreemde je bed in. De onenightstand was ineens net zo onaantrekkelijk als een potje Russisch roulette. Dus lag de focus op het werk. Even geen man en gedoe. De kinderen denken er duidelijk anders over.
“Het is best fijn als mam een nieuwe liefde krijgt”, zegt Puck met een zucht. Met de afstandsbediening maakt ze een einde aan de Spaanse tiener-ellende die ze zojuist met Charlie op Netflix heeft gekeken. Een serie over een tienerband met types die Lupe en Juanma heten. Het draait om moeilijke liefdes, danswedstrijden en jongens met knotjes en hun nare Nederlandse voice-overs.
“Eh, ik weet het niet”, reageert Charlie terwijl ze de kat van schoot duwt: “Alleen als ik hem ook echt leuk vind. Anders hoeft het niet. Maar ja, maar mam is al wel weer een jaar alleen of zo.”
Ik sta om de hoek de tafel te dekken en zeg: “Denk maar niet dat het er in het echt zo aan toegaat als met Juanma en zijn Spaanse chickies”, zeg ik overdreven. “Ja mam, we weten het wel. Liefde is geen sprookje”, zegt Puck verveeld. Als het gesprek daarna stilvalt, vraag ik: “Zeg meiden, welk type man past volgens jullie eigenlijk bij me?”
“Nou, ik weet wel wie er níét bij je past”, zegt Puck. Ze veert rechtop. “Die laatste, weet je nog Charlie?” “Ja, sorry hoor mam, maar wat een loser was dat.” De zussen lachen smakelijk om de date die bij binnenkomst van de zenuwen over z’n schoenen struikelde. Het is nooit meer goed gekomen.
“Iemand die sterk, groot is en snel autorijdt, past bij jou mam. O ja, hij moet wel een donkere huid hebben, want die mannen kunnen goed dansen. Net als jij.” Charlie heeft er duidelijk eerder over nagedacht. Ik glim vanwege het compliment en stap luchtig over haar vooroordeel, dat alle zwarte mannen goed kunnen dansen, heen. Dan gaat mijn jongste verder: “Het is, denk ik, handig als hij kan koken. Dan kan hij spaghetti carbonara voor ons maken als jij nog op het werk bent. Hoeven we niet zo laat te eten.”
“Hij moet ook kunnen zingen en gitaarspelen”, roept Puck ineens. “Toen Carlos voor je zong, zwijmelde je heel gênant. Kijk zo…” Ze lachen, knipperen overdreven met hun ogen in een poging mijn aanbiddende pose aan te nemen.
“Ik vind een man met een knotje wel leuk”, gaat Puck verder. “Verder moet hij wel van paarden houden.” “Houd toch op. Wat een onzin”, zeg ik sarcastisch. “Ik houd niet eens van paarden of lang haar!”
“Nee, maar wîj wel. En wij zijn je dochters”, nu lacht ze. “We hebben een pony bij pap staan. Als jij nou ook een vriend hebt die van paarden houdt, of nog beter: een manege heeft, dan is dat ideaal. “Jaaa”, schreeuwt Charlie enthousiast. Die ziet het meteen voor zich. “Dan kunnen we ook bij jou paardrijden, mam”, zegt ze vrolijk.
“Stelletje egoïsten…”, is mijn milde conclusie. “Houd die Juanma met z’n knot, paard en gitaar lekker zelf.” “Bah, nee. Ik wil geen vriend.” Puck moet er niet aan denken en Charlie haalt haar neus op.
“Nou, dat is in ieder geval helder. Op basis van jullie beschrijvingen zal Cupido wel moeite hebben met pijlen schieten, schat ik zo. “Hoezo?” vraagt Puck oprecht verbaasd.
“Kennen jullie iemand die én groot is, een getinte huid heeft, gitaar speelt, perfect autorijdt, een knot draagt, een manege heeft en nooit struikelt? Ze kijken verbaasd. Charlie schudt voorzichtig haar hoofd. “Precies. Dat dacht ik al” zeg ik zelfgenoegzaam.
“Ach”, oppert Puck droogjes. “Het hoeft geen manege te zijn. Een klein weiland met pony is ook goed.”
Journalist en auteur Maaike Olde Olthof (45) is gescheiden en heeft twee dochters. Ze maakt zich zorgen om haar moeder die dementie heeft. ‘Never a dull moment’ in dit atypische huishouden, waar Maaike wekelijks een column over schrijft.