Tinder heeft geen goed imago. Het zou vooral om de sex gaan. Althans, bij de meeste mannen. Er zijn ook weinig leuke mannen, en niet zelden stiekem getrouwd.
Toch ken ik ook succesverhalen. Vriendinnetje is al een paar jaar buitengewoon gelukkig samenwonend met haar Tinderlover. Een vriendin is zelfs getrouwd met een man die ze langs de digitale snelweg heeft opgepikt. En dan is er Willem-Jan, die als een pareltje uit de lucht is komen vallen. Spiritueel, vegetariër – wat voor een veganist als ik natuurlijk heel fijn is – en, last but not least: single & ready to mingle.
Persoonlijk vind ik het een enorm voordeel dat hij twee weken in Italië zit en dan weer twee weken hier is voor zijn bedrijf. Ik wil geen man 24/7 om me heen en dat verlangt hij ook niet van een vrouw. Zo blijft het leuk en spannend. Want iemand elke keer twee weken missen, doet het verlangen steeds weer oplaaien. Hoe heerlijk! Dat is toch veel fijner dan je kapot ergeren dat hij zijn vieze onderbroek of sokken niet in de wasmand heeft gegooid? Of dat hij de supervisie neemt over de afstandsbediening? Ik ben niet jaloers op samenwonenden, ik benijd ze niet eens. WJ en ik zijn het daarover eens.
Nu hij in Nederland is en ik uiteindelijk voor hem onverwacht op zijn pad ben gekomen, probeert hij zo veel mogelijk tijd voor mij vrij te maken. Helaas was zijn agenda al volgepland, dus het wordt allemaal een beetje hapsnap. Gelukkig blijven de ochtendappjes komen – ‘Buongiorno bella’ – wat mijn hele dag goedmaakt.
Ik durf niet helemaal toe te geven, ben voorzichtig, afwachtend. Mannen zijn rare wezens. Ik bel niet uit mezelf, laat het initiatief bij hem. Ik heb namelijk een overtuiging: als hij je stem je wil horen, belt hij. Wil hij je zien, spreekt hij af. Verzin nooit een excuus voor hem, dat hij onzeker is, of verlegen, te druk. Natuurlijk zijn er omstandigheden, maar als hij écht wil, maakt hij tijd. Voor een man die verliefd is ben je een prioriteit, geen optie.
‘Ik ga kijken wat ik kan regelen, maar zelfs het weekend is bezet’, legt WJ uit wanneer hij belt. ‘Geeft niet’, jok ik. ‘Doe rustig aan.’ Maar inwendig denk ik: ‘Kut!’
Zaterdagavond laat belt hij en vraagt: ‘Heb jij morgen iets te doen? Misschien kunnen we samen lunchen als je me een eindje tegemoet wilt rijden, des te meer tijd hebben we samen.’ Mijn hart gaat er van wuiven. We hebben halverwege afgesproken van waar hij vandaan komt. Het beste en makkelijkste wat we konden bedenken was Van der Valk langs de A2.
En zo zit ik op zondagmiddag als eerste van ons twee op een halfronde bank, een buitengewoon romantisch plekje voor een VdV. Ik zie hele volksstammen voorbij trekken. Opa’s en oma’s met kinderen en 36 kleinkinderen. Allemaal in hun ‘goeie goed’ – het is tenslotte zondag. En dan ineens stapt WJ binnen en mijn hart slaat een slag over. Hij schuift naast me en we zitten tegen elkaar aangeplakt. Alleen even los om wat van onze toast en soep te eten.
‘Volgende keer ga ik het anders regelen. Lijkt me heerlijk om een heel weekend samen te zijn’, zegt hij. ‘Doorgaans plan ik zakelijk zo veel mogelijk als ik hier ben, maar jij bent er nu ook. Dus ik ga tijd vrijmaken.’
Dan verontschuldigt hij zich om even buiten te roken. Ik zit nog een beetje na te genieten van alles wat hij zegt, en smeer snel wat lippenstift op.
Wanneer hij terugkomt staat hij bij de bar even met de ober te kletsen en ik bekijk het tafereel van een afstand. Spijkerbroek, blonde krullen tot op zijn schouder, jongensachtig, en ik denk: ‘Wat een leuke vent… Jezus, wat een leuke vent.’
Dan is het tijd om te vertrekken. Hij brengt me naar de auto en laat zijn ogen van onder tot boven over me heen glijden, waarbij hij zijn boventanden even op zijn onderlip zet. Zo hoort een man naar je te kijken. Dan gaan we ieder onze eigen kant weer op. Maar nog voor ik de snelweg opdraai belt hij alweer. Ik geef nu aan mijn gevoel toe. Wat ervan komt, komt ervan, maar ik wil hiervan genieten.
Lees hier Sophie’s vorige column:
‘Vooral voor de mannen gaat liefde niet door de maag, maar door de penis’