Columnist Maddy Stolk (49) vertelt over haar leven na haar hersenbloeding. Deze week schrijft ze over wat haar het afgelopen jaar allemaal is overkomen.
Het plan was simpel: mijn leven lag op zijn gat, en ik zou opnieuw beginnen. Alles ging op de schop en uit de ravage zou ik als de glanzende 2.0-versie van mezelf herrijzen. Goed plan, maar de realiteit blijkt anders. Ik neem immers mezelf mee. Degene die haar bloeddruk dusdanig hoog had laten oplopen dat ze er een hersenbloeding aan overhield. Ja, het was botte pech. En ja, hele volksstammen lopen rond met hoge bloeddruk en worden er honderd mee. Maar ergens knaagt er een klein stemmetje: dit had niet gehoeven. Als ik beter had geluisterd. Naar mezelf.
Ik deed veel dingen waar ik ongelukkig van werd, en leefde vrijwel permanent in de als-dan-stand. Als ik eenmaal meer ging sporten, dan zou ik me beter voelen. Als ik echt ging schrijven, dan zou het me voor de wind gaan. “Als, als, als” kwam er nooit van, want de huur moest betaald, er moest worden gewerkt en mijn dochter moest naar school en gezond te eten. Excuses te over. Dus deelde het leven een optater uit, om mij in beweging te krijgen. Mijn hoofd barstte uit elkaar en dat werd me bijna fataal. Er zit nu permanent een gat in: een deel van mijn schedel ligt nog op Ibiza, maar dat is, zoals de neuroloog in Nederland fijntjes zei, the least of my problems. Wat mijn echte problemen dan wel zijn, vertelde hij er niet bij.
Lees ook
‘De stomste beslissingen leveren achteraf een goed verhaal op’
Mijn grootste zorg, na dit bizarre jaar: hoe is mijn dochter hier doorheen gekomen? Goed, zo op het eerste gezicht. Misschien krijg ik de rekening van haar psycholoog gepresenteerd als ze achttien is en al het leed opnieuw moet verwerken, maar so far, so good. Toen ik haar onlangs een luttele tien minuten alleen liet met mijn moeder om naar de Albert Heijn te gaan, glommen haar ogen bij thuiskomst. Op mijn vraag wat ze had uitgespookt zei ze: “Een heel leuk filmpje opgenomen met oma.” Ook oma was in haar nopjes: op het scherm van haar telefoon liet ze mij het TikTok-filmpje zien waarin ze samen met haar kleindochter in de kamer stond te dansen. Op de klassieker My milkshake brings all the boys to the yard.
Met haar komt het goed. Mijn vrienden staan dichter bij me dan ooit. Mijn geliefden die niet meer onder ons zijn, heb ik ook heel dichtbij gevoeld. Ik word omhelsd door duizend armen, en toch ben ik alleen. Dit klusje moet ik zelf klaren. Opnieuw beginnen, zo leert de ervaring, is een prachtige uitdrukking, maar een vrij grimmige realiteit. Ik kies in deze tweede kans niet meer voor de makkelijke weg, dus ik ga doen wat ik écht wil, zonder enig idee te hebben hoe ik daarmee in mijn levensonderhoud kan voorzien. Ik ga moeilijke gesprekken niet meer uit de weg. Ik leg mijn hart, wat ik tien jaar lang hermetisch had afgesloten, open en bloot op het hakblok – want ik wil voluit leven. Met alle risico’s van dien.
Lees ook
Ik heb een verschrikkelijke hekel aan de feestdagen
Vlak nadat ik geopereerd was, was ik nergens meer bang voor. Ik had de dood in de ogen gekeken, en voelde me onoverwinnelijk. Eenmaal in Nederland, sloeg de paniek toe. Hoe moest dat met mijn leven? Ik weet het nog steeds niet precies, maar ik heb gemerkt dat als je gewoon doorgaat met ademhalen, de volgende stap zich vanzelf ontvouwt.
Die paniek is lang weggeweest, maar nu de weken en maanden voorbijglijden, komt-ie soms in alle hevigheid terug: is dit het? Wordt het niet beter dan dit? Moet ik het hiermee doen? Ik was al gewaarschuwd voor ‘de laatste tien procent’: het laatste stukje van je leven wat je niet terugwint, maar voorgoed kwijt bent. En dat, zo blijkt, net het verschil maakt. Omdat dat het tandvlees is waarop ik onmogelijke dingen voor elkaar kreeg. Nét die deadline haalde. Toch nog op tijd op het schoolplein stond. Met het zweet op mijn rug – maar ik stond er.
Het venijn zit in de staart. Ik heb een wonderbaarlijke wederopstanding doorgemaakt, kan meer dan de artsen voor mogelijk hadden gehouden, maar vlak voor de eindstreep van een volledig herstel begin ik te haperen. Zoals de grote wijsgeren Acda & De Munnik reeds zongen: Als dit het is, is dit het. En ik moet het ermee doen.
Dus blijf ik als een mantra herhalen: Het komt goed. Ik ben niet alleen. Moedig voorwaarts.