Columnist Maddy Stolk (49) vertelt over haar leven na haar hersenbloeding. Deze week vertelt ze dat ze een hekel heeft aan de feestdagen en wat dat met haar dochter doet.
Het is dé tijd van het jaar: van Sinterklaas, kerst, gezellig samenzijn, familie, omzien en reflectie.
Ik heb er een verschrikkelijke hekel aan. De hele maand december mag van mij integraal geschrapt worden. Vroeger liep ik vanaf 30 november met een grote, zwarte button met daarop in grote, witte letters: ‘I HATE CHRISTMAS’. Het zorgde nog eens voor een goed gesprek met een willekeurige passant en het wiedde de verstokte kerstliefhebbers als vanzelf uit mijn directe omgeving.
Nadat ik moeder werd, wilde ik mijn dochter niet opzadelen met de overblijfselen van een ingewikkelde jeugd en zette ik ieder jaar een kerstboom in de kamer met lampen en ballen en al. Ik zong met haar over stoomboten en heerlijke avondjes die waren gekomen. Ze is een groot liefhebber van gezelligheid en vooral van cadeautjes, dus voor haar waren de feestdagen een aaneenschakeling van hoogtepunten. Zo warmde ik zelf langzaam een beetje op, en verloren de donkere dagen hun scherpe randje.
Lees ook
‘Amsterdam dwingt me de beste versie van mezelf te zijn’
Dat nam niet weg dat mijn hart een sprongetje maakte toen Klaas met z’n schimmel door de mand viel. Het begon ermee dat ze haar laatste tand verloor en ik besloot dat het tijd was voor een stukje realiteitszin: “Je weet toch wel dat ík de tandenfee ben hè, smurf?” Ze dacht er nog geen tel over na en riposteerde: “Dan ben jij zeker ook de paashaas?”
Het is, bij nader inzien, nog ongeloofwaardiger dat er op eerste paasdag een uit de kluiten gewassen konijn door de kamer hopt met een mandje eieren, dan dat er oude man op een paard over het dak galoppeert om cadeautjes door de schoorsteen te kieperen. Na mijn bevestigende antwoord ging ze tevreden over tot de orde van de dag.
Maar daar bleef het niet bij, want de volgende dag zat ik net op de wc – haar favoriete moment om een boompje op te zetten over de grote en kleine complexiteiten van het leven – toen ze deur openrukte: “Als jij de tandenfee en de paashaas bent, ben jij dan ook Sinterklaas en de kerstman?”
Mijn trots over haar analytisch vermogen op zevenjarige leeftijd maakte vrij snel plaats voor lichte paniek: wat was een verantwoorde leeftijd om dit massabedrog te onthullen? Was ze niet te jong? Moest ik nu recht in haar gezicht verder liegen? Mijn aarzeling sprak blijkbaar boekdelen: “Ja dus”, zei ze, voor ze de deur weer dicht sloeg. Ik holde onverrichter zake de wc weer uit om nazorg te plegen. “Wat vind je ervan dat ik dat allemaal ben?” Ze haalde haar schouders op. “Best wel cool. Wat eten we vanavond?”
Wat ik toen nog niet kon vermoeden, was dat het heilig avondje plaats zou maken voor een nog veel groter gruwel: de sinterklaas-surprise. Ik heb twee linkerhanden, alles wat enige mate van handwerk vraagt, besteed ik zonder pardon uit. Onder het motto: ken je eigen kracht, en vooral ook je zwaktes – dat maakt het leven stukken makkelijker. Mijn dochter zit op de vrije school, waar ze leren haken, breien en vilten terwijl ze leren lopen, dus de lat qua knutselwerk ligt nogal hoog.
Lees ook
‘Ik weet zeker dat ik er niet was geweest zonder je hulp papa’
Ik zag 5 december met rasse schreden naderen terwijl er dozen en lege flessen het huis in werden gesleept. “Handig voor de surprise.” De stapel lege closetrollen, doppen en dozen groeide gestaag, maar geknutseld werd er niet. De avond voor de grote dag kon ik er niet langer omheen: ik moest ingrijpen, anders werd het huilen, vooral door degene wiens lootje mijn dochter had getrokken.
Maar van enige inmenging was ze niet gediend. Niet alleen mijn onhandigheid, maar ook mijn koppigheid was naadloos van generatie op generatie overgegaan. Na de zoveelste opmerking over ‘andere moeders’ die de dingen juist wel of juist niet of in ieder geval béter deden, flapte ik eruit: “Andere moeders hebben geen hersenbloeding gehad!”
Van schrik kneep ze te hard in de tube lijm die verstopt leek, maar waaruit opeens een dikke straal met een flinke boog op de lamp boven de eettafel belandde. Ik keek haar aan. Zij keek mij aan. “Wanneer wordt het hier nou weer eens normaal?” Uit mijn ooghoek zag ik de hobbylijm in grote klodders van de lampenkap druipen en een plakkerig spoor trekken over de eettafel. “Nu”, zei ik. “Vanaf nu is het hier weer normaal.”
Zaterdag 14 december verschijnt om 17.00 uur de volgende column van Maddy Stolk op LINDA.nl.