Ze telde, samen met een handvol volgers, koortsachtig af op TikTok en Instagram. Ik kocht een portemonnee die ik met extra zakgeld vulde. Ik moest er niet aan denken dat mijn elfjarige onderweg ergens zonder geld kwam te zitten.
De zaterdag voor haar vertrek, -nog twee nachten slapen-, schepte ze op eigen verzoek een grote zak met snoepgoed. “Want dan heb ik wat om uit te delen.” Puck stond stijf van geluk bij het vooruitzicht van een week in galop door branding en duinen.
“Ik ga zeker nieuwe vrienden maken want iedereen op dit kamp is, net als ik, gek op paardrijden.” Daar leek geen twijfel over mogelijk.
Op maandag- nog nul dagen slapen- vertrok ze richting een Waddeneiland. Het was zijn beurt dus mijn ex zette Puck voor dag en dauw op de veerboot. Die ochtend belde ze me nog even om 5.45 uur, in de auto richting de haven.
“Ik heb er zoveel zin in. En mam, ik ga je elke dag een minuut bellen”, zei ze met heldere, opgewonden stem. “Kijk maar,” antwoordde ik zo nonchalant mogelijk. “Een appje is genoeg, hoor.” Ze moet helemaal niet met het thuisfront bezig zijn, laat staan met een bezorgde moeder.
Het is een genetisch defect van mijn vaders kant. Die liet zijn kinderen ook alles zelf uitvogelen, ondanks een sluimerende ongerustheid. Pap had liever dat ik tot sluitingstijd in de kroeg bleef en samen met vrienden huiswaarts fietste, dan dat ik de terugtocht op tijd en alleen maakte. Van Puck verwacht ik nu geen dagelijks live-verslag of lange telefoontjes. Maar een teken van leven in de vorm van een app of sms zou de week, voor een moeke zoals ik, een stuk aangenamer maken.
Door de scheiding, al weer vijf jaar geleden, heb ik de kinderen vroegtijdig los moeten laten. Puck was slechts zes, Charlie drie. Dat je de helft van de week hun klamme handpalmen niet stevig in de jouwe kunt houden, hakt er diep in. Des te jonger ze zijn, des te tegennatuurlijker de co-ouderschap voelt.
Deze kampweek hits me harder dan ik- tegen alle ervaringen in- verwacht: dit voelt als loslaten in het kwadraat. Puck is niet met klasgenoten op schoolkamp of bij haar vader thuis maar een zee-oversteek van me verwijderd in een vreemd gezelschap. Dat is goed. Het hoort zo, ik weet het.
Bij elke nieuwe stap die Puck neemt, dwing ik mezelf de teugels te laten vieren. Ook al wil ik mijn kind, juist dan, het liefst tegen me aanklampen. Al die cruciale eerste keren- alleen naar school, solo op de fiets, met vriendinnen samen naar het zwembad- deed ik het zo. Na afloop was Puck dan een centimeter gegroeid in lengte, trots en zelfstandigheid.
Het punt is: ik vertrouw Puck wel, maar de rest niet.
Puck heeft de goede zwemgenen van haar vader, maar de stroming van de Noordzee is grillig. De natuur kan hard en ontzagwekkend zijn. Ik ben klein en voel me nederig naast een paard. Het zijn majestueuze dieren die steigeren en razendsnel vluchten bij gevaar. Puck rijdt al vijf jaar paard en bestijgt blakend van zelfvertrouwen een zadel. Mijn vrees is voor haar een lachertje. En zo hoort het.
Ik vertrouw Puck. Ze is slim en heeft een loepzuivere, sociale radar. Maar ik wantrouw volwassen mannen met een bovenmatige interesse voor kleine meisjes. Mannen die op elke hoek van de straat kunnen opduiken. Ook op de Wadden.
De rest van de maandag blijft het stil, geen bericht. Ik pols mijn ex, ze heeft een goede band met haar vader. Die lijkt in weinig opzichten op mij en is, gelukkig, van nature vol vertrouwen. “Ik heb niks gehoord. Zij is, denk ik, druk.”
Geen nieuws is goed nieuws. Ik weet het. De volgende dag komt er een teken van leven in de vorm van een cryptisch bericht.
“Geen wifi.”
Vijf minuten later: “Ik ben ok. Bellen?” De verbinding is slecht. Soms valt ze weg. Ruis op de achtergrond. Gegiechel.
“Het is leuk, mam. Ik heb een paard die heel anders is dan ik thuis gewend ben. Ik ga ophangen want we doen nu levend Stratego. O ja, vannacht is er een dropping. Spannend hé? Love you.”
Voordat ik een woord terug kan zeggen wordt de verbinding abrupt verbroken. Een dropping? Wat bedoelt ze eigenlijk met: ‘dit paard is anders’? Waarom is ze niet gewoon op klei- en knutselkamp ergens in Salland?
Maar ik bel niet terug. Die knoop in de maag… dat is míj́n onrustige moederlijf, schrille fantoompijn van de navelstreng. Mijn oudste dochter wordt straks, als ik allang op één oor lig, zonder mobiele telefoon in een bos in the middle of nowhere gedropt. Wie wil dat niet na een dag galopperen en oorlog spelen?
Vrijdag -nog vier nachten slapen- mag ik haar ophalen.
Journalist en auteur Maaike Olde Olthof (45) is gescheiden en heeft twee dochters. Ze is mantelzorger voor haar moeder die dementie heeft. ‘Never a dull moment’ in dit atypische huishouden, waar Maaike wekelijks een column over schrijft.