Het prijkt groot op de cover van onze nieuwste LINDA.: vechtscheiding. Een woord waarbij één letter veel verschil maakt. Eline, contentmanager van LINDA.nl, kan het weten.
In deze openhartige column legt zij uit wat zo’n scheiding met een kind doet.
‘Volgens Wikipedia spreekt men van een vechtscheiding wanneer ‘een echtscheiding gepaard gaat met bewuste acties met de bedoeling de ex-partner of de band die deze ex-partner heeft met gezamenlijke kinderen schade toe te brengen’. Kleine toevoeging: ‘Vechtscheidingen kunnen zeer lang duren.’ Maar wat is zeer lang? Je zou kunnen zeggen dat vijf jaar op een mensenleven niks is. Maar de vijf jaren waarin mijn ouders continu met elkaar in de clinch lagen, die leken wel vijftig jaar te duren.
Ik heb een onbezorgde jeugd gehad. Toen ik vijf was werd mijn zusje geboren en begon ik aan een van mijn eerste balletlessen. Ballet werd mijn passie, ik kon al mijn energie en creativiteit hierin kwijt. Ik weet nog dat ik – na lang oefenen – eindelijk een dubbele pirouette kon en in extase was. Het woord ‘ballet’ is voor mij een equivalent voor geluk. Mijn vader heeft in veertien jaar tijd geen enkele les van mij gemist. Hij kwam trouw iedere dinsdag, woensdag en donderdag naar het kerkje waar ik les had en zat dan op het balkon rustig een uur toe te kijken.
Wat mijn vader voor mij was met ballet, was mijn moeder voor mijn zusje met hockey. Mijn moeder stond aan de zijlijn van de trainingen en was lange tijd coach van haar team. De ouderlijke ‘taken’ waren zo op een natuurlijke manier verdeeld. Die verdeeldheid bleef een ding in ons gezin: ik ging op donderdagavond naar de stad met pap, mijn zusje met mam. Ik vroeg of ik later thuis mocht komen na het uitgaan aan papa, mijn zusje overlegde logeerpartijtjes met mama.
Lees ook
Zo beleefde Valerie als kind de vechtscheiding van haar ouders: ‘Het draaide nooit om mij’
Echte tegenvallers kende ik vroeger niet. Ik haalde mijn havo-diploma, was lange tijd het beste kind van mijn balletklas en had zóveel vriendinnen om me heen dat ik nauwelijks tijd voor mezelf had. Na de middelbare school verhuisde ik op negentienjarige leeftijd naar Utrecht, mijn zusje (destijds veertien jaar) woonde nog thuis. Ze klaagde weleens aan de telefoon dat papa en mama veel ruzie maakten, maar hoorde dat er niet gewoon bij? Ik kibbel(de) ook genoeg met haar.
Maar dat gekibbel nam toe, totdat ik op een doordeweekse dag tijdens mijn stage door mijn zusje werd gebeld. “Mama wil van papa scheiden”, vertelde ze huilend, “en ik moet nu bij vrienden wachten tot iemand mij komt halen.” Ik was met lamheid geslagen. ‘Hoe onhandig kan je zoiets aan een (klein) kind vertellen?’, dacht ik nog.
Die onhandigheid was een understatement. De druppel was voor mij het moment dat mama op kerstavond het huis verliet en pas weer wat liet horen toen ze een advocaat had ingeschakeld. Mijn zusje pendelde in de tussentijd tussen twee huizen op en neer en mijn vader raakte verbitterd. Vanaf dat moment maakten advocaten vijf jaar lang de dienst uit in ons gezin. Mijn moeder communiceerde alleen via de officiële weg met mijn vader en mij – mijn zusje verkeerde in een loyaliteitsconflict en kwam daardoor wel nog sporadisch bij haar over de vloer.
Ik heb sinds die kerstavond geen contact meer met mijn moeder. Bewust. Zoals zij voor haar eigen geluk koos – zonder ons in haar leven – heb ik gekozen voor het geluk van mijn familie. Dat zij daar geen onderdeel van uitmaakt, geeft mij voor nu de ruimte om er te zijn voor mijn vader en mijn zusje. Dit geeft mij meer rust. Er spookten namelijk continu vragen door mijn hoofd. “Waarom laat je een vreemde over je leven beslissen? Wat hebben jouw kinderen je misdaan dat jij ons zwartmaakt tegenover de buitenwereld? Waarom wil je een slaatje slaan uit iets waar jij (hopelijk) ooit veel om gaf?” Wie weet krijg ik hier ooit antwoord op. Ik zie deze afstand namelijk als een tijdelijke oplossing; een waarvan ik de einddatum nog niet weet.
Wat is vijf jaar op een mensenleven? In goede tijden knipper je twee keer met je ogen en is de tijd voorbijgevlogen. In slechte tijden kan in die jaren een heel leven vergald worden. Mijn vader heeft meer rust nu de rechtbank geen rol meer speelt in zijn leven, maar de littekens zijn blijvend. Hij is de allerbeste vader die een kind zich kan wensen, maar zal nooit meer vertrouwen hebben in de liefde. Mijn zusje is een zelfstandige vrouw geworden, maar heeft een vertekend beeld van wat een moeder hoort te zijn. Want onze moeder bracht met bewuste acties schade toe aan haar kinderen – ook al wilde ze ‘alleen maar’ scheiden van onze vader. Ik heb daardoor een betonnen muur om me heen gebouwd, want iemand dichtbij laten komen, staat in mijn ogen gelijk aan verdriet en pijn.’