Kara Bos vond na lang zoeken haar biologische vader in Zuid-Korea terug. Als hij weigert haar te ontmoeten en erkennen, dwingt ze via een rechtszaak een ontmoeting af.
Waarom ze deze ongebruikelijke keus maakte vertelt ze in Op1.
Moeder
Bos werd als meisje van amper twee jaar oud op een parkeerplaats gevonden in Zuid-Korea. Via een adoptie-instantie komt ze in Amerika terecht, waar ze een gelukkige jeugd heeft. De behoefte om op zoek te gaan naar haar roots heeft ze niet, tót ze zelf een dochter krijgt.
“Ik zag haar met twee jaar en dacht: hoe kun je dat doen? Het is dan al zo’n mensje en als moeder begon ik na te denken hoe vreselijk dat zou zijn.” Het is het startsein voor de zoektocht naar haar biologische ouders, die totaal anders zou eindigen dan ze kon vermoeden.
Hoewel ze haar biologische familie van haar vaders kant vindt, moeten ze niks van haar weten. Ondanks eindeloze pogingen van Bos’ kant houden zij haar biologische vader met man en macht weg bij haar. Het frustreert haar enorm, helemaal omdat de man de enige is die haar ook meer kan vertellen over haar biologische moeder.
Bodyguards
Uiteindelijk dwingt ze via een rechter een ontmoeting af: “Hij kwam binnen met een hoed en een zonnebril op en twee bodyguards bij zich”, vertelt Bos. Ze vermoedt dat hij nog in ontkenning was over haar bestaan, omdat de familie hem al die tijd niet had ingelicht over haar pogingen tot contact.
Ondanks de teleurstelling heeft Bos geen spijt van alles: “Ik doe dit niet alleen voor mezelf, maar voor alle adoptiekinderen. Vaak zijn dossiers incompleet en werken instanties niet mee. Ik hoop dat dit een verandering brengt in de wet van elk land dat adoptie toestaat.”