Het leek zo’n goed idee. Een tweede kat in huis, zodat ze gezellig samen kunnen spelen. Maar één norse kater, een te enthousiaste bedplasser en vele scherven later, krabt LINDA. redacteur Michelle zich toch achter d’r oren.
Ook ‘de vriend’ is nog niet helemaal tevreden.

Michelle haalt een tweede kat in huis: 'Bedplassers, aparte kamers en ontevreden vriend'
Asiel
Wanneer de vriend van huis is, kijk ik soms stiekem op de website van het asiel. Een blinde kat, een kitten met beginnende artritis of twee broers die te vondeling zijn gelegd. Ik scroll er doorheen en fantaseer: de nieuwe kat, lief spelend met mijn vierjarige kater Bob.
Vorige week had ik weer zo’n moment. Alleen ging het deze keer een stapje verder. ‘Wat als ik een adoptieformulier invul? Er reageren tientallen mensen, de kans is klein dat…’ En voordat ik het wist, had ik op de aanmeldknop gedrukt. Voor Jip, een dertien weken oude kater met traanoogjes.
Harvey
Jip heet inmiddels Harvey. Inderdaad: ik werd dus mooi wél gebeld door het asiel. Of ik Jip – Harvey dus – wilde ophalen. Er had blijkbaar niemand gereageerd, terwijl half rode katers meestal ‘de toonbank over vliegen’. Zijn traanoogjes bleken voor velen niet schattig genoeg.
Mijn hart brak, en toen ik als klap op de vuurpijl hoorde dat Harvey te vondeling was binnengebracht, heb ik de kleine man in de reismand gestopt. De vriend, die echt niet wilde, middenin de asielkamer vol kittens: “Maar jij betaalt, ruimt op en doet de kattenbak. O, en kunnen we ze allemaal meenemen?”
Bedplasser
Doe je het goed en verstandig, dan zet je de nieuwe kat een aantal dagen of weken in een aparte kamer. Zo kunnen beide katers aan de nieuwe geuren wennen, vanonder de deurpost.
Dat heb ik één dag volgehouden. Daarna schoot kleine Harvey (Specter, geen Weinstein), als een kleine rat door de deuropening. Resultaat: een gebroken fotolijst, vaas aan diggelen, en drie keer ons bed onder geplast. De fotolijst – met daarin een foto van mij en de vriend – werd van de kast geslagen door de anders zo brave Bob. Een kleine hint naar ons, gok ik zo.
De jongens
We zijn nu een kleine week verder en de twee katers rennen als ongeleide projectielen door het huis. Harvey bijt Bob graag in zijn staart wanneer hij net lekker ligt te slapen, en Bob duikt er vervolgens met zijn volle zes (en een halve) kilo bovenop.
De vriend is nog steeds niet overtuigd, maar zolang ik het beddengoed zelf blijf wassen, de scherven opruim en de twee kattenbakken verschoon, sputtert hij niet tegen. En ik weet dat half Nederland walgt over het volgende: maar ze sliepen vannacht zelfs samen bij ons in bed.
Slapeloze nachten, minder productieve werkdagen en bijna de relatie naar de knoppen, maar mijn hart smelt wanneer ik de vriend zachtjes hoor zeggen: “Kom jongens, we gaan lekker eten.”
Lees ook
Zonnig weer? Smeer dan niet alleen jezelf, maar ook je kat in met zonnebrandcrèmeLees ook