Huiselijk geweld is een ernstig probleem dat in Nederland nog steeds veel voorkomt. Eén op de vijf vrouwen in Nederland is ooit fysiek mishandeld door een partner of ex-partner. LINDA. spreekt met Janice Hendriks (25), werkzaam als maatschappelijk werker bij Blijf Groep en met Zoë* (36), die nu al bijna 1,5 jaar in een Oranje Huis – één van de opvanghuizen van Blijf Groep – verblijft met haar drie kinderen.
Dat Blijf Groep dit jaar vijftig jaar bestaat, voelt wrang. Zoals Hendriks treffend verwoordt: “Dit is wel een erg wrange aanleiding voor een feestje. Het feit dat we na al die jaren nog steeds zo hard nodig zijn, zegt genoeg.”
Trigger warning: dit artikel gaat over huiselijk geweld.
Zoë’s verhaal begint, zoals zoveel verhalen van vrouwen in haar situatie, met wat leek op een normale relatie. “Het begon goed, maar langzaam maar zeker werd onze relatie steeds meer onder spanning gezet. Hij werd steeds meer controlerend, en ik raakte geïsoleerd van mijn vrienden en familie”, vertelt ze. “Het was pas na jaren dat het fysieke geweld begon. Wat begon als ruzies, veranderde al snel in geschreeuw, toen in duwen, en uiteindelijk in klappen en trappen. Het dieptepunt was toen hij een bloempot op mijn hoofd kapotsloeg.”
Maar weggaan is niet zo simpel als het lijkt. “Mensen vragen vaak: waarom ging je niet gewoon weg? Maar je voelt je gevangen, geïsoleerd en je denkt dat je niemand meer hebt. En soms zijn er ook goede momenten, dan hoop je dat het weer beter wordt. Daarnaast wil je dat je kinderen ook met hun vader opgroeien”, vertelt Zoë.
