Toen ik in 2009 met Twitter begon, was het natuurlijk nooit de bedoeling dat ik daar twaalf jaar later nog steeds zou rondhangen. Dat die berichten me inmiddels ruim 54.000 volgers zouden hebben opgeleverd, was al helemaal niet de bedoeling.
Ik zou me de pleuris zijn geschrokken.
Wist ik veel. Ik was net verlaten, had tijd over en werd door een vriendin gewezen op iets nieuws op internet. Een soort openbare Hyves, maar dan zonder dansende bananen. Twitter bestond nog niet zo heel erg lang, maar won snel aan populariteit. Mensen deelden er dingen uit hun dagelijks leven. Maar ook woestmakende of juist geweldige nieuwsberichten, grapjes en dronkenschap.
Wat online begon, ging in de echte wereld verder met borrels die werden georganiseerd. Wat leidde tot vriendschappen die werden gesloten en wat regelmatig ook leidde tot opbloeiende liefdes. Een van mijn beste vriendinnen, die ik op Twitter heb ontmoet, is getrouwd met iemand die ze kent via Twitter. Net zoals ik de vader van mijn kinderen op Twitter ben tegengekomen.
Zo gezellig als het ooit was, is het allang niet meer. Iedereen die iets post wat ook maar neigt naar een mening, wordt regelmatig lastiggevallen door scheldende trollen. Met een verkeerde opmerking kun je zomaar een woedende menigte over je heen krijgen.
Toch zit ik er nog steeds. En zo lezen wildvreemden dus al meer dan tien jaar van alles over mij. Dat mijn moeder in 2015 stierf, verhalen over de verbouwing van ons huis, de tweeling die in augustus 2020 werd geboren. Zelfs het feit dat die tweeling een totale verrassing was, omdat we al jaren bezig waren een kindje te adopteren.
Is het niet raar als zoveel mensen die je niet eens kent dat allemaal van je weten? Natuurlijk is dat raar. Net zoals het heel raar is dat ik weet dat André Hazes’ vriendin Sarah heet. En dat hij laatst vlechtjes in zijn haar liet zetten, maar dat hij het bij nader inzien toch stom vond staan. Het voelt ook best vreemd als ik gewoon over straat loop en ineens word aangesproken door iemand die ik niet ken. Maar dat die mij wél van Twitter blijkt te kennen.
Maar het is ook mooi. En openheid heeft wel degelijk een functie. Soms is het simpelweg bedoeld om mensen aan het lachen te maken of op te vrolijken. Soms zit er wel degelijk een boodschap achter. Ik krijg mails van moeders die blij zijn dat ik kinderen hebben vooral positief voor het voetlicht breng. Van vrouwen die ook onrustige cellen hadden in hun baarmoeder, of zelfs kanker. En me bedanken omdat ik aandacht besteed aan het belang van uitstrijkjes. Tot mensen die ook iemand hebben verloren aan zelfmoord, net als ik mijn moeder. En die zich net zo opwinden over de GGZ.
Haal je die berichten uit context en zet je er lukraak wat achter elkaar, dan wordt het ineens iets heel anders. Dat deed ene Kelli van der Waals vorige week in Trouw, in het zomerrubriekje ‘Microberoemdheden’. Ik ken Kelli niet, maar zij bleek wel van alles van mij te weten. Via Twitter dus. Helaas had ze niet zo goed opgelet en bleek het stukje vol fouten over mij te staan, maar dat terzijde.
Het was een onaardig stukje en ergens voelde het ook een beetje creepy. Als ik op een terras van alles aan een vriendin vertel, dan doe ik dat ook in het openbaar. Maar toch zou ik het niet erg prettig vinden als iemand die verhalen vervolgens met een foto van mij erbij in de krant zou plaatsen.
Het was bovendien een stuk interessanter geweest als ze me ook had gevraagd waarom ik in godsnaam zoveel van mezelf online laat zien. Dan had ik haar dat kunnen vertellen. En meteen kunnen waarschuwen dat de foto van mij met m’n hond die bij het stukje is geplaatst, een foto met mijn dode hond was. Had ze kennelijk toch niet zo goed opgelet.
Rianne Meijer is tekstredacteur bij LINDA., heeft een tweeling van negen maanden, een Twitter-account en regelmatig last van een mening.
Lees ook
‘In gewone mensentaal was de uitslag van mijn uitstrijkje: voorstadium baarmoederhalskanker’