Leon Verdonschot legt voor LINDA. wekelijks iemand het vuur na aan de schenen. Deze week is zanger Ruben Hein (41) aan de beurt. Afgelopen week verscheen zijn nieuwe EP Leveller. Na de zomer gaat hij het theater in.
Je komt uit Bemmel. Die plaats heeft twee bijnamen: ’t Kaokelnest, en Bemmely Hills. Welke gebruik jij het meest?
“Het is gevaarlijk, maar ik durf te beweren dat ik met mijn vriendengroepje van destijds tot de eerste behoorde die de term Bemmely Hill bezigden. Die andere bijnaam is vooral gerelateerd aan carnaval, en ik ben niet zo opgegroeid met carnaval. Al is het altijd gevaarlijk dat te zeggen, omdat veel mensen uit Bemmel me zullen proberen ervan te overtuigen dat ik het zeker een keer moet proberen.”
Bij een van je nieuwe nummers, Heartaches, werd je beïnvloed door het gedicht This Be The Verse. Dat begint als volgt: They fuck you up, your mum and dad / They may not mean to, but they do. Had je een leuke jeugd?
“Het zal je verbazen als je het zo leest, maar ja; ik had een leuke jeugd, en hou heel veel van mijn ouders. Maar de fase waarin ik aan die nummers werkte, was wel een fase waarin ik wat zaken van me had af te schrijven, waarin ik mezelf niet helemaal begreep en hulp heb gezocht bij het oplossen van allerlei losse eindjes. Het grappige is dat het gedicht eindigt met een conclusie die neerkomt op: neem vooral zélf geen kinderen als je dit wilt voorkomen. Dat is mislukt. En mijn eigen kinderen zitten waarschijnlijk eveneens over dertig jaar bij een psycholoog, boos te zijn op mij. En dat is uiteindelijk niemands schuld, al onze problemen druppelen nou eenmaal door naar de generatie na ons, ook al willen we dat niet.”
Je bent zelf inmiddels ook vader. Had je daar voornemens over?
“Ik had daar wel een beeld bij. Maar dat is uiteraard niet helemaal uitgekomen, alleen al omdat je, als je eenmaal kinderen hebt, anders reageert op sommige dingen dan je van tevoren zelf had bedacht. En nee, ze hoeven geen muzikant te worden van mij. Ik hoop vooral dat ik ze genoeg handvatten aanreik om te ontdekken waar ze het meest gelukkig van worden.”
Is het voor jou altijd helder geweest dat jij op aarde bent om muziek te maken?
“Haha. Dat de Heer mij daartoe heeft gezegend met deze gaven, bedoel je? Ja, en daarnaast loop ik ook graag over water.”
Je had geen plan B?
“Ik doe het met overgave, nog steeds. Maar ik heb het nooit bevraagd. Heel veel mensen weten niet waar ze nog meer goed in zijn, naast wat ze al doen. Misschien ben jij zonder dat je het weet een heel erg goed polstokhoogspringer. Toen ik na vorig jaar mezelf heel veel vragen ging stellen, moest ik er wel weer even achter komen dat ik het nog steeds heel erg leuk vind om muziek te schrijven en te maken. Zoals veel mensen in deze tijd ging ik over vorig jaar over van alles twijfelen. En dat zal ongetwijfeld in de toekomst nog wel eens gebeuren.”
Op je vorige album OCEANS zong je over ons milieu en de natuur. Is dat voor jou vooral een bron van geluk, of van zorgen?
“Ik word sowieso blij als ik in de natuur ben en door mijn verrekijker kijk. Dan moet ik echt waken dat ik niet de rest van de dag zit te staren, als naar een soort slow-tv. Maar ik maak me veel zorgen over ons klimaat, en dan met name voor mijn kinderen. Misschien is het heel naïef, of zelfs een vorm van mijn kop in het zand steken, maar ik ben ondanks al mijn zorgen wel nog steeds optimistisch over de kansen dat we het nog kunnen keren.”
Is dat een tip voor iedereen die meer natuur wil ontdekken: een verrekijker?
“Zeker! Ik ben vergroeid met dat ding. Als je iets wilt zien, kan ik je een verrekijker echt aanraden. Ik gaf hem laatst aan een klein kind dat er nog nooit doorheen had gekeken, en de reactie was veelzeggend: ‘Wow!'”
Een bekend cliché luidt dat je nooit je helden moet ontmoeten. Jij ontmoette niet alleen Bill Withers, je zong ook zijn hit Ain’t No Sunshine voor hem in Carré. Bleek het cliché te kloppen?
“Ik denk dat je vooral moet zorgen dat je verwachtingen kloppen. Veel mensen die hun helden ontmoeten willen volgens mij eigenlijk beste vrienden ermee worden. Dat had ik niet, maar ik was wel onder de indruk van hem, zoals alle artiesten die die avond optraden. Na de show gingen we nog iets drinken. Bill dronk cola-glazen vol met een zeer lichtroze drankje.
Ik had die avond nog een ander nummer van hem gezongen, Let Me In Your Life. Hij complimenteerde me met mijn versie, maar zei meteen erna: ‘There’s one other person I knew who covered that song, and I hated it. You know who that was? That was Aretha Franklin.’ Ik dacht alleen maar, om allerlei redenen: holy shit!
Hij zei ook dat als ik een keer in LA was, ik het moest laten weten, dan kon hij misschien iets voor me doen. Dus een tijd later ben ik naar LA gegaan, om met hem te lunchen. Tegen het eind van de lunch schoof ik zo nonchalant mogelijk mijn eigen cd’tje zijn richting uit, zonder er iets over te zeggen, en toen ze hij: ‘Ah. You came here all armed and dangerous.’ Toen voelde ik me zo betrapt en lullig. Oef! Ik had gewoon ronduit moeten zeggen: ‘Je zei destijds dat je me misschien kon helpen, dus hier is mijn album, want nee heb je, ja kun je krijgen.’ Dus om je vraag te beantwoorden: ja, het kan tegenvallen, maar probeer ze vooral als een gelijke te behandelen, dat kan een groot verschil maken.”
Is er voor jou een leven voor en na Wie is De Mol??
“Ik heb dat heel erg leuk gevonden, het heeft me veel bekendheid gebracht waarvan een deel blijft en een deel niet, en ik word er nog steeds wel eens op aangesproken. Maar je moet het ook weer niet groter maken dan het is. In die tijd zei een andere oud-kandidaat tegen me, op een heel gewichtige toon: ‘Weet jij dat er minder mensen De Mol zijn geweest, dan op de maan?’ Toen dacht ik vooral: voor jou beter geen witte wijn meer vanavond.”
