Leon Verdonschot legt voor LINDA.nl wekelijks mensen het vuur na aan de schenen. Deze week is cabaretière Katinka Polderman (41) aan de beurt. Ze gaat eind deze maand het theater in met een programma rond haar beslisbomen. Zonder liedjes, maar met powerpoint.
Je ben inmiddels een expert in het maken van ‘beslisbomen’, die je helpen tot het antwoord op een vraag te komen. In jouw geval zijn ze vooral grappig, met vragen als ‘Staat u in uw kracht?’ en ‘Bent u wakker of woke’? Zijn ze in serieuze vorm wel geschikt om ingewikkelde problemen inzichtelijk te maken?
“Ja, want je ontleedt het tot kleine subprobleempjes. Die van mij zijn niet zo geschikt om je te helpen in het leven, maar met een serieuze kun je wel tot de kern van een probleem komen, denk ik. We kennen de beslisboom allemaal van de Belastingdienst, dat is de Basisbeslisboom: heeft u een eigen huis, zo ja, is dat dit jaar gekocht? Ik ben zelf met die beslisbomen begonnen toen ik me zat te vervelen in coronatijd, en een reclamefilmpje voor bitcoins zag langskomen met Won Yip erin, die een ‘succesvolle horecaondernemer’ werd genoemd.
Toen heb ik voor de grap een beslisboom gemaakt rond de vraag ‘Is het Won Yip?’ En een week later nog een, met de vraag ‘Gaat de musical Soldaat van Oranje wel door?’ Kort erna had ik mijn eigen rubriek in de Volkskrant met die beslisbomen. Om te beginnen voor tien weken, maar dat is nu al 2,5 jaar geleden. Ze gaan over de meest uiteenlopende onderwerpen. Van ‘Moet het in de was of kan het nog een keer aan?’ tot ‘Wie hoort u daar zingen?’, over Nederlandstalige muziek. Er passen echt heel veel onderwerpen in een beslisboom.”
Volgende maand verschijnen ze in een boek, eind deze maand ga je er mee het theater in. Je moet vooral uitleggen wat dat programma niét is: geen cabaret, geen liedjes. Wel: een powerpoint. Je dacht: ik maak het vooral niet meer sexy dan het is?
“Ja, ik ben zo bang dat anders mensen zich verheugen op liedjes. Je zou het een ‘cabareteske lezing’ kunnen noemen, maar dat vind ik zó’n schijtterm. Dat klinkt als de jaarcijfers, met een kwinkslag. Als je het ziet, is het heel duidelijk wat het is. Het is formeel eigenlijk ook geen powerpointpresentatie, ik doe het op mijn iPad en daar heet het anders. Wacht, ik zoek het even op.” Katinka scrolt door haar iPad. “Keynote! Maar ja, dat klinkt weer alsof ik een avond de aandeelhouders blij ga maken.”
Een beslisboom is zeer geschikt voor mensen die anders maar blijven twijfelen. Ben jij een twijfelaar?
“Ja. Ik denk dat het niet voor niets is dat ik beslisbomen ben gaan maken. Ik vind keuzes maken heel erg moeilijk. Op alle vlakken. Bij het maken van een voorstelling heb ik gek genoeg wel vaak snel het idee wat ik wil, en dan ook in rare details: dat ik zeker weet dat er een rijdende pantoffel in moet zitten. Maar over de vraag waar mijn boekpresentatie moet plaatsvinden, of wat ik vanavond moet eten: daar kan ik eindeloos over twijfelen. Het enige plan dat ik ooit in mijn leven heb gehad is dat ik cabaret wilde maken.”
Je bent opgegroeid in ’s-Heer Abtskerke. Daar wonen 520 mensen.
“519: er is gisteren één doodgegaan. Haha!”
Ken je die mensen dan ook allemaal?
“Ja, eigenlijk wel. Er horen ook wel een paar gehuchten bij, dat zijn dorpjes op zich. Maar het zijn inderdaad allemaal mensen die daar geboren en getogen zijn.”
Het ligt midden in natuurgebied De Poel. Dat klinkt wel prachtig.
“Ja, het wordt altijd enorm geromantiseerd: lekker buiten spelen! Maar wat moet je daar dan? Ik had liever een kroeg gehad. Of een bibliotheek. Als je tien bent, wat moet je dan in een weiland? Ik had veel meer gehad aan een toneelvereniging, of een tekencursus.”
Naar wat voor school ging je?
“Een school met achttien kinderen. In totaal. Als je van muziek hield, kon je bandjes overtapen van kinderen op school, maar die hielden alleen van MC Hammer.”
Inmiddels woon je in Den Bosch, waar je de Koningstheateracademie hebt gedaan. Daarvoor deed je in Rotterdam de Cabaretacademie, opgezet door Bert Klunder. Heb je het vak daar geleerd?
“Ja, al heb ik ook veel áf moeten leren. Zoals denk ik iedereen die gestudeerd heeft. Je leert tijdens je studie De Waarheid, en vervolgens kom je er achter dat er ook een éigen manier is om dingen te doen.”
Hoe hield je jezelf bezig?
“Met mezelf Russisch leren, met een cursus van de bibliotheek. Dat vond ik cool: een taal waar je niks aan hebt in het dagelijks leven, en die lettertjes vond ik heel leuk. Maar het is echt heel erg moeilijk: ik ben nooit veel verder gekomen dan ‘Ik ben Katinka Polderman en ik ben zeventien’. En mijn oom werkte bij Cirque du Soleil, daar stuurde mijn ouders me heen, om daar te leren werken.
Dat was wat! Als zeventienjarige uit zo’n kutdorp opeens ’s avonds naar de Mazzo, en eten van een afhaal-Turk. Ik ben ook in Amsterdam blijven hangen, als secretaresse van een multimiljonair. Die soms te zuinig was om geld uit te geven, dus dan kwam de piloot van zijn privévliegtuigen weer woedend binnen om te klagen dat het landingsgestel niet was uitgeklapt. Ik vond het heerlijk om allemaal mee te maken.”
Jouw loopbaan begon met een knal: je won in 2005 zowel de jury- als publieksprijs van het Leids Cabaret Festival. Voelde het ook als een vliegende start?
“Ik had er vanaf mijn veertiende naar toe gewerkt, en het rare was: het voelde als een soort van normaal. Ik had altijd het idee gehad: als je het Leids wint, ben je cabaretier. Ik had ook talloze keren gekeken naar andere winnaars: in welk jaar heeft Najib Amhali gewonnen, en in welke zalen stond hij vijf jaar later? Dus toen was ik 23 en won ik, en dan ook nog als enige vrouw sinds jaren, en de eerste in een tijd die zowel de jury- als de publieksprijs won, en dan ook nog met liedjes erbij.
‘Hype’ is zo’n kutwoord, maar een vliegende start was het zeker, ook omdat mensen toen ook massaal naar het theater gingen, ook om nieuwe namen te zien. Daarna kwamen het rookverbod, de btw-verhoging en nog veel meer, waardoor je als jong talent niet meer vanzelfsprekend voor volle zalen stond zonder dat je daar de hele dag op Instagram heel veel moeite voor moest doen. En als je 23 bent, heb je ook een soort zelfvertrouwen waar je heel ver mee kunt komen. Ik denk vaak: wat is het toch oneerlijk in het leven. Zou je maar de kennis en de rust kunnen hebben van een veertiger, maar dan met de kop van een 23-jarige, zodat je ook leuk en jong en fris op de foto in de krant staat.”
