De frustratie wordt steeds groter. WJ zit nog steeds in lockdown in Italië en er is nog geen zicht op zijn terugkomst. Onze gesprekken missen de echte intimiteit en ik probeer die uit alle macht terug te krijgen.
Tevergeefs. Wanneer ik vraag hoe hij zich voelt, gaat het altijd goed. ‘Ik doe oefeningen, ik kook uitgebreid, werk veel, dus: Nee hoor, ik red me prima.’ Terwijl hij, net zoals zoveel Italianen, getraumatiseerd moet zijn. Politie op straat die je controleert of je wel de juiste papieren hebt om naar buiten te gaan. Geen sociale contacten. Vrienden en familie ver weg. Verschrikkelijk.
Wanneer ik vraag of we zullen Facetimen, wil hij dat niet. Hij vindt het relaxter als hij lekker op de bank ligt met mijn stem in zijn oor. Hij heeft er dus geen behoefte aan om mij te zien. Zo draai je langzaam maar zeker de liefde de nek om. Ik begrijp echt wel dat een gevoel minder wordt als je elkaar uiteindelijk na twee dates – weken, maanden niet ziet. Wanneer je dan ook nog elk verlangen de kop indrukt. Ik houd echter vast aan het beeld wat ik had. Als hij eerst maar weer hier is: he swept me off my feet and he can do it again.
Mijn verlangen naar zijn terugkomst is ook niet alleen het verlangen naar hem, maar het impliceert dat de wereld weer een beetje wordt zoals het was. Dat we weer mogen reizen, dat alles goed komt. WJ representeert voor mij de vrijheid en die heerlijke onbezorgde tijd. Maar ook de pijn van het (eventuele) verlies. En daar heb ik zó geen zin in. Het zou toch fijn zijn dat als ik iemand mijn hart geef, ik het ook weer heel terug krijg.
Winkels zijn dicht, horeca op slot, dus dan meer weer eens in het virtuele café Tinder rondsnuffelen. Gewoon voor de lol.
Ik krijg een melding van Tinder: ‘Iemand heeft een Superlike voor je gebruikt’. Ik swipe door het aanbod mannen totdat ik bij het blauwe sterretje kom dat de Superlike aangeeft. Zijn foto lijkt me een cd-hoes en zijn naam is Tarkan. Leuk bedacht. Er is verder geen wervende profieltekst, alleen dat hij 46 is. Vraag me niet waarom, maar mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Ik weet het, geen foto en geen omschrijving is een no go, maar ach, ik wil verder toch niks. Behalve dan een Joker inzetten voor het geval WJ of het gevoel voorgoed wegblijft.
Wanneer ik naar rechts swipe, krijg ik al snel: ‘Hallo daar.’ Een weinig originele openingszin, maar ik antwoord: ‘Hallo ook daar.’
We babbelen wat oppervlakkig heen en weer en hij gebruikt veel lol-emoji’s. Ook wanneer er weinig te ‘lollen’ valt. Het is in ieder geval een vrolijke Frans. Precies wat ik nodig heb nu.
We praten wat oppervlakkig heen en weer, of we kinderen hebben. Ja, hij heeft twee tieners en is gescheiden. Zijn kinderen komen vaak, hij heeft een goede regeling met zijn ex dat de kinderen kunnen komen wanneer ze willen. Ik hou ervan als exen op goede voet staan met elkaar. Wanneer ik vertel dat ik journalist ben, zegt hij: ‘Modebladen? Want je ziet er echt fashion uit.’ Ik moet hartelijk lachen om de formulering van zijn compliment. Dan vraag ik of hij het werkelijk is, zijn profielfoto. ‘Nee jammer genoeg niet,’ antwoordt hij – zoals ik al vermoedde. ‘Ik zit pas heel kort op Tinder op aandringen van een vriend. Hij heeft mijn profiel aangemaakt en deze foto gebruikt.’
‘En Tarkan is waarschijnlijk ook niet je echte naam…’
‘Nee… ik heet Mehmet.’
‘Ok, Mehmet. Hoe zie je er uit?’
‘App me maar, dan zie je direct mijn foto.’ En hij geeft zijn nummer.
Even twijfel ik, maar mijn nieuwsgierigheid wint het.
Lees ook
“Het formaat doet ertoe. Ik ken geen vrouw die roept: ‘Hij had zo’n schattig píepklein dingetje”