Er is iets wat ik nog nooit heb gedaan, waarvan ik vind dat ik het toch echt een keer moet doen. Al zie ik er ongelooflijk tegenop en lijkt het me geen hol aan: alleen op vakantie gaan.
In mijn vriendengroep heeft iedereen allang een soloreisje afgevinkt: van backpacken door stinksteden in India tot ayurvedische yogahappenings op Ibiza. Sommigen waagden zich zelfs aan een stilteretraite in een afgelegen klooster en anderen kozen voor een single getaway, waarbij de foto’s duidelijk maakten dat alles met veel drank op leuker lijkt.
En daar ben ik, de enige die nog nooit die stap heeft gezet. Het voelt een beetje onvolwassen, dat ik nooit alleen op reis ben geweest. Als volwassen persoon zou je minstens één keer moeten hebben ervaren hoe het is om volledig op jezelf aangewezen te zijn en een diepere connectie met je eigen gedachten te vinden… toch? De timing lijkt perfect, nu mijn dochter uit huis is en ik (nog) single ben.
Enerzijds lonkt het romantische idee: éindelijk tijd om dat boek te schrijven, de rust in mezelf te vinden – en met een beetje mazzel ontmoet ik die charmante single B&B-eigenaar, zonder dat ik mee hoef te doen aan een nieuw seizoen van B&B Vol Liefde. Anderzijds: de realiteit lijkt me pure horror. Alleen zijn vind ik héérlijk, dat gaat me opvallend goed af, maar het idee van die eenzame eetmomenten bezorgen me bij voorbaat al stress: hoe gaat dat, alleen ontbijten of dineren in een restaurant?
Ik zie het al voor me. Daar zit ik dan, eindeloos naar de menukaart te staren, omringd door stelletjes die gezellig hun dag doornemen en vrienden die lachen om elkaars grappen. En als ik heb besteld, wat dan? Ga ik doelloos op mijn mobiel scrollen, die ik juist zo min mogelijk wil gebruiken omdat offline zijn ook bij dat coole volwassen zijn hoort? Of ga ik lezen in een van mijn meegenomen zelfhulpboeken, allemaal in het kader van ‘innerlijke groei’? En als het eten er eindelijk is, hoe eet ik? Zwijgend, zogenaamd in diepe gedachten verzonken? Lees ik door tijdens het eten? Of staar ik voor me uit en forceer ik zo nu en dan een glimlach naar andere mensen, alsof ik wil zeggen: “Ja, ik ben hier alleen en dat is helemaal niet zielig.”
Ik maak mezelf gek met deze gedachten.

“Taat, in je eentje maak je zó makkelijk contact met mensen!”, zeggen vrienden als ik mijn zorgen deel. Maar ik ga toch ALLEEN op vakantie? Het idee is toch juist dat ik de stilte en de rust omarm, zonder te hoeven socializen?
En dan is er nog de praktische kant. Hoe héérlijk is het om slechts een rugzak mee te nemen, want wie boeit het dat je elke dag hetzelfde draagt en geen make-up op hebt? Maar wat als ik in een idyllisch dorpje ben waar net hét dorpsfeest van het jaar wordt gevierd? Of ik beland onverwachts op een hippe cocktailparty in een rooftopbar vol fotomodellen. Stel dat ik langs een luxe jacht in de haven wandel en de knappe kapitein me uitnodigt om aan boord te stappen? Dan moet ik toch echt een grote koffer meenemen met al die ‘wat als’- outfits, mijn make-upjes en een voorraad vochtige toiletdoekjes.
Dus… Waarom zou ik mezelf dit allemaal aandoen? Omdat de uitdaging in mijn achterhoofd blijft rondspoken. Ik wil niet de schijterd zijn die het makkelijkste pad kiest. Laat ik eerst maar oefenen met een keer alleen uit eten gaan in een restaurant bij mij om de hoek. Heel kinderachtig, baby steps.
