Kinderen grootbrengen is één ding. Ze loslaten? Een heel ander verhaal. Jurgen (51) – filmmaker, vader en onze nieuwe columnist – neemt je mee in het avontuur van het uitvliegen. Met humor, verwondering en een tikje weemoed.
Ik loop een ijzeren brandtrap op. Links klem ik de leuning vast, mijn ogen schieten alle kanten op. Er is hier veel te zien. Onder de trap staat een Lidl-winkelkar, vol vuilniszakken. Halverwege werp ik een blik over de schutting, de tuin van de buren in. “Da’s een jongenshuis, wonen ze met dertien,” klinkt het achter me.
Mijn ogen blijven hangen op een jacuzzi. Niet gevuld met bubbelend water, maar met modder en een kapotte fiets. Bovenaan de trap liggen overal stoelen. Op een kleine tafel staan drie halfvolle glazen, er liggen toastjes met smeerkaas. Onder de tafel een wieldop, een asbak die uitpuilt, en minstens twaalf lege bierflesjes.
Nee, ik sta hier niet op een vuilstortplaats. Dit is anderhalve vierkante meter ‘tuin’. Of beter: een ijzeren plateau dat daarvoor moet doorgaan. Vlak voor de entree van het pand. Het nieuwe thuis van mijn dochter.
De kamer zelf ligt op een topplek. ‘Op koprolafstand van het centrum’, stond in de advertentie op Kamernet. Netjes? Nee. Sfeervol? Mja. Ik stap voorzichtig over een kommetje yoghurt en slik als ik de keuken binnenloop. Twee bomvolle vuilnisbakken zonder deksel staren me aan. Vol in de zon. Het stinkt. Mijn beeld van een keurig meidenhuis laat ik maar los.
De woonkamer is smal maar knus. Iemand klimt uit de bank en stapt op me af. “Hallo, ik ben Guusje.” Toekomstig huisgenoot. Ze oogt verrassend Goois: netjes, vrolijk. Het contrast met de keuken kan niet groter. “Ik ben Jurgen, vader van”, zeg ik, en knik naar mijn dochter. “Wat een leuk huis”, floep ik eruit…

Even terug naar februari. Mijn dochter en ik zitten op een terras aan de Oude Markt, hartje Enschede. Het is elf uur ’s ochtends. Mijn meisje tuurt naar de winkelende mensen die langs onze tafel lopen. We zitten bij Moeke. Mijn vrouw – de échte Moeke – is er niet bij en mag ook absoluut niet weten dat ik haar zo noem.
We zijn op missie. Om met eigen ogen te zien wat voor soort mensen hier eigenlijk wonen. Enschede dus. Ver weg van het vertrouwde Gooi. Heel ver weg zelfs, als je – zoals mijn dochter – op de basisschool geen topografie hebt gehad. Geen idee waar Enschede überhaupt ligt.
Officieel zijn we hier voor een open dag van een HBO-opleiding. Marketing, creatief. Datzelfde kan ook in Amsterdam of Utrecht. Maar dat zou vier jaar met het ov betekenen. Bovendien: een kamer vinden dáár is net zo waarschijnlijk als de hoofdprijs winnen in de Postcodeloterij. En op kamers, dat wil ze. Doel van de trip: een ander leven. Op jezelf. Met leeftijdsgenoten. Betaalbaar.
Eerlijk: we zijn niet op de open dag geweest. Wel in de Zara. Groot filiaal, twee kanten kleedkamers, dezelfde collectie als in Utrecht. Alles hangt keurig op maat en in het juiste rek. Geen lange rij bij de kassa. En de wide leg jeans die ze zoekt is gewoon op voorraad. Ingepakt en wel in de tas naast haar voeten. 1–0 voor Enschede.
Naast ons zitten zes jongeren te kletsen. Vier meiden, twee jongens. Ze lachen, ogen onmiskenbaar studentikoos. De ober die ons koffie en spa rood bracht, serveert daar zes schuimende biertjes. Ik kijk mijn dochter aan: dit is het.
Op de terugweg is de sfeer totaal anders dan op de heenweg. Ontspanning, muziek. De oranje zon zakt boven de A1. Ik knijp mijn ogen wat dicht. Uit de speakers schalt We Are the People van Empire of the Sun. Toeval bestaat niet. “Are you gonna leave me now…” zingt ze mee. Ik slik.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
