Soms vraag ik me af: leef ik wel in de echte wereld, of is alles wat ik zie en voel gewoon een illusie? Wat als dit allemaal niet echt is? Wat als ik in een soort andere dimensie zit, een parallel universum waar alles net even anders werkt?
Mijn cv-ketel begaf het twee weken geleden. Ik zat in de kou, zonder warm water, midden in de winter. Na een paar dagen stond de ketelmonteur voor de deur. “Ik kom weer wat warmte in jouw leven brengen”, zei hij met een glimlach die me meteen blij maakte. Hij haalde de oude ketel van de muur – die écht aan vervanging toe was – en zei: “Je hebt geluk, er zaten scheuren in de buis, er hadden giftige gassen kunnen vrijkomen.”
“Had ik koolmonoxidevergiftiging kunnen krijgen?” vroeg ik geschrokken. “Dus ik had dood kunnen zijn?” Terwijl mijn ketelheld een nieuwe ketel plaatste, zei ik tegen hem: “Ach, misschien ben ik wel al dood. Misschien zit ik in een parallel universum. Ik ben namelijk zó gelukkig, wie weet is dit wel de hemel.”
Zo leek het de afgelopen tijd ook een beetje: ik voelde me alsof ik in een droom leefde, met mijn leuke nieuwe vriendje. Alles was te mooi om waar te zijn, terwijl de echte wereld op z’n kop staat – oorlogen die complete gemeenschappen verscheuren, de verwoestende brand in Los Angeles… En ik dobberde rond in mijn eigen geluksbubbel, waar het meer dan prima vertoeven was in de kou en zonder warm douchen. Maar vaak voelde het ook bijna verkeerd, mijn instant geluk, gezien al het leed dat anderen moeten dragen.
De monteur keek me lachend aan. “Misschien ben ik dan ook wel dood, ik ben namelijk ook heel gelukkig.” Ik vond het wel een mooie gedachte. Daar stond ik dus, naast een nieuwe ketel, in mijn alternatieve universum. Is dit hoe het werkt? Geen gouden hemelpoort of harpende engeltjes, maar gewoon ineens in je eigen, fijne gekke bubbel zitten. Mijn eigen versie van het hiernamaals. Met mijn bijzondere, liefdevolle familie, mijn nieuwe verliefdheid, mijn lieve bejaarde poes die ondanks haar kwetsbaarheid ook alles overleefd heeft, en zelfs de monteur die hier onbedoeld deel van uitmaakt.
Maar sinds gisteren voelt mijn paradijselijke parallel universum een beetje wiebelig. Mijn kat, mijn trouwe huisgenoot en beste vriendinnetje van de afgelopen 19 jaar, gaat ineens helemaal niet goed. Ze kijkt me aan met een blik die ik niet wil lezen. Alsof ze op het punt staat afscheid te nemen van deze wereld – of van mijn universum.
Het is vreemd hoe geluk en verdriet soms zo dicht bij elkaar liggen. De ene dag zit je nog op een wolk van geluk, de volgende dag houd je je adem in bij elke beweging van je kat. Misschien is dat wel wat een parallel universum doet: het herinnert je aan de kwetsbaarheid van alles wat mooi is. Of misschien is het gewoon het leven. Of, wie weet, ben ik verstrikt in een existentialistische crisis.
Hoe dan ook, ik koester elk moment. Zelfs nu, terwijl mijn oude poes naast me ligt en ik haar kopje aai, voel ik me gelukkig. En verdrietig. Het kan blijkbaar allebei tegelijk.
Mijn intense verliefdheid én een afscheid dat zich langzaam aankondigt. Het leven is waarschijnlijk gewoon dit: een beetje hemel, een beetje aarde, en heel veel vragen waar je nooit het antwoord op krijgt.
Het beste van LINDA. direct in je mail? Meld je aan voor onze nieuwsbrief.
