Lang geleden snelwandelde ik naar het kantoor van de uitvoerend producent van Life & Cooking, een programma dat door het grote productiebedrijf waar ik werkte werd gemaakt. Ik had – als een van de eersten – gehoord dat er zes weken later een tv-ploeg naar Italië zou vliegen voor een Life & Cooking-special met kok Rudolph.
En ik moest er vlug bij zijn, want ik wilde die klus.
‘Spreek je Italiaans?’ vroeg de uitvoerend producent streng. ‘Geen woord’, zei ik. ‘Maar over zes weken wel.’ Ik draaide me om en beende weg. Ik kocht een boekje met de titel Italiaans leren in 6 weken (ik wist niet eens dat het bestond) en stond zes weken later op een Toscaans dorpsplein met een stel lokale opa’s te praten over de omgeving en Italiaanse auto’s.
Ik heb altijd goed kunnen leren, en heb het ook altijd leuk gevonden. Nog steeds, want op mijn bijna-vijftigste doe ik nog steeds allerhande opleidingen en cursussen. Twee jaar geleden heb ik een opleiding tot yogadocent gedaan. Niet per se met het doel om les te gaan geven, alhoewel het een prettig idee is dat ik een skill achter de hand heb als de apocalyps komt en alle magazines en uitgeverijen me zat zijn en ontslaan.
Ik deed die opleiding omdat ik verliefd ben op yoga en me erin wilde verdiepen. Ik heb er geen moment spijt van gehad, want die kennis had ik niet willen missen, maar het leren zelf viel me vies tegen. Je moet elke spier, bot, ader, cel en zenuw in het menselijk lichaam kennen – en de werking ervan – en twaalf miljard houdingen, ademhalingen en wijsheden in het Sanskriet. Dat is andere torta dan een pappa di pomodoro bestellen in een Italiaans restaurant.
Ik vond het shocking hoe moeilijk het leren ging, vooral omdat ik het onderwerp zo interessant vond. Maar als je ouder wordt, gaat het dus echt stukken moeilijker. Shit blijft niet hangen, je moet elke bladzijde zes keer lezen voordat je überhaupt begrijpt wat er staat. Ik heb uiteindelijk mijn certificaat gehaald, met een goed cijfer ook nog, maar het heeft bloed, zweet en tranen gekost.
Waarom ik vrij snel erna aan een opleiding orthomoleculaire therapie begon, is mijzelf eigenlijk ook niet helemaal duidelijk. Hoewel het me handig leek om naast yoga ook voedingsadvies te kunnen geven als de apocalyps komt, heb ik geen ambitie om orthomoleculair therapeut te worden – ik vind voeding en het effect ervan op het menselijk lichaam simpelweg rete-interessant.
Ik ben nog niet helemaal klaar met deze opleiding, want inmiddels ben ik blijkbaar nóg trager geworden. Dat zal ook aan de lesstof liggen, want voor zaken als de eicosanoïdenswitch en antigeenpresenterende cellen is het moeilijk ezelsbruggetjes verzinnen en stampen. Waarom ik vorige maand Duolingo installeerde om Arabisch te gaan leren, is een raadsel, hoewel ik mijn klanten na de apocalyps dan wel een bijzonder uitgebreid pakket kan bieden en een heel nieuwe doelgroep aanboor. Hier spricht man Arabisch.
Mijn nieuwe leerweg verliep echter anders dan de voorgaande: ik begrijp oprecht geen reet van wat dan ook. Geen punt, krul of klank. Niks. Na een week alleen maar foute antwoorden en een teleurgesteld uiltje heb ik de app van mijn telefoon geflikkerd. Ik ken mijn beperkingen en moet mijn verlies pakken. Ik word te oud. Basta.
