Hey hey, psss jij daar. Ben jij wel strandklaar? Nee he, nee. Nee, dat dacht ik al. Je bent te dik, te dun. Je hebt cellulitis. Je hebt striae.
Je benen zijn niet geschoren. Je oksels niet sexy. Je hebt een vetrol. Je hebt zwangerschapskilo’s. Je hebt een buikje. Je hebt een veel te dikke reet. Je hebt hangarmen. Je bent oud. Je vel lubbert. Je hebt putten, deuken, bobbels, schrammen. Je bent bleek. Je hebt puisten. Je hebt blauwe plekken. Je hebt witte vlekken.
Je glanst helemaal niet eens, weet je dat? En waar is je zee-decolleté? Je bikini-butt? Je killerbody? Je botten steken uit. Je bent te mager. Geen rondingen. Je borsten hangen. Ze zijn te groot. Ze zijn te klein. Ze zijn te gemiddeld. Je hebt geen borsten. Waar zijn ze? Ga ze eens zoeken! Schiet eens op. Je bent niet in verhouding. Kijk nou. Dat ziet er niet uit. Zo is helemaal niemand. Te kort, te lang. Scheef. Schots. Je klopt niet, je bent niet perfect.
Even inzoomen. Onder het vergrootglas zie ik duidelijk je schaamhaar! Kijk! Kijk daar, een plukje naast je broekje. Ik zie het, ik zie het. Die hele bikinilijn is fout. Gadverdamme, ik zie je kut, je hebt een cameltoe. Je tepels glippen eruit. Je hebt inkijk. Je lichaam is onbedekt. Je loopt met je tieten te koop. Je schaamlippen zijn te lang. Je vagina moet bijgeknipt. Je bent niet strak genoeg.
Het is niet af. Het is allemaal niet af. Het lijkt voor geen meter op de foto’s. Je moet er meer tijd aan besteden. Je bent lui. Je hebt geen motivatie. Je moet beter plannen. Je moet meer kopen. Meer crèmes, maskers, fillers, kaasschaven, heggenscharen, dunschillers. Je moet peelen. Het bovenste laagje moet eraf. Zoutzuur erover. Bleken die hap. Het is te donker.
Je hebt randjes, rafels, schilfers. En waar is je dijbrug? Ik zie hem dus niet. Bouw hem, verdomme. Je moet sporten. Je moet ontspannen. Je moet lijnen en kotsen en janken. Niemand wil je zo. De mensen op internet gaan je niet doen. Hun hond is nog te goed. Kijk nou naar jezelf.
Je lacht niet. Je trekt een raar hoofd op de foto. Je rokje is te kort. Je bent te lelijk voor je praatjes. Je mag geen hoofddoekje op. Je moet je haar bedekken. Je hebt een snor. Je lacht te veel. Je hebt sproeten. Je mascara is uitgelopen. Je bent doorgelekt. Je nagellak is afgebladderd. Je hebt rimpels. Je hebt wallen. Je bent ongesteld. Je bent in de overgang. Je bent emotioneel. Je zeurt. Je huilt. Je schreeuwt. Je bent compleet hysterisch.
Hey, hey. Je moet ook niet zo moeilijk doen. Je er niets van aantrekken. Je bent te onzeker. Te gevoelig. Het is allemaal maar commercie. Je moet erboven staan. Schijt hebben. Doe wat ik doe. Je hoort mij toch ook niet? Weet je wat het met jou is? Je bent te hard voor jezelf. Je haat jezelf.
Weet je wat jij zou moeten doen? Meer van jezelf houden. Roepen: ‘Ik ben fantastisch.’ Maar… niet te arrogant, he? Met je selfies. Je plaatst foto’s zonder context. Wat ben jij ijdel. Wat een kapsones zeg. Wat ben jij oppervlakkig. Nergens anders mee bezig dan met je uiterlijk. Je denkt zeker dat je heel wat bent. Man, je ziet er niet uit. Kijk nou naar jezelf. Totaal niet strandklaar.
Lees ook
‘Na een slechte recensie grapte hij dat ik hem nog wel ‘mocht pijpen”