Nu de tijd van Sinterklaas en kerst er weer aankomt, zwengelt bij ons weer de eeuwige discussie aan. Met name de vraag: wat geven we ze dit jaar?
En nu moet ik zeggen dat mijn vrouw, of eigenlijk in haar geval de redelijkheid, meestal wint. Want ik heb tóch vooral de neiging om te denken ‘hoe meer, hoe beter’. En dat is natuurlijk niet per definitie beter – want kwaliteit gaat nog immer boven kwantiteit.
Vroeger kon ik nog wel eens in de stress raken van het feit dat ik misschien niet het juiste cadeautje voor mijn kinderen zou kopen. Want er is natuurlijk niets erger dan een teleurgesteld kindergezichtje op pakjesavond. Ik kan het weten, want ik heb het zelf meegemaakt. Ik wilde namelijk heel graag – maar dan ook echt heel graag- een Ghostbusters-auto van Sinterklaas: de welbekende Ecto-1.
Op die bewuste Sinterklaasavond, toen ik mijn naam zag op een redelijk groot ingepakt cadeautje, wist ik aan de afmeting al af te lezen dat het hier om mijn droomcadeau ging. En paar luttele seconden en een Blokker-inpakpapiertje stonden tussen mij en mijn natte droom in. Nadat ik het papier van het cadeau trok en de rook na een paar tellen was opgetrokken, barstte ik in een meedogenloos huilen uit. Of nee, het was meer hysterisch snikken. Want ik kreeg geen Ecto-1 van onze Goedheiligman, nee, ik kreeg een politiemotor. Die stond niet op mijn lijstje, zelfs niet onderaan.
Dit jarenlange trauma wil ik mijn kinderen besparen, daarom schiet ik vaak met hagel zodat er altijd wel iets tussen zit. Gelukkig roept mijn vrouw me tot de orde, maar om mijn eigen trauma te verwerken blijf ik mijn kinderen regelmatig cadeautjes geven die ik vroeger niet kreeg. Zo heb ik mijn zoon Klaas een mooi Hulk Hogan WWF worstel action figure-pakket gegeven. Speelt Molly zeer af en toe met haar handpoppen van de Freggles en puilt de kamer van mijn jongste Catootje uit met alle figuren die ooit hun opwachting hebben gemaakt in Sesamstraat.
Maar het is hetzelfde als met spruitjes en leverkaas: als je het ze opdringt, gebeurt het niet. Dat betekent dat Dokter Bibber al drie jaar rillend in de kast ligt, onze Lolobal mos aan het verzamelen is in de tuin en He-Man al lang geen Master of the Universe is, laat staan master of onze livingroom.
Of dat érg is? Nee, natuurlijk niet, want het allergrootste kind in Huize Lantinga is er maar wat blij mee hoor. En dan ga ik nu weer mijn Ecto-1 oppoetsen.
Lees ook
‘En zodoende begint een uitputtende zoektocht naar een lego-kapseltje’
Meer columns van Sander Lantinga lees je hier.