We wisten dat het een van mijn vaders hobby’s was om online executieveilingen af te speuren, op zoek naar leuke koopjes. Hij nam regelmatig dingen die hij daar had gescoord voor ons mee. Vaak in grote hoeveelheden, want zo werden ze nou eenmaal ter veiling aangeboden.
Zes wegwerpbarbecues. Een hele stapel horecatheedoeken. Vijfhonderd okergele servetten. Een keer zelfs een gigantische pot gedroogde uitjes, die hij voor me op de eettafel had achtergelaten toen hij eens tijdens de middag onze hond had uitgelaten.
Hoeveel hij precies had aangeschaft, realiseerden we ons pas toen we na zijn overlijden z’n huis moesten gaan leeghalen. Een stuk of tien zondagen op rij verzamelden mijn zussen en ik ons in zijn nu verlaten woning. Elke keer weer deed het pijn dat hij er niet meer was. Maar we hadden geen tijd om daar al te lang bij stil te staan. We moesten opruimen, wegdoen en orde scheppen.
De eerste wonderlijke ontdekking was het feit dat mijn vader zijn gigantische vrieskist – groot genoeg om meerdere lijken in te verbergen – kennelijk een paar jaar eerder vol van ons ouderlijk huis naar zijn nieuwe etage had laten verhuizen. Er lagen weliswaar geen dode mensen in, maar wél frituursnacks, ijsjes en verpakkingen vlees waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum al in 2013 was verstreken.
En daarna vonden we de dozen. Mijn vader bleek 500 bordeauxrode dinerkaarsen te bezitten. Een stuk of 30 spuitbussen verf – de ene helft in crèmewit, de andere in okergeel. Vier boormachines. Vijf elektrische zagen. Een stuk of 16 setjes barbecuegereedschap. Drie hogedrukreinigers. Minstens 24 verpakkingen printerpapier. Dertig flessen whisky van discutabele kwaliteit (maar goed, hij drónk helemaal geen whisky, dus daar had hij zelf weinig last van gehad).
In zijn kledingkast lagen tientallen overhemden, keurig in de verpakking. Ook nog in plastic: 6 x 10 setjes sportsokken (mijn vader sportte niet), minstens evenveel boxershorts, fleece dekens voor tijdens een trekking (dat deed hij ook niet), extra dekbedden en voldoende handdoeken om ongeveer de hele gemeente Haarlem mee af te drogen.
We werden er op den duur een beetje lacherig van, vooral door de enorme hoeveelheid spullen én het feit dat hij zoveel bleek te bezitten waar hij amper tot nooit gebruik van maakte. Wat moest mijn vader met zes verschillende soorten wasmiddel, allemaal ook nog in XXL-variant?
Soms pakte zijn verzamelwoede juist weer heel handig uit. Hij bleek bijvoorbeeld acht verrekijkers te bezitten, precies genoeg om elk kleinkind er eentje cadeau te doen. En die groothandel verpakking vuilniszakken was super om alle zooi te kunnen opruimen.
Bovendien bleken ze bij de lokale kringloopwinkel hartstikke blij met de nalatenschap van mijn vader. Twee mannen kwamen de handel op een woensdagmiddag met een vrachtwagen ophalen. Enthousiast lieten ze alle splinternieuwe spullen door hun handen gaan. “Ik ga straks zelf zo’n fleecedeken kopen”, vertrouwde eentje mij toe. “En dat tafellampje wil ik ook wel hebben.”
Na afloop gaf ik ze allebei een fles whisky mee als bedankje voor al het gesleep. Dat ze vervolgens in hun vreugde niet zo goed opletten bij het uitparkeren en een complete tak van de boom van de buren afrukten, was wel een beetje jammer. Al waren ze wel zo vriendelijk die tak vervolgens ook in hun wagen te laden en mee te nemen.
Het ongelukje pakte ook nog eens goed uit. Want toen ik later bij de buren ging opbiechten dat er een stuk van hun boom was verdwenen, vonden die dat niet alleen helemaal geen punt, ze wilden ook graag weten wat we met de jukebox van mijn vader gingen doen. Tien minuten later was de deal gesloten: voor een paar honderd euro mochten zij ‘m hebben. Bleek ik ineens ook best goed te kunnen hosselen. Duidelijk een kind van mijn vader.
