Ik mocht uitslapen en zou daarna ontbijt op bed geserveerd krijgen. Van mijn man, hoewel ik niet zijn moeder ben, maar ja: onze twee kinderen zijn met 21 maanden nog iets te jong om croissantjes af te bakken en sinaasappels te persen.
Helaas liep de boel nogal in de soep, omdat ik al om 08.00 uur wakker werd en de rest toen naar het park vertrokken bleek. Maar ach, met een zelf gezette koffie terug kunnen kruipen in bed, was ook al een feestje.
Zo had ik een zalige Moederdag, de door de tweeling op de crèche onder gekraste knijperdoosjes werden uitgebreid bewonderd (we hebben een droger en ik heb een pesthekel aan de was, dus laat dat mijn wederhelft bij voorkeur opknappen, maar het gaat natuurlijk om het gebaar) en ’s middags gingen we met z’n allen naar het strand. Daar liep ik dan, met aan elke hand een nog wat wankele dreumes, trots en dankbaar te zijn dat dit geluk me zomaar ten deel was gevallen.
Want kinderen krijgen is zeker niet vanzelfsprekend, daar weet ik alles van, het heeft bij ons ook járen geduurd. Ik heb bovendien vriendinnen die het door hen zo gewenste gezin nooit hebben gekregen. En dat blijft pijnlijk, zeker op dagen zoals deze, als de sociale media worden overspoeld door blije kiekjes van moeders en hun kroost en je bakken vol reclame-mail ontvangt met ‘geweldige’ cadeaus om je moesje te schenken.
Hoewel mijn eigen kinderen inmiddels een geweldige pleister op de wond zijn, heb ik Moederdag zelf ook jarenlang een rotdag gevonden. Niet eens zozeer vanwege mijn toen nog niet vervulde kinderwens; het was vooral een dag waarop het gemis van mijn eigen moeder extra schrijnde. ‘Vergeet je je mama niet?’, mailde een bedrijf me eens, met daaronder een hele rits aan presentjes die ik bij hen kon kopen.
Natuurlijk vergat ik mijn moeder niet, bedacht ik toen pissig. Sterker nog: sinds ze dood was, dacht ik meer aan haar dan ooit tevoren. Maar aan cadeaus had ze niet zoveel meer, ze lag immers al jarenlang begraven onder een boom in het herdenkingsbos van Vijfhuizen.
Dit jaar is het alweer zeven jaar geleden dat ze stierf en ik had verwacht dat ik daar nu meer aan gewend zou zijn. Misschien heeft het feit dat het niet went er mee te maken dat ze er zelf een einde aan maakte, misschien ben ik gewoon sowieso niet zo goed in accepteren dat ze, net als mijn vader inmiddels, écht dood is en dus nooit meer terugkomt.
Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat ik het eerder lastiger dan gemakkelijker geworden vind sinds ik zelf moeder ben. Ik ben eigenlijk nooit jaloers op het geluk, succes of de bezittingen van anderen. Maar soms wel op mensen die nog ouders hebben en hun kinderen daardoor een opa en oma kunnen geven.
De mijne hebben gelukkig nog een opa en ook nog eens een bonusoma, dus ze zitten niet helemaal zonder. En toch voelt het een beetje behelpen, vooral voor mezelf. Ik zie mijn zoon en dochter groter worden, zich ontwikkelen, letterlijk en figuurlijk stappen zetten en ik zou zo graag aan mijn moeder vragen hoe dat bij mij allemaal op die leeftijd ging. Haar om raad vragen als ik me ergens zorgen over maak. Zien hoe ze zou zijn geweest als oma.
Dat kan allemaal niet meer. Dus ben ik op Moederdag extra dankbaar voor wat ik wel heb en ben me ervan bewust dat er een hoop vrouwen zijn die de hele dag het liefst onder de bank zouden blijven liggen.
