Ik heb rare knieën, ze lijken – oké, met een beetje fantasie – op twee chagrijnige oude mannetjesgezichten en er zitten allemaal littekens op, de overblijfselen van een leven vol onhandigheid. Zolang ik rechtop sta, lijkt mijn buik redelijk plat, maar ik hoef slechts een klein beetje voorover te buigen en mijn vel frommelt zich in elkaar. Het gevolg van een tweelingzwangerschap, spoedkeizersnede én geen puf om vervolgens buikspieroefeningen te doen om de boel weer terug in vorm te duwen.
Mijn borsten waren al nooit indrukwekkend en dat is er sinds ik vijf maanden borstvoeding gaf aan twee kinderen niet bepaald beter op geworden. En dan heb ik ook nog eens geen kont. Niet écht natuurlijk, ik zit heus wel ergens op, maar mijn bescheiden bips past zeker tien keer in één bil van Kim Kardashian, wier derriere toch zo’n beetje het huidige schoonheidsideaal belichaamt.
En dan ben ik ook nog eens behoorlijk dun. Mager, een gratenpakhuis, geen echte vrouw, mannen vinden mij niet neukbaar, want alleen honden houden van botten. Dat heb ik allemaal niet zelf verzonnen, maar is me verteld. Door vreemden op sociale media, maar soms ook gewoon door totaal onbekenden in het echte leven.
Als ik een slagroomtaart naar binnen zou proppen elke keer dat iemand me vroeg of ik wel eens iets at, was ik inmiddels zeker 20 kilo zwaarder geweest. En dan zou niemand me dat ooit nog vragen, waarmee het probleem zou zijn opgelost, maar helaas hou ik niet van slagroomtaart. Bovendien: dan zouden ze wel iets anders bedenken om over te zeuren.
Want kennelijk vinden ‘wij mensen’ het hartstikke lekker om elkaar continu vrij letterlijk de maat te nemen. Zeker in de zomer, als de kleren korter en luchtiger worden en je dus veel meer van elkaars lijf kan zien. Daarbij hebben vrouwen met een voller figuur het het zwaarst te verduren. Met een mager lichaam ben je weliswaar niet geil, maar voldoe je in ieder geval nog enigszins aan de norm.
Jarenlang liet ik me daardoor én door mezelf beperken. Mijn innerlijke criticaster was gemener dan alle onbekende mensen bij elkaar. Dus trok ik nooit een korte broek aan, droeg ik alleen een bikini als ik in een ver en vreemd land was en liet ik me al helemaal nimmer zo op de foto zetten.
Maar er is iets veranderd. Ik ben veranderd. Terwijl mijn lijf minder in vorm is dan ooit, leer ik me er langzaam steeds minder voor te generen. Zo nu en dan ben ik er zelfs voorzichtig trots op. Nee, het is niet het mooiste lichaam ter wereld, maar dat geeft ook helemaal niet, want ik hoef er mijn geld niet mee te verdienen.
Mijn lijf functioneert, houdt me al 41 jaar in leven en heeft twee kinderen gedragen, gebaard en gevoed. Het is ideaal om middagdutjes op te doen aan de rand van het zwembad, het zorgt, wiegt, draagt en knuffelt mijn zoon en dochter vermoedelijk vaker dan ze lief is. Plus: het is het enige lichaam dat ik zal krijgen, dus ik zal het ermee moeten doen. En dat doe ik liever zo tevreden mogelijk.
