Columnist Maddy Stolk (49) vertelt over haar leven na haar hersenbloeding. Deze week beschrijft ze hoe ze met haar onafhankelijkheid omgaat.
Trots. Onafhankelijk. Strijdvaardig. Het zou de wapenspreuk van een klein land of de slogan van een voetbalclub kunnen zijn, maar nee. In deze drie woorden omschreef een van mijn beste vrienden mij, niet lang voordat in een onbewaakt ogenblik het licht in mijn hoofd uitging.
Vooral dat ‘onafhankelijk’ was een groot goed. Ik werkte niet voor een baas maar voor mezelf, had geen relatie en kon vóór mijn dochter leerplichtig was op elk moment in een vliegtuig stappen en naar warmere oorden vertrekken. Dat deed ik dan ook elke winter, ik hoefde immers aan niemand verantwoording af te leggen.
Nadat ik uit Ibiza terugkwam, kon ik niets zelf. Sterker nog, de eerste weken sliep er elke nacht een andere vriendin bij mij. Omdat ik bang was dat ik nog een hersenbloeding zou krijgen en dat er dan niemand in de buurt zou zijn om het op te merken. Omdat ik nog geen ei zelf kon bakken. Omdat ik niet alleen de straat op mocht en ik wel elke dag moest lopen van de neuroloog – ik moest, kortom, worden uitgelaten. Niet fraai voor iemand die onafhankelijkheid hoog in het vaandel heeft staan.
Lees ook
Columnist Maddy: ‘Mijn dochter weet wat mijn situatie bij haar teweegbrengt’
Er ging nogal eens wat mis in het begin. Met ware doodsverachting klom ik in een bad waarnaast een elektrisch kacheltje stond, omdat ik het maar ijskoud bleef hebben. Dat kacheltje wankelde vervaarlijk en werd net op tijd weggerist door de vriendin die mij terzijde stond: “Tuurlijk, overleef je een hersenbloeding, ga je daarna de pijp uit door elektrocutie.”
De volgende vriendin werd de chair killer genoemd: ze had mij op doktersbevel in een stoel gehesen waar ik nooit meer uit leek te komen. De vriend die mij elke dag eten bracht, vreesde voor dood-door-smoothie, omdat hij er als oppeppertje ginseng in had gedaan. Dat bleek een kwalijke combinatie met mijn medicijnen te zijn. De vraag van de dag was: wat heb jíj vandaag geprobeerd om haar om te leggen? Ik ben er nog, mensen. Op de lange weg omhoog.
Inmiddels lijk ik een driejarige, die alles zélf wil doen, maar nog lang niet alles kan. Als ik in de spiegel kijk, kijkt iemand terug die ik wel herken, maar die haar eigen grenzen nog niet kent. De man met de hamer heeft inmiddels geen moker meer, maar een fluwelen vuist. Dus lig ik niet meer dagen plat als ik te veel hooi op mijn vork neem, maar één dag. Ik doe het ervoor. Ik doe sowieso dingen waarvan ik niet had verwacht ze ooit nog te kunnen doen.
Een verjaardagsfeestje voor mijn dochter organiseren. Een fles wijn leegdrinken met een vriendin – dat was overigens wel een mokerslag, de volgende dag, maar het waard, want een heerlijke avond. Seks met G. Dat klinkt dankzij die initiaal strafbaarder dan het is, want G. is een hele leuke man en een goede vriend. Hij was niet te beroerd om mij met mijn empirisch veldonderzoek te helpen naar wat er na mijn hersenbloeding nog binnen mijn mogelijkheden ligt. Conclusie: alles doet het nog. Helemaal gerust was hij er na afloop niet op, want hij was nog geen 5 minuten de deur uit of ik kreeg een appje: ‘leef je nog?’ Verder heeft hij er geen enkele behoefte aan om in mijn column te figureren als friend with benefits en ik geef hem geen ongelijk.
Lees ook
Columnist Maddy: ‘Ik schaam mezelf intussen het graf in’
Dat ik wél ongegeneerd met de billen bloot ga, letterlijk en figuurlijk, komt omdat ik vreselijke haast heb. In tegenstelling tot mijn gezonde jaren, toen tijd een luxe was waarvan ik dacht ruimschoots genoeg te hebben, heb ik nu constant het gevoel dat de duivel mij op de hielen zit.
En dat is niet helemaal uit de lucht gegrepen: tijdens mijn laatste MRI waren er talloze microbloedingen te zien die aan mijn hersenbloeding vooraf zijn gegaan. Wat er precies in dat hoofd van mij gebeurt, weet schijnbaar niemand. Dat het niet volgens het boekje gaat, is overduidelijk. Heel oud ga ik vast niet worden. Daarom moet er nú van alles gebeuren, moet ik leven voor tien en de jaren inhalen dat ik het liefst onderuitgezakt op de bank lag met een glas wijn en een goed boek of een binge-marathon series; Netflix had ik op zeker moment uít.
Dus moeten er boeken worden geschreven – deze column is een begin – eieren worden gebakken op sterrenniveau, wie weet zelfs een driegangendiner, zal ik liefde verwelkomen in plaats van de deur wijzen en nog veel meer groots en meeslepends. Ondertussen ga ik door met ademhalen. Elke teug is een wonder op zich.
Zaterdag 1 november verschijnt om 17.00 uur de volgende column van Maddy Stolk op LINDA.nl.