Voor een weekendje weg kies ik, zodra het budget het toelaat, het liefst voor vergane glorie. Het landgoed waar ik samen met een vriendin logeer, is dan ook een schot in de roos. Krakende traptreden, bordeauxrode vloerbedekking en scheve, kitscherige schilderijen aan de muur.
In de gang ruikt het naar paardenmest. Het versleten vernislaagje van ons hotelbed verraadt een goedkope houtsoort. Tussen de grandeur die eindelijk z’n ware, simpele gezicht laat zien, voel ik me thuis.
Na een rondje over de paarse Veluwe plof ik uitgeblust op een massagetafel. “Deze magnesiumolie heeft een veganistische en organische basis. Het is ambachtelijk gemaakt door een familie uit Valencia”, zegt het meisje dat me onder handen neemt. Ach kind, al gebruik je zonnebloemolie uit de gaarkeuken, zolang het soepel de huid inglijdt, ben ik tevreden.
Op het moment dat ze met een volle vuist over mijn scheenbeen duwt schreeuw ik het uit. “Sorry, u bent wel erg gespannen.” Duh. Wat denk je? Keihard werken, buffelen in het huis en de zorg voor kinderen én ouders. Ik mompel, met het hoofd neerwaarts in het ovale gat in de behandeltafel: “Ja, ik heb veel stress gehad.”
“Het is belangrijk dat je dagelijks tijd voor selfcare maakt, ook als je moeder bent.” De meid, met de naam van een taal die men op Papoea-Nieuw-Guinea spreekt, is nauwelijks onder de vleugels van haar eigen ouders uit, schat ik zo. “Wat denk je dat ik nu aan het doen ben?” vraag ik haar, lichtelijk geïrriteerd door de pijn. Ze lacht. Ik hoor het.
Na de massage krijg ik een facial. “De toner is in de vorm van een frisse mist.” Ze spuit in volle vaart waterdruppels op mijn rood aangelopen huid (door het geduw). “Het is gemaakt van rode zeewier en druivenpit. Bovendien vermindert het de huidveroudering.” Ook dat nog. “Uw huid is gecombineerd en vochtarm. Deze crème is van de unieke drakenboom op de Canarische eilanden en hydrateert.” Ik zucht. Waarom kan ik de marketing bullshit niet, net als de massageolie uit Spanje, lekker langs me heen laten glijden?
Marina, mijn gezelschap in dit hotel vol Duitse ANWB-stelletjes op elektrische fietsen, komt na haar spa-sessie terug op de kamer mét een product in handen. “Ben jij even vet in de veganistische val gelokt”, lach ik sarcastisch. Maar als we ervaringen uitwisselen wordt duidelijk dat Marina veel beter met verkoop-nonsense weet om te gaan. “Toen het meisje van alles vertelde zei ik: “Sorry, tijdens een behandeling praat ik liever niet.'”
Weer wat geleerd.
Omdat een spa-dag bijzonder vermoeiend is, besluiten we de 750 hectare rond het landgoed niet te verlaten en in het hotel te eten. “Wilt u een drie- of vijf gangenmenu?” “Doe maar drie, zulke grote eters zijn we niet.” “Heeft u allergieën? Dieetwensen?” Nee, schudden we trots. Veertig plus, hè? Dus zo snel vallen we niet om van een noot, gluut of koolhydraat te veel. De sommelier steekt z’n neus hoog op als blijkt dat we voor de huiswijn gaan.
“Voor u aiguillettes van Veluws kalf met een bonbon van palenta en macedoine van bataat.” Ik kijk naar het kunstwerk op het wel heel minuscule bord en denk: doe niet zo duur met je Veluwse koe. Nog voordat het mode was om ‘as locals do’ te eten, was ik, als rasechte Tukker al gewend aan alles uit eigen streek. Je komt in Twente op elke hoek een boerderij tegen waar ze kaas, fruit of vlees verkopen. In normale porties, tegen een schappelijke prijs.
Na het mini-dessert, iets met millefeuille en varak(?), wandelen we in het duister buiten. Marina wil dolgraag wild spotten. En ik weet als Tukker natuurlijk wanneer de kans daarop het grootst is (een half uur voor zonsondergang tot het echt donker is).
Het geluk is compleet, want we zien een ree met haar schattige kalf tegen de houtwal grazen. Voldaan lopen we in het pikkedonker terug naar het landgoed waarna we blozend, met een huid zo zacht als boter, onder het krakende bedlinnen glippen. Toch knaagt er iets. Het is mijn maag. Het is net zo hol en leeg als de taal die men hier spreekt.
Journalist en auteur Maaike Olde Olthof (45) is gescheiden en heeft twee dochters. Ze maakt zich zorgen over haar moeder die dementie heeft. ‘Never a dull moment’ in dit atypische huishouden, waar Maaike wekelijks een column over schrijft.
Lees ook:
‘Kinderen een spiegel: het beeld is zelden zo mooi als het kind zelf’