De mensheid is te verdelen in vele subcategorieën, zoals onder andere geslacht, liefhebbers en haters van kattenfilmpjes en de vleeseters versus de vegetariërs.
Vandaag echter wil ik het hebben over een andere splitsing, en zeker geen onbelangrijke: die van de mensch.
Zij die zonder moeite een plee zoeken wanneer ze aandrang voelen tot een “nummer twee”, ongeacht of ze zich thuis bevinden of op kantoor, in de trein of een vliegtuig. En aan de andere kant heb je hen die liever zouden sterven dan elders kakken dan in de geborgenheid van hun eigen huis. De vrije poepers komen ook weer in allerlei gradaties.
Zo heb ik een vriend, verder een schat van een jongen, die zonder ook maar een spoortje van gêne de grote boodschap doet als hij op een verjaardag dan wel een huisfeestje is. Dat daarna de hele gang, of in een ongunstig geval van een woning met beperkte afmeting, het hele huis zich vult met de lucht van stront, maakt hem minder dan niks uit. Als hij moet dan moet hij. Zo is nou eenmaal de natuur en buikpijn is ook niet leuk. Punt.
Gelukkig zijn er niet veel mensen met zoveel schijt, sorry hiervoor, aan anderen als hij. De thuispoeper heeft het daarentegen ook niet gemakkelijk, om de bovengenoemde redenen, maar kiest er zelf voor om dit niet elders te doen. Als je stoelgang nou eenmaal later wakker wordt dan jijzelf en je vindt niks zo fijn als je eigen pot, jouw probleem. Of je moet fysiek of mentaal simpelweg niet in staat zijn je behoefte te doen buiten de muren van je huis, maar die kans lijkt me vrij klein.
Het grote probleem ligt hem, zoals zo vaak, in het grijze gebied. De omnipoeper met een gezond gevoel voor medemenselijkheid. Een ongetwijfeld grote groep, waarvan ik er ook eentje ben. Het kost me weinig moeite om de grote boodschap buiten mijn eigen huis te doen, maar dan wel op een plek waar ik met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid weet dat niemand door heeft wat ik er doe.
En ik blijk niet de enige, zo leerde ik afgelopen weekend tijdens een avondje kaarten van een vriendin. Ze werkt in de financiële sector, – denk aan mannen altijd in pak en vrouwen in mantelpak op hakken – en ook behorend tot de grijze groep poepers. Haar dilemma verwoordde ze als volgt: “Op mijn afdeling is één toilet, maar dat zit in het midden van de ruimte. Het komt derhalve regelmatig voor dat iedereen weet wie er wanneer heeft zitten kleien.” Haar tactiek, wanneer ze echt moet, is dat ze naar een andere verdieping gaat om zogenaamd iets “op te halen”. Toch kwam ze er achter dat, op dagen dat haar darmen nou eenmaal erg actief waren, drie keer per dag de trap nemen om elders iets als een pak printerpapier te halen niet onopgemerkt bleef.
Hoe lossen we dit op? Laten we accepteren dat we allemaal nou eenmaal de kleine en de grote boodschap moeten doen en verder maling, of schijt, hebben aan wat anderen daar van vinden. Free the drol!
