Thuiswerken. De één mist de collega’s totaal niet, de ander kan niet wáchten om weer even te ventileren bij de koffieautomaat. Persoonlijk contact is essentieel voor een goede samenwerking. Maar ja: zit dat er in de toekomst nog in?
We vragen het Nadine Roijakkers (44), expert op het terrein van samenwerking en hoogleraar Open Innovatie aan de Open Universiteit.
Even over dat samenwerken. Dat is natuurlijk door het thuiswerken enorm veranderd.
“Ja. Al zie ik daarin een verschil tussen mensen die al heel lang met elkaar samenwerken, en mensen die nieuw zijn. Mensen die al lang collega’s zijn, gingen naadloos over in het online werken en waren heel efficiënt – bijna té efficiënt. Maar bij nieuwe mensen zie je dat het lastiger is om hen aan boord te krijgen. Even een praatje maken, even níet over het werk. Dat kan dan niet.”
En dat is juist de smeerolie voor een goede samenwerking, toch?
“Ja, dat klopt. Een goede persoonlijke connectie werkt door in de werkrelatie die je met elkaar hebt. Maar daarvoor moet je juist ook over dingen buiten het werk met elkaar spreken. Over de privéworstelingen met je puberzoon, een mislukte date, verbouwingsellende of whatever je thuis bezighoudt. En vlak humor niet uit; samen lachen helpt om elkaars minpunten op werkvlak te accepteren.”
Waar wordt er het beste samengewerkt?
“Wat ik merk, is dat de beste samenwerkingsverbanden toch ontstaan zijn uit een goede persoonlijke relatie tussen mensen. Je moet een gezamenlijk doel hebben, ergens naartoe werken, elkaar aanvullen – die chemiefactor, dat is een lastige om te duiden. Het is een bepaalde klik die mensen hebben.”
Uit recent onderzoek van de Open Universiteit blijkt dat juist dat informele contact enorm gemist wordt. Maar ja, van dat scherm komen we nooit meer af, denk ik.
“Nee. Digitalisering is niet echt meer een trend, dat is onderdeel van de samenleving. We zijn een digitale samenleving. Maar daardoor is persoonlijke aandacht voor een klant of collega extra belangrijk geworden. Je bent een beetje geneigd om dat uit het oog te verliezen. Dat zie je ook in online meetings: men gaat meteen naar de inhoud, er wordt niet eerst gevraagd hoe het met je gaat. Dat lijkt een beetje eruit te vallen. Je moet daar extra in investeren.”
Dat is vooral belangrijk voor mensen die geneigd zijn zich wat terug te trekken, al dan niet met hun problemen?
“Ja. Wie te lang collegiaal contact ontbeert, kan zich steeds slechter gaan voelen. Emoties moet je toelaten. Ik merk dat thuiswerken de issues waarmee mensen al langer worstelden, uitvergroot. Het niet kunnen aangeven van grenzen speelt bijvoorbeeld op. Ik zie ook vrouwen die terugvallen in traditionele rolpatronen en opdraaien voor de kinderen.”
Vooral vrouwen dus?
“Ja. Uit onze onderzoeken blijkt dat vooral de vrouwen echt geworsteld hebben met traditionele rolpatronen. De zorg voor de kinderen leek ook meer op hen terecht te komen, in de lockdown. Het kan ook aan de vrouwen liggen, dat ze het lastig vinden om het aan de partner over te laten, maar dat vond ik wel opmerkelijk. En de kinderen die veel meer richting de vrouwen om hulp en aandacht vroegen. Heel typisch.”
We zijn nu anderhalf jaar onderweg. Hoe denk jij dat de toekomst eruit gaat zien? Komen we ooit van die online meetings af?
“Ik denk dat het een combinatie wordt van mensen die online werken en mensen die op locatie zitten. Het wordt wel een uitdaging hoe je dat technisch, maar ook communicatief regelt. Want die mensen die online en op afstand zitten erbij houden, dat is wel een uitdaging.”
Ja, ik hoorde van een vriendin die ging koken tijdens een meeting.
“Ja, ik hoor ook dat traditionele colleges precies zo online worden gegeven. Wij zijn een digitale universiteit, al jaren, en wij weten: dat werkt niet. Je moet activerende werkvormen gebruiken en veel aandacht geven aan het betrekken van mensen bij een vergadering. Het vergt meer van je creativiteit en inzet, van beide kanten.”
Heb je daar nog tips voor, vanuit jouw expertise?
“Zeker. Bekijk bijvoorbeeld of de meeting echt nodig is of dat het overleg ook op een andere manier, of korter kan; geef voldoende aandacht aan een goede planning; zorg dat iedereen de agenda en benodigde materialen heeft; maak gebruik van online tools, zoals een online whiteboard voor zowel de mensen thuis als op kantoor; dat het technisch goed geregeld is (grote schermen, sterke wifi) en zorg dat mensen op locatie ook inloggen, zodat de mensen thuis hen kunnen zien.”
Kijk je met plezier uit naar de komende tijd of houd je je hart vast?
“Ik vind het wel spannend. Ik heb het idee dat we misschien wel weer gaan doorslaan. Dat we de goede dingen die we nu zien, zoals duurzamer bezig zijn, niet meer voor een meeting in Frankfurt het vliegtuig pakken, toch weer uit het oog verliezen. Door de gedwongen isolatie zijn mensen daar toch meer over gaan nadenken. Dat is supergoed, en ik hoop dat we dat gaan vasthouden. Het gevaar is dat we ons weer helemaal in het ‘entertainment’ gaan storten. Zo van: ‘we mogen weer’.”
Spannend.
“Zeker. We gaan het zien, ik kijk er ook wel weer naar uit.”
Hoogleraar Nadine Roijakkers
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de Open Universiteit.