zusterschap

Achtergrond

zusterschap

Dat is dus iets anders dan #sisterhood. Want over bovengenoemde term – helaas nog broodnodig – bestaan nogal wat misverstanden, betoogt journalist Sheila Sitalsing. Even bijscholen dus, en dan vooral aan de slag.

OVER ZUSTERSCHAP GAAN DE WILDSTE MISVERSTANDEN ROND.  Dat vrouwen elkaar altijd aardig moeten vinden bijvoorbeeld. Dat ze elkaar nooit mogen afvallen en de hele tijd dingen tegen elkaar moeten zeggen als “je bent prachtig”, gevolgd door hartje, hartje, hartje, of “you go girrrrl”, ook wanneer de girrrrl in kwestie 58 is of 67 en met iets twijfelachtigs bezig is. Dat ze een andere vrouw niet dom mogen vinden, of kwaadaardig, oninteressant, saai, slecht in haar werk, behept met verwerpelijke opvattingen of gewoon onsympathiek. Dat ze samen hand in hand kumbaya moeten zingen en dat wanneer de ene vrouw kritiek heeft op de andere, het hele feminisme is mislukt.

Terwijl zusterschap daar dus helemaal niet over gaat. In goed Nederlands zeggen we overigens sisterhood, of eigenlijk: #sisterhood, want sinds het feminisme in de mode is geraakt onder vrouwen die er een Instagram-versie van hebben gemaakt (die niet altijd evenveel te maken heeft met het feminisme in klassieke zin), is het op diverse onlinekanalen #sisterhood voor en #sisterhood na onder gestileerde foto’s van fladderjurken, blote voeten op verre stranden, clusters van perfecte naakte vrouwenlijven in de branding en kunstig uitgelichte kopjes thee. Niet zelden gaan die foto’s gepaard met lofzangen op het mythische wezen vrouw, op de een of andere manier hoger dan piemeldragers. Krachtiger, empathischer, deugdzamer, en nog veel meer.
Ook daar gaat zusterschap dus niet over. Zusterschap gaat in de basis over iets dood simpels. Over elkaar een bemoedigend duwtje in de rug geven, als vrouw, wanneer dat nuttig en nodig is om de vrouwenzaak een slinger te geven. Door onbeschaamd reclame voor elkaars goede werk te maken, door elkaar in het licht te zetten, een kontje te geven. Het gaat over een ander te hulp schieten wanneer ze belaagd wordt, louter omdat ze een vrouw is.

IK HEB NOG
NACHTMERRIES VAN
HET GLAZEN HOK
WAAR IK ACHTER
EEN LUXAFLEXJE
‘MOCHT’ KOLVEN

Het gaat over een ander een zetje in de goede richting geven wanneer ze in de knel zit, louter omdat ze een vrouw is. Over niet meedoen met trappen wanneer een ander op de grond ligt, louter omdat ze een vrouw is. Over tegenhangen wanneer een vrouw omlaag wordt getrokken, louter omdat ze een verkeerde vrouw zou zijn: te veel plastic of te veel rimpels, te veel tiet of te plat, te oud, te luidruchtig, te veel thuis of te vaak weg. Over zorgvuldig kiezen op wie je je pijlen richt, want als er tegenover één vrouwelijke klootzak negen mannelijke staan, zo redeneerde ik toen ik nog politieke columns voor de Volkskrant schreef, waarom niet eerst netjes de mannen afhandelen? Vanuit het besef dat we in een wereld leven waarin vrouwen ­weliswaar grofweg de helft van de bevolking uitmaken, maar nog altijd ­aanzienlijk minder ruimte krijgen dan mannen om te zijn wie ze willen zijn, om zich te gedragen zoals ze zich willen gedragen, om te vinden wat ze willen vinden. Zusterschap betekent herkennen wanneer vrouwen worden tegen­gehouden, geïntimideerd en weggejaagd wanneer ze proberen een klein beetje meer ruimte in te nemen, louter omdat ze vrouw zijn. En om dan te zeggen: dit moet ophouden. Toen Madeleine Albright, die faam verwierf als excellent diplomaat, eerste Amerikaanse vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken en icoon van de vrouwenbeweging, haar roemruchte uitspraak ‘Er is een speciaal plekje in de hel voor vrouwen die andere vrouwen niet helpen’ deed om de presidentscampagne van Hillary Clinton te ondersteunen, regende het afkeurende commentaren. Bedoelde Albright dat vrouwen die er een andere politieke voorkeur op nahouden in de hel zullen branden? Zette Albright alle vrouwen die niets van Clinton moesten hebben weg als minderwaardige types? Was Albright soms helemaal gek geworden?
Nee hoor, legde ze monter uit in een open brief die ze schreef in reactie op alle commotie. Ze gebruikte die uitdrukking al decennia, schreef ze en ja, hij was in deze context een tikje ongelukkig gebruikt, ‘want als de hemel alleen open zou staan voor politiek gelijkgestemden, zou het er erg leeg zijn’.
Maar ze geloofde wél vurig dat meer vrouwen in het hart van de macht een zegen is voor de hele maatschappij, en dat zusterschap essentieel is bij het verkrijgen van die positie. Want vrouwen in een machtspositie kunnen kwesties op de agenda zetten – en er wetten over maken en er geld aan toekennen – die mannen nooit op de agenda zouden zetten.
Kwesties die mannen onbelangrijk vinden. Verplichte nette kolf­ruimtes op openbare plekken en op het werk om maar wat te noemen; ik heb nóg nachtmerries van het glazen vergaderhok waar ik achter een luxaflexje moedermelk ‘mocht’ aftappen.
Of kwesties die mannen domweg over het hoofd zien. Vraag maar aan gepensioneerd cardioloog Angela Maas hoeveel vrouwen onnodig ziek zijn geworden of zijn gestorven omdat er zo veel geld en aandacht ging naar het mannenhart en de mannenhartaanval, dat er nauwelijks wat overschoot voor het inzicht dat hartfalen bij vrouwen er heel anders uitziet.
Of kwesties die mannen actief tegenwerken. Hier volstaat één woord: abortus. Voor wie denkt: hoezo, dat mag hier toch gewoon, ik had er onlangs nog probleemloos eentje? Werp een blik over de grens en schrik je te pletter, en werp vervolgens een blik op de Nederlandse wetgeving waar abortus nog altijd als strafbaar staat – tenzij anders in het Wetboek van Strafrecht, en schrik je andermaal te pletter.
Nog vuriger was het geloof van Madeleine Albright in het principe dat vrouwen de plicht hebben elkaar een helpende hand toe te steken ‘in een samenleving waarin vrouwen zich te vaak onder druk gezet voelen om elkaar neer te halen.’ Ja, ze schreef het: elkaar neerhalen. Twee woorden die nooit ver weg zijn als het over zusterschap gaat. Net als de begrippen ‘bijen­koningin’ (de dominante vrouw in vriendinnen­groepen, die geen gelijke naast zich duldt) en ‘krabben­mand’ (de mand waar het onmogelijk uit ontsnappen is omdat krabben bij het klimmen hun scharen in andere krabben slaan en elkaar zo omlaag trekken).
Politicoloog Julia Wouters analyseerde dit fenomeen haarfijn in haar boek De zijkant van de macht. Daarin legt ze uit dat de ruimte voor vrouwen om een plek te bereiken waar ze macht of invloed kunnen uitoefenen, of gewoon een beetje publieke erkenning kunnen krijgen of leuk werk, ongelooflijk klein is. Ze haalt als voorbeeld de Schiphol-baas aan die een paar jaar geleden zei dat zijn opvolger een man moest zijn omdat er anders meer vrouwen dan mannen in de directie zouden zitten. De horror: te véél vrouwen op een plek waar het nog altijd doodnormaal is dat er alleen maar mannen zitten.

NIET GEK DAT
EEN VROUW DIE
IETS LEUKS WIL
DOEN OP DE APEN-
ROTS, ANDERE VROUWEN
ZIET ALS CONCURRENT

Daardoor, stelt Wouters, is het niet gek dat vrouwen die ook eens een keer iets leuks willen doen op de apenrots, het idee krijgen dat ze elkaars grootste concurrent zijn. En daardoor is het ook niet gek dat vrouwen die een felbegeerde plek hebben bemachtigd enorm de ‘cool girl’ gaan uithangen en andere vrouwen gaan afkammen. Alles om de mannen om ze heen gerust te stellen: ik ben one of the guys, ik ben oké, ik kan lachen om vieze moppen, ik ben een lekker wijf dat ook nog eens heel goed respectabele hoeveelheden bier en pizza kan verstouwen en daar de hele tijd enorm sexy bij blijft kijken, ik ben niet zoals die andere vrouwen die zuur over tietengrappen doen, wees ­gerust, mij kun je er prima bij hebben en jullie mannen hoeven ondanks mijn aanwezigheid niks te veranderen. Wouters formuleert het zo: ‘Als vrouwen als minderwaardig aan mannen worden gezien, en vrouwelijke kwaliteiten minderwaardig aan manne­lijke, is het niet zo verwonderlijk dat vrouwen die het is gelukt een belangrijke positie te verwerven en zich willen handhaven in een mannenbolwerk, zich liever associëren met mannen dan met ­andere vrouwen. Op die manier zijn vrouwen niet alleen slachtoffer van ­seksisme, maar ook dader. Uit onderzoek blijkt dat dit soort ‘gemeen’ gedrag van vrouwen ontstaat uit zelfbehoud en vooral voorkomt als er weinig kansen zijn voor vrouwen.’
Joke Smit, die in 1967 de tweede feministische golf in Nederland aanjoeg met haar nog altijd actuele essay Het onbehagen van de vrouw, zag het decennia geleden al: vrouwen die zich in een mannenland willen handhaven, gaan ‘de fidele meid’ spelen. ‘Mannen in de politiek zijn doodsbang voor één ding: solidariteit van vrouwen onder elkaar’, aldus Smit in een interview (en voeg achter ‘in de politiek’ gerust toe: overal waar het leuk is, waar interessante dingen gebeuren of waar iets te verdelen valt). ‘Dus stappen ze naar individuele vrouwen toe en zeggen ze: jij bent tenminste niet zo’n trut, of: jij bent tenminste slim, of: jij kunt er tenminste wat van, of: jij beheerst de materie, en dat betekent allemaal: jij deugt wel, die andere vrouwen deugen niet, blijf bij ons.’ Omgekeerd gebeurt het ook. Vrouwen kunnen genadeloos ­oordelen over afwezige moeders, over verkeerde kleding, over alles waar iets over te zeiken valt. Daar zijn boekenkasten over volgeschreven. Julia Wouters analyseert dat ook dit gedrag voortkomt uit een samenleving die doordrenkt is met conservatief-mannelijke normen: ‘Je afzetten tegen andere vrouwen die in jouw ogen te veel of te weinig aan stereotiepe beelden van vrouwelijkheid voldoen, is vaak makkelijker dan het gevecht aangaan met de beklemmende beelden van hoe een vrouw zogenaamd hoort te zijn.’ Daardoor gebeurt het nog veel te vaak dat ‘vrouwengedrag’ tot probleem wordt verheven – vooral door vrouwen zelf. In artikelen waarin zuchtend voor de zoveelste keer de (volslagen oninteressante) vraag wordt gesteld waarom vrouwen zich toch zo moeilijk naar talkshowtafels laten lokken en waarin vrouwen andere vrouwen gaan uitleggen dat je altijd gewoon ja moet zeggen, al heb je er geen verstand van, want dat doen mannen ook. In boeken waarin vrouwen krijgen ingewreven dat lieve meisjes nooit het mooiste en grootste kantoor krijgen. In cursussen waarin vrouwen leren hun stem een octaaf te laten zakken en tijdens vergaderingen hard door andere mensen heen te praten om serieus genomen te worden. Terwijl er een fundamenteel probleem is met dat soort artikelen, boeken en cursussen. Ze bevestigen de norm: zoals mannen het doen, is het goed, en er is alleen ruimte voor vrouwen die zich daaraan willen conformeren. Zusterschap is de norm omdraaien: vrouwengedrag normaliseren, mannengedrag problematiseren. Want het is uitermate zorgelijk dat mannen eerst ‘ja’ zeggen tegen een promotie of een uitnodiging om op televisie iets te komen vertellen, en zich dan pas in de materie gaan verdiepen – vaak door een wél uitstekend ingevoerde vrouwelijke collega te bellen om zich ‘even bij te laten praten’. En het is nog veel zorgelijker dat mannen denken dat ze hun zin of hun zienswijze aan de vergadertafel kunnen doordrukken door veel te zwetsen met een harde, lage stem. Zusterschap is zeggen: dit houdt hier op, we gaan het voortaan anders doen.

#METOO WAS
BAANBREKEND EN
EEN VOORBEELD
VAN WERELDWIJD
ZUSTERSCHAP

Daarom was #MeToo zo baanbrekend en een voorbeeld van wereldwijd zusterschap. Omdat vrouwen van alle gezindten, kleuren en opvattingen eendrachtig opstonden en zeiden: dat gegraai onder rokjes en er lachend mee wegkomen, moet ophouden.
Tuurlijk, daarna roerden vrouwen zich die hun favoriete mannen in bescherming namen, klaagden dat ‘het doorschoot’, stelden dat ze zelf nooit ergens last van hadden gehad en dat dit ‘gewoon’ een kwestie is van ballen kweken en niet zeiken, betoogden dat je al die ellende sowieso niet krijgt als je lekker thuis blijft zoals God en de man het bedoeld hadden, et cetera. Met die vrouwen kun je prima in discussie, over ingesleten normen waar we allemaal ongewild en ongezien slachtoffer van zijn, over waarden die je wel of niet deelt, over denkbeelden die je verwerpt en waarom. Gewoon: over de inhoud. Want wie denkt dat zusterschap inhoudt dat je het niet grondig met elkaar oneens kan zijn, en daar niet luiden duidelijk uiting aan kan geven omdat je per se vriendinnetjes moet zijn, houdt er een tamelijk oppervlakkige opvatting over zusterschap op na.
Net zo baanbrekend als #MeToo, maar dan op Nederlandse schaal, was de stellingname van vrouwelijke politici tegen de misogyne drek die elke vrouw online (en niet zelden met een spin-off naar offline) over zich krijgt uitgestort wanneer ze het hoofd boven het maaiveld uitsteekt in dit diep conservatieve land. Ze deden het in een groot onderzoek dat De Groene Amsterdammer liet uitvoeren in de aanloop naar de verkiezingen in 2021, waaruit bleek dat bekende vrouwen uit de politiek online disproportioneel veel haatuitingen en ­agressie te verduren krijgen. Van Annabel Nanninga tot Sylvana Simons, met Sigrid Kaag als koploper: één nare tweet per kwartier. Dag in, dag uit, week in, week uit, maand in, maand uit. Het revolutionaire van het onderzoek was dat de vrouwen, van links tot rechts, er openlijk over wilden praten. Want ze wisten allemaal: je in het openbaar druk maken over seksisme, als vrouw, is enorm riskant. Ze wilden allemaal van tevoren de verzekering dat ze niet ‘als huilebalk’ zouden worden opgevoerd. Sylvana Simons schetste het dilemma treffend: ‘Als je echt een sterke vrouw bent, trek je je toch nergens iets van aan?’ Dit mechanisme doet akelig denken, zo schetste De Groene, aan Hillary Clinton die in 2016 haar verloren presidentscampagne moest duiden: ‘Speelde haar vrouw-zijn een rol? Zij wist: als ik ja zeg, ben ik een slechte verliezer, als ik nee zeg, ontken ik een met seksisme doordrenkte campagne.’ Het grensverleggende van dit onderzoek zat ’m erin dat de vrouwen nu eens níét zeiden: ‘Het hoort erbij, tanden op elkaar en doorbijten’, maar juist: ‘Dit moet ophouden.’ Ze stelden de norm ter discussie. Dat is zusterschap. Niet alleen opkomen voor vrouwen die je kent en aardig vindt, maar opkomen voor alle vrouwen nú en voor alle vrouwen die nog zullen komen.
Hoe het met Sigrid Kaag is afgelopen, weten we. Het verfrissende is dat haar vertrek gepaard ging met een reeks commentaren waarin door mannen werd betreurd dat de politieke arena voor vrouwen zo onveilig is. Je zou het een beginnetje van bewustwording kunnen noemen. Tuurlijk, daarna gingen zich vrouwen roeren die klaagden dat je ‘vanwege de seksismekaart’ niet meer zou mogen zeggen dat Kaag als politicus én als minister fouten heeft gemaakt, en stelden dat Kaags ‘slachtoffer­schap’ zou vereisen dat je haar per definitie sympathiek zou moeten vinden. Ook met die vrouwen kun je prima in discussie, over het onbewust bestendigen van de norm, over misvattingen en onzuivere redeneringen. Want natuurlijk kun je én seksisme benoemen, én fundamentele kritiek hebben op het beleid, het gedrag, de ideeën en de uitingen van een vrouw. Zusterschap is ook: seksisme herkennen, erkennen en benoemen bij vrouwen met wie je het fundamenteel oneens bent. Net zoals je én dolblij kan zijn dat we midden in een verkiezings­campagne zitten vol boeiende vrouwen van zeer uiteenlopende snit, omdat ze de ruimte voor de manier waarop je vrouw kan zijn in een publieke functie enorm vergroten en daarmee de ruimte voor álle vrouwen vergroten. Én tegelijk fundamentele kritiek kan hebben op de denkbeelden van die vrouwen, op hun smaak, op hun uitingen, op hun manier van politiek bedrijven en op de middelen die ze daarbij inzetten. Of het gebrek aan bovengenoemde. Op alles wat ertoe doet. En als je daarbij een keer per ongeluk in je enthousiasme een fladderjurkfoto post met daaronder You go girrrrl #sisterhood hartje, hartje, hartje, nou ja, vooruit dan maar.

Dit is een LINDA.premium magazine artikel. Met LINDA.premium is LINDA.magazine nu ook helemaal online te lezen op LINDA.nl., aangevuld met nog veel meer exclusieve en spraakmakende interviews en verhalen. LINDA.premium is exclusief voor abonnees.

Wil je onbeperkt LINDA.premium artikelen lezen? Log dan in op LINDA.premium of abonneer nu.