‘GOLDEN GIRL’ WERD ZE GENOEMD. Femke Heemskerk won tijdens haar zwemcarrière 65 international medailles . Toen ze in 2021 een punt zette achter haar bestaan als topsporter, draaide haar leven 180 graden. Terwijl ze nog maar kort getrouwd was met een man, werd Femke voor het eerst in haar leven dolverliefd op een vrouw – schrijfster Maartje Wortel.
“Ik kende Maartje als schrijver, had een boek van haar. Vier jaar geleden besloot ik haar te volgen op Instagram, ze volgde mij terug. Ze postte een foto van haar katten, slapend op een dekbed met zwembadprint en ik reageerde daar onbewust dubbelzinnig op met: ‘Dat is een betere manier van trainen.’ We raakten aan de praat en ik dacht: met haar zou ik een vriendschap kunnen opbouwen. Het contact voelde niet als flirten, wel werd ik enorm naar haar toe getrokken. Ik voelde me gezien door Maartje. Maartje houdt niet van smalltalk en gaat meteen de diepte in; dat vond ik prikkelend. Later vertelde ze me dat ze mij vanaf het eerste moment heel leuk vond. In het begin negeerde ik mijn gevoelens voor Maartje. Ik was terughoudend, tot dat niet meer kón. Ik heb toen mijn relatie verbroken en ben met Maartje gaan uitzoeken wat er tussen ons was.”
Hoe verliep de scheiding? “Uit elkaar gaan is voor beide partijen hoe dan ook pijnlijk en verdrietig, altijd. Maar ik vind dat mijn ex en ik er allebei goed mee zijn omgegaan. We zijn gelukkig beiden weer op een fijne plek in ons leven.”

Inmiddels wonen Maartje en jij samen. Wat vind je in haar? “Waar zal ik beginnen? Onder andere heel veel humor. Ze heeft een rijke fantasie, geweldig vind ik dat. Een fantasie die goed van pas komt in haar werk als schrijver, maar die soms ook vervelend voor haar kan zijn. Zo was ze eens aan het schrijven in een afgelegen huis, naast een loods. Midden in de nacht hoorde ze een brommer naast het huis stoppen. Zij dacht: op zo’n afgelegen plek, dat kan nooit goed zijn. Ze deed alle lampen aan, gooide de ramen open en schreeuwde: ‘Hallo! Ik ben hier!’ Ze was er heilig van overtuigd dat iemand haar kwam vermoorden en wilde – als ze er dan toch aan zou gaan – dat het zo snel mogelijk voorbij zou zijn. Maar die jongen op de brommer was zich van geen kwaad bewust; die was naar die loods gereden om stiekem aan een kar voor het bloemencorso te werken. Maartje en ik lachen hier nog vaak om. Ik denk dat ik haar kalmte breng. Op haar beurt daagt zij mij op een liefdevolle manier uit om het initiatief te nemen en een gesprek te starten. Ze luistert, geeft me vertrouwen dat wat ik zeg ertoe doet, waarmee ze me het gevoel geeft dat ik het waard ben om naar te luisteren. Bij Maartje weet ik dat ik ruimte mag innemen.”
Is dat nieuw voor jou om te voelen?“Mijn ouders werkten in de horeca, dus er was niet zo veel tijd, rust en ruimte om naar elkaar om te kijken. Ze hadden het heel druk met hun eigen kroeg. Ik heb mede daardoor geleerd te zien wat anderen nodig ­hebben en niet tot last te zijn. Ik vertoonde conflictvermijdend gedrag. Nu vind ik ­conflicten nog steeds eng, omdat ik bang ben dat ze consequenties hebben en kunnen leiden tot iets ergs. Ik doe een opleiding haptonomie, ben derdejaars, en door mijn studie en mijn relatie heb ik de afgelopen jaren geleerd dieper naar mezelf te kijken.
Maartje kan juist grenzeloos zijn, in de goede zin van het woord. Zo is ze opgevoed. Als haar ouders ruzie hadden, maakten ze het tien minuten later weer goed. Ze leert me dat een meningsverschil kan leiden tot verbetering. Als we mot hebben, zegt Maartje daarna dat ze het heel goed vindt dat ik aangaf wat me dwarszat. O ja, denk ik dan, ik mag zéggen wat ik niet leuk vind.”
Was je al eens eerder samen met een vrouw? “Niet in de zin van relatiemateriaal, maar ik had al wel eerder met een vrouw geslapen. Destijds dacht ik niet: nu ben ik verliefd en dit is de weg die ik wil inslaan. Met Maartje was het compleet anders, op haar werd ik smoorverliefd. Met haar is het veel liever, veel zachter dan met een man. Gelijkwaardiger ook. Maar vooral veel fijner.” Lachend: “En hot natuurlijk. Vooral heel hot.”
Hoe identificeer je jezelf? “Moet dat überhaupt? Ik bedoel, voor sommigen is het misschien fijn dat die hokjes er zijn. Ik wil dat niet onderuithalen, maar straight, bi, gay, pan … ik voel dat zelf helemaal niet. Dat ik nu een relatie met een vrouw heb, voelt dus ook niet als uit de kast komen of zo. Mensen willen er graag van maken dat ik mijn geaardheid heb ontkend. Nou nee, zo voel ik het niet, omdat ik geen geheim heb gedragen. Ik was honderd procent verliefd op mijn mannelijke partners en nu ben ik honderd procent verliefd op een vrouw. Dat voelt voor mij heel natuurlijk. Zo simpel kan het zijn. Al vind ik het ergens wel jammer dat ik dit niet tijdens mijn sport­carrière heb kunnen uitdragen. Dan had ik misschien net iets meer impact kunnen maken, was ik mogelijk iemand tot steun geweest die dat nodig had. De representatie in de sportwereld kan altijd beter. Gelukkig zit ik nu wel hier tegenover jou dit interview te geven en prijs ik mezelf gelukkig dat ik een lesbische relatie heb.”